SOLD BY J. B. BAXZ.Iraais rond en des- fous fur le ventre. Outre le Car altéré ci-dejfus mentionné 9 les Punaijes fuivant leur forme extérieu¬ re peuvent encore être divifées en fept différentes Familles ; lefquelles f entre¬ prendrai 9 d'apres mon propre fyjlême d'arrangement , qui au rejie différera un peu de celui de Mr. Linnæüs. PREMIERE Famille. Le Corcelet eil uni, de rJEcuifon fi grand qu’il cou¬ vre les Ailes & tout l’Abdomen. P/. /. Fig. I. FAMiLr^R. & large ,* rEcufîbn, grand & pfeïque triangulaire 5 couvre de fon angle pointu la moitié de l’Abdomen, PI. I. Fig. 2. 6? PI. JL Fig. 10. A. Troisième Famille. Le Corcelet efl: armé aux épaules d’une épine aigue ; l’EcufTon grand & triangulaire; les bords de l’Abdomen dentelés. P/. /. Fig. 3. QUATRIEME Famille. Le Corcelet triangulaire, aboutiflant en poin¬ te près de la tête; un petit Ecus- fon; les Femelles ont pour la plû^ A 2 4 INLEIDING AVERTISSEMENT meestal dik en Vmnenwaards met door^ nen bezet; andere hebben Vliespooten^ als waren zy tot zwemmen gefchikt. PI. III. Fig. lo. PI. II. Fig. 14- Vyfde Gezin. Het Borstjïuk en het Lyf zeer plat. De Vleugelen korter dan het Lyf^ eenige geheel Ongevleu- geit. NB. Onder dit Gezin plaatze ik de gemeene Bedwantz. Sesde Gezin. Het Borstjluk ongelyk , bultig en als in twee Jlukken verdeelt , de Kop ver vooruit ftaande en met een dun¬ nen Hals aan V Borstjluk gehegt , de Snuit koVf ÎH eSH halfrond geboogen. Het Lyf fmaf eeft klein Lendenfchildt ; de twee voorjle Booten dikker dan de vier agterjlen. Pi. 1 . Fig. 6. Sevende Gezin. Het Borstjluk effen en met het geheele Lyf lang en fmal , de Booten zeer lang. Hier toe behooren die langwerpige wantzen welke op het water zwemmen , en op Vliegen en andere In- feöten aazen. Ik twyffel byna niet of een ieder zal volgens deze verdeeling; wanneer Hy deze opgegeeven Kenmerken, met het part les pattes poflérieures épailTes & garnies d’épines en dedans : d’autres ont les pattes membraneufes, com¬ me fl elles étoient faites pour nager. Bl 111 . Fig. lo. Bl. IL Fig. 14. Cinquième Famille. Le Corcelet & le Corps très-plats ; les Ailes plus courtes que le corps ; quelques- unes n’ont du-tout point d’Ailes. NB. Sous cette famille je place les Punaifes ordinaires des lits. SIXIEME Famille. Le Corcelet ir¬ régulier, boflli & comme divifé en deux pièces; la Tête fort faillan- te & jointe au Corcelet par un étranglement; la Trompe courte & recourbée en demi cercle; le Corps étroit ; ntl petit Abdomen ; les que' les quatre poflérieures. Bl. L ' Fig. 6. SEPTIEME Famille. Le Corcelet uni & tout le Corps long & étroit ; les Pattes fort longues. Ici appartiennent ces Punaifes ob- longues qui nagent fur l’eau & qui fe nourriffent de mouches & d’au¬ tres infeéles. Je ne doute prefque point que^ en fuî- vant cette divifon, ceux qui compareront les objets déjà reprèfentés de chaque fa- TOT DE WANTZEN. 5 DES PUNAISES. daar by afgebeelde Voorwerp van elk mille*avec ces caraSîïres génériques^ rien Gezin vergelykt, daadelyk de van el- appercoiyent mieux les réelles diJlinSîions kander verfchillende Gedaantens beter des différentes figures ^ que fi j'avois^en kunnen gewaar worden, dan dat ik in imitant les autres Auteurs^ fait ufage Navolging van andere het getal der Le- du nombre des Articulations dans les den aan de Sprieten tot een grondflag Antennes pour fervir de fondement à fna ter verdeeling gebruikt had. diyijion. Nu gaa ik over tot eene korte Be- Je viens à préfent à une courte Défi- fchryving van het volgende Gellacht, cription du genre fuivant , nommé- naainelyk : ment : De Waterscorpioenen. Les Scorpions Aq^uatiques. Deze Infeélen leven in ’t Water , Ces Infe&es vivent dans Veau^ oU les Fé* waarin de Wyfjes hunne Eyëren leggen, melles pondent feurs Omfs; les péfïff qui en de jongen daaruit voort komende y^e- provienment reffemhknt a ffés pour la forme lyken in gedaante naar het volmaakte à TinfeSte parjf^ait^ feulement manquent-ils Infeél, alleen mfrfnn wmme 'iïïïZpTinaifes leur vieil- gels welke zy eerst gelyk de Wantzen nen après la dernier e métamorphofe. Ils na de laatile vervelling bekomen. Zy nagent â? fucent leur nourriture dans Zwemmen en zoeken hun Voedzel in létat de Nymphes tout comme dans la den Staat van Nimf evengelyk daarna, fuite quand ils ont fubi leur derniere trans- wanneer ze de laatfte Veranderinge on- formation. Leurs CaraBeres Génériques dergaan hebben. Derzelver Kenmer- font: ken zyn; Kleine hairagtige (maar voor het hloote Oog Des petites Antennes filiformes, pla- meestal onzigthaaré^. Sprieten , welke cées fous les yeux, lefquelles pour onder de Oogen geplaatst zyn. la plûpart font invifibles fans mi- • De Snuit onder het Borstfiuk omgehoogen. crofcope ; la Trompe recoubée fous De Dekfchilden vooor V grootfle gedeelte le Corcelet ; les Etuis pour la Hard, Leder agtig, maar aan de Tip- plus grande partie durs , écailleux, A 3 é IN L EI Ô I N G fen derzelven Flksagtig : liggende .kruislings naar agteren gevouwen , m bedekken het Lyf en de Onder» vleugels. Een Lendenfchildt. De voorjïe Pooien in de gedaante van Nypers , of als de vangpooten der wandelende Bladen (Mantis). 'Twee Leden aan de Voeten, PI. L Fig. I, II. Hier op laat ik volgen: De Waterwantzen. Welke in Geftalte en levensmanier veele overeenkomst met de Boom en Plant-Wantzen hebben, uitgezondert dat zy hunne eerfte Leeftydt van het Ëy af tot in den flaat van Nimf door, en tot de laatfle verhuidinge , even gelyk de Waterfcorpioenen in het wa¬ ter leven, wanneer dezelven Vleugels bekomen hebben, dan begeven zy zig gemeenlyk by nacht, van de eene plas water naar een ander, mooglyk ge¬ lyk die van ’t naastvoorgaande Ge- fiacht, om hun voedzel te zoeken, of Nieuwe Volkplantingen op te rig- ten. Hunne Kenmerken zyn de vol¬ gende : AVERTISSEMENT mais membraneux à leurs extrémi¬ tés ; pliés en arriéré tranfver- ialement & couvrant le corps & les ailes ; un Ecufîbn ; les Pattes poltérieures en forme de pinces, ou comme les ferres des Feuilles- ambulantes (Mantis') : Deux articles aux Tarfes. P/. L Fig* I5 ii. ferai fuivre ici^ Les Punaises-A quATiquESa Elles rejfemblent beaucoup pow la ^ gure ^ la maniéré de vivre aux Punau fes des arbres ^ des plantes , excepte*- ques , elles vivent dans Peau depuis leur première exijiance, au fortir de l'œuf *, jufquà Pétât de Nymphe leur demie» re tranfmutation ; lorfqu'elles commencent d'avoir des Ailes elles vont généralement la nuit à un gâchis ou d'une place oU il y a de Peau à une autre , fans doute comme celles du genre précédent , pour chercher leur nourriture ou y établir de nouvelles colonies. Leurs CaraSteres Cé» nériques font les fuivans: ror D2 WA NTT Z EN. JOe Sprieten korter dan Het Borstfluk» Men onderw aards omgehoogen Smüt. FéOn Lendenfchildt» Fe Fekvleugéls lederapig 5 on over el¬ kander liggende^ het Lyf en de On- dervleugels bedekken 9 de jdgterpooten tot zwemmen gefchJkt, Twee Leden aan de Voeten- PI. L Fig. 3- Dewyl onder de Gellachten der Wa- terfcorpioenen en Water-Wantzen , maar een klein getal van byzondere zoorten bekend zyn , zo heb ik uit dien; hoofde, deze Infeden! maar op^ dezelfde Plaaten by de wezetitlyke Wantzen QCimices^ doen afbeelden r echter hebben" wy Ü'Ü ëël'yLgSïïffilÜUir met een byzondere of wel Romynfche Gyfferletter aangewezen , en de Be- fchryving. van ieder zoort zal de Geëerde Lezer telkens onder aan op dezelvde bladzyde , alwaar da Want¬ zen befchreven zyn by wyze van een Nota 9 kunnen vinden. FES PUNAISES. 7 Les Antennes plus courtes que Ie Cor- celet ; une Trompe recourbée en deflbus ; un Ecuflbn ; les Etuis écailleux , & couchés l’im fur l’autre, couvrent le corps & les ai¬ les; les Pattes poftérieures propres à nager ; deux Articles aux- Tarfès. Fl L Fig. 3- Pmfqîim ne connoît quun petit nom- tre de différentes efpeces dans le Genre des Scorpions & des Pmaifes-aquatiques f ai repréfenté par cette raifm ees^ Bp- feéf&r Jkr- kr tnêmer Plandtes mprèf> dèt réelles pimaifes (Cimices) ,r mms les premiers font indiqués par un chiffre ytrrtmdrer vtr Romain 9 âP le refpeBable' Le&eur trouvera9 au moyen cTtme Note, la Defeription de chaque efpece auÿi fouvent 6? feuillet que Pimaifes font décrites. fit BESCHRYVING DESCRIPTION V A N D E DES WANTZEN. PUNAISES. PLAAT. I. Fig . I. De Paarsche Schild wantz. CFan ’t ifl‘. Gezin) (*}. De Sprieten beftaan uit vyf Leden, van welke het eerste lidt, aan den Kop , bruinrood van kleur is, en de overige vier ayn zwart; twee blinken¬ de Oogjes ilaan op den Kop, in een regte lyn met de Netswyze Oogen die terzydenvan den Kop, uitpuilen: de eerstgemelde Oogjes ftaan niet uit- waards, gelyk zulks in de andere Ge¬ zinnen der Wantzen plaats heeft, maar zyn inwaards als in een putje geplaatst, waar dezelven naauwlyks dan door een Vergrootglas kunnen ge¬ zien worden. Het Borstftuk, de Kop, en het groote Lendenfchild, welk laatfle het geheele agterlyf en de zwarte Vleugelen bedekt, is fchoon paarschagtig blaauw, met een goud- glanzige weerfchyn, naar maate de ligtKraalen daar op vallen, en weder- zyds met drie zwarte vlakjes gefiert. (*) Om alle latig-wyligheid te vermyden zal ik tel- hns by teder afbeelding, en agter de tenaaming het (jam, waaronder deze Jnfeàen belmoren, amw^. ten, en zo insgelyks by de Cicaden. ^ planche 1. Fig. I. Punaises a Ecusson violet. (De la I re. Kamille) (*). Les Antennes confijlent en cinq arti¬ culations, dont la première gui tient à la tete ejl d’un rouge brun, ÿ les autres quatre noms; deux Teux üjfes font à la îeUry en droite ligne avec les Teux à réfeau faillans aux cotés de la tête: ces premiers petits Teux mentionnés ne font pas en dehors cofmm ^^e tm«> êk T - t m tres fa¬ milles de punaifes , mais en dedans com¬ me dans un petit puits, où à peine peut- on les voir avec un microfeope. Le Cor- celet , la Tête, g? k grand Eeuffon qui couvre tout rabdomen g? les ailes mins, font dm beau bleu pourpré avec des re¬ flets dior éclatans à proportion des traits de lumière^ qui y tombent ; y ayant de chaque coté trois petites taches noires: le dejfous du Corps efl d'un rouge brun, avec des taches bleu or luflré : les Cuijfes & les Hanches des Pattes font aujfi rouge-brun , mais leurs fanées S? «,0"^ Pour éviter toute prolixité j’indiquerai, à melure dans chaque repréfentation après la dé- nornination J la famille à laquelie ces Infeéles ap- pariiennenCj & ainfi de môme des Cigales. BESCHR. VAx\ DE WANTZEN. mSCR. BES PUNAISES. 9 Van onder is het Lyf bruinagtig rood, met blaauwe en goudglanzige vlak¬ ken; de Dyen en Schenkels der Boo¬ ten zyn ook bruinrood, maar de bee- nen en voeten derzelven donker- blaauw. De Zuiger is half zo lang als het Lyf, bellaat uit vier Leden , van welke de eerste twee bruin, en de anderen zwart zyn, en is in een fcheede beflooten, gelyk die der Ci¬ caden. Zy worden op de Kust van Coromandel en op het Eiland '^fava ge¬ vonden. Fig. 2, De J a V a n e r. (van V 2^'^ Gezin.^ De fprieten zyn zwart en beflaan uit vier Leden, de twee blinkende Oogjes , agterwaarts op den Kop geplaatst zyn uitpuilende en zeer Hp randen van ’t BofstftuTc Reken verre vooruit , evengelyk de Borstfchilden van een Geflacht der Torren welke on¬ der de benaaraing van Schildpadjes (^Cas- Jîdæ) bekent zyn. Het Lyf is aan bei¬ de zyden donkerrood , beltaande het agterlyf uit feven ringen, op welke van onder of aan deBuikzyde wederzyds de Luchtflippen (Stigmata') te zien zyn. Onder aan de Borst heeft dit Infedl een vooruitfleekzel, overeenkomftig met de Bloemkevers, of de zogenaamde Goude-Torren (Scarah. Auratus) en eenige der Aigret-Torren byzonder die zoort welke de Heer Linnæus dieswe- gens Buprestis Sternkornis heeft gety- telt. De Booten zyn zwart, en de Vleugels hebben dezelvde kleur als het leurs pieds font bleu foncé ; la Trompe , à moitié aujjt grande que le corps , confijle en quatre parties , dont les deux premiè¬ res font brunes â? les autres noires^ Êf ejî renfermée dans un fourreau , comme celui des Cigales. On les trouve fur la Côte de Coromandel fif dans Ilfe de Java. Fig. 2. La Punaise de Java. (de la 2'^e. Famille.) Les'Anffhfilffont mires g? confijlent en quatre Articulations ; les deux Teux lijfes , placés en arriéré fur la tête , ^nt f aillans très - y if bles ; les re- bords atï Tforeekt sétenTent beaucoup en avant , ainfi que les Ecuffbns d'un Genre des Coleopteres , qui font con¬ nus fous le nom de Cajpdes (Cas- fidæ). Le Corps ef des deux côtés rouge brun , l'Abdomen confife en fept anneaux , fur lefquels on voit par deffous , foit au ventre , les Stigmates des deux côtés. Cet InfeSle a fous la poitrine un Tubercule , comme les Hannetons des fleurs , ou ceux quon appelle Hannetons verdet (Scarab. Au¬ ratus) , comme aujfi quelques uns des Richards^ furtout cette efpece que Mr. Linnæus a nommé pour cette raifon Bupreflis Sternicoris. Les Pattes font noires ainfi que les Ailes gp la par¬ tie poflérieure des Etuis. J'ai re^u B lo BESCHRYVING agterfte ofVliesagtige gedeelte der Dek- fchilden. Ik heb deze wantz van Sama- rangji op de Noordoost-Kust van Java ontfangen* Fig. 3. De Gedoornde wantz^ (ya^ V 3^^®. G£zmS) De Sprieten beflaan uit vier Leden, de Snuit is zo lang als ’t Lyf 5^ en zwart van kleur liggende in een Schede welke gelyk het Lyf, de Schenkels der Poo- ten geelagtig gekleurt is. Het Borst* Ruk is voorzien met een dergelyk uit- Iteekzel als by Hg. 2, gemeld is;, de Schouders aan ’t Borstfluk eindigen in een fcherpe doornagtige punt, en de randen van ’t agterJyf zyn tandswyze gekartelt^ .,Liei:.xlies^tige gedeelte der Dekfchilden is glanzig ^ ende Vleugels zyn Yaalzwart. Men vind deze wantz op de Kust CorommdeL Fig,. 4.. De Geelgebandeerde wantz. (ymï ’ÿ 4^6^ Ge^nd) De Sprieten zyn zwart en beRaan uit vyf Ledende twee blinkende Oogjes liaan tusfchen de uitpuilende Netswyze Oogen ; de twee zwarte, vlakken op het Borstfluk welke door een donkergeelen Streep van eengefcheiden zyn> hebben een blaauwagtige glans. De eigentlyke Vleugels zyn bruinagtig graauw van. kleur ^ en zeer doorfchynend het ge- heele-Lyf is geely. maar de Borst is we- derzyds met vierkante blinkende don¬ ker- bïaauwe vlakken gefiert ; de Zuiger leeft de lengte van ’t Borstfluk en. is zwart,. Zy is uit Surinamem DESCRIPTION cette Punaife de Samarang , fur h Cote Nord- Ouefî de Java. Pig. 3. La Punaise Epineuse^ (de la 3œe. Famille.) Les Antennes confiftent en quatre articulations; la Trompe ejl aujjt longue- que le Corps , de couleur noire , g? placée dans im fourreau qui ejl jaunâtre comme le Corps gf les Cuijfes, Le Corcekt efl pourvu d'un Tubercule fem- hlahk à celui mentionné dans la Fig. 2.. Les Epaules aboutiffent^ en une pointe aiguë & épineufe , à l' Ecufon 5 gf les- bords de l’Abdomen font dentelés^ Ld partie membraneufe de Etuis ejl luifante,^ g? les Ailes font d'un fauve mir^ On trouve cette Punaife fur la Cête: de Coromandel.- Fig. 4. La PunMT'XBaSBIs' Jattnes.. (de la 4me. Famille.) Les Antennes^, font noires gf confis- ten en cinq articulations; les Teux lijfes font placés entre les Teux à rézeaw fmilans ; les deux taches noires fur le Corcekt r qui font féparées par des> rayes jaune' brun ^ ont un brillant' bleuâtre. Les vraies Ailes font gris brunâtre gp trhs-tranfparentes. Tout k’ Corps efi jaune , mais la Poitri¬ ne efl ornée de taches liffes quaàrangu¬ laires d'wr bleu foncé. La Trompe efl’ noire gf de la longueur du- CorcekE ü. fe trouve à- Surinam.^ VAN DE WANTZEN Fig. 5. D E T W E E S T I P* (van V 3^®- Gezin). De Kop is geelagtig rood , de fprie- ten zyn zwart en beftaan gelyk meest alle die van dit Gezin uit vyf Leden. Van onder is het Lyf blinkend bruin¬ rood met witte dwarsllreepen ; de Poo- ten zyn aan de Schenkels rood maar de overige gedeeltens derzelven, als mede de Vleugels zyn zwart. Zy word op de Kaap de goede Hoop, en op de Kust Guinea gevondem DES PUNAISES, if Fig. 5 . La Punaise a Deux Points. (de la Familie). La Tête ejl rouge jaunâtre; ks An- tennes font noires (ÿ conjifient , comme prefque toutes celles de cette Familie , en cinq articulations ; le dejfous du Corps efi rouge hrun liffe avec des rayes blanches tranfverfes ; les Cuiffes font rouge , mais les autres parties des Pattes font mires , ainfi que les AÛes. Son Pays natal efi le Cap de Bonne Efpérance la Côte de Guinée- PLAAT I. Pig. 1, De Amerikaansche Boer. Zuiger mn dezs Water fcor pioen is kort , tn ^mderwaarts naar de Borst omgeboogen-, de Oogen zyn groot en uitpuilende, de Schenkels der voorjle Booten zyn dik, in ‘Vergelyking^derji^i^ee. Jlen, en met geele vlakken, eindigende in de ge¬ daante van een vangklaauw vuelke maar één Nagel aan 't tvceede lidt van den Voet heeft. De Dek- fchilden zyn aan de einden Vliesagtig , en de F teu¬ gels wit en eenigzins doorfcliynendt , van onder is het Lyf bruin van kleur. Feeltydt vindt men dat de Dekfchilden van deze Infedlen met Eyeren van eene watermyt als bedekt zyn , *t welk ook plaats heeft in de naast volgende zoort. Deze hier af ge¬ heelde word in Surinamen gevonden, ‘ PLANCHE I, Fig. L Le Paxsan Américain. La Trompe de ce Scorpion aquatique eft courte, ù, arquée réfléchiflant vers la Poitrine; les Yeux font grands & faillans ; les Cuifles antérieu- .j:es font épaiflesL,' en comparaifon des deur pSffes poftérîeures, fd BESCHRYVING rige gedeelte, naar ’t Agterlyf we¬ derom glanzig groen ; de Schenkels der Pooten zyn geel, en de Beenen zyn zwart. Haar Woonplaats is Su- rinamen» Fig. 14. D E V L I E s p o o T. (ym V Gezin.') De Sprieten van deze Wantz beftaan uit vyf Leden, de Kop en Oogen zyn bruin, de Hals bleekgeel, en voor ’t overige geheel bruin van kleur ^ zynde alleen de Aderen der Dekfchilden Âsch- kleuiig, en het Vliesagtig gedeelte der zelven donkerpaarsch en glanzig. De agtcrfle pooten hebben eene. zonderlin¬ ge Gedaante, zynde de Schenkels al ¬ leen zo lang als een der geheele voorde pooten, en binnenwaards met eene rey van Scherpe doornen bezet; het been derzelven bedaat uit een Vlies in de ge¬ daante van een uitgefneeden blad, waar¬ door het dunne Scheenbeen als eene Ader doorloopt. De Voetèn bedaande uit drie Leden, zyn zeer dun en eindi¬ gen in eene Klaauw met twee Nagels bezet. Wegens het maakzel dezer zou men byna mogen beduiten dat dit Infect zo wel in ’t Water als op het Land leeft; maar hier omtrent kan ik niets bepaalen : doch dit is zeker dat de Mannetjes derzelver geene zulke bree- de agterpooten hebben, als zynde maar een weinig dikker dan de twee paar voorde pooten. Zy worden in Surina- men gevonden. BESCRIPTïON vert Mfant près rjdhdomen. Les Cm- fes font jaunes les yamhes noires. Sa demeure eji à Surinam. Fig. 14. La Punaise a pattes mem¬ braneuses. (de la 4^6. Famille.) Les Antennes de cette Pmaîfe con- fîftent en cinq Articulations; la Tête ^ les Teiix font bruns , les Cou jaune pâle , ^ le refte entièrement de cou^ leur brune , n (de la 2^0 Famille.) Cette Tunaife ejî par-tout d'une Cou-* leur . noire bleuâtre , feulement l'éxtré- mité des Etuis , Joit leur partie memhra- neufe , efl d'un brillant cuivré , les Ailes Jbnt brunes. On la trouve à Surinam.’ ^ Fig. 28. La Punaise Sexagone. (de la Famille.) Le Corfelet de cette Tunaife ejî , au dejjus , de deux couleurs , moitié îvuge £5? moitié noire ; les bords Jbnt jaunes , ce qui par - là fait pref que un Sexagone parfait. Le Corps ejî cou¬ leur de chair de chaque côté ; les Ail¬ les font brunes,, ^ les Lattes d'un rouge brunâtre Jur les Cuijfes ; tout \e refe noir. On la trouvée fur la Côte de Coromandel £sP on la voit au Cabinet de fon Excellence' Monsieur Le Baron Rengers. van de WANTZEN. P L A A T. V. . Fîg. 2p. De Violet -Kleurige Wantz. Qvan V 2^^ Gezin.) Heeft zwarte Sprieten, met vyf le- ^en aan dezelven , de Kop is zwart, het Borstftuk, het Lyf aan de onder- zyde met de Pooten , is donkerblaauw of Violet-kleurig en glanzig ; het le- deragtige gedeelte der Dekvleugels is paarfch met een groenen koperglans welke naar ’t einde zig veel groenkleu¬ riger vertoont; aan de tippen zyn de¬ zelven bruin , glanzig , en eenigzins doorfchynendt, de onder Vleugels zyn paarfchkleurig. Men vind deze fchoo- ne Wantz in de Oojlindiën , en berud in het Kabinet van den Hoog Welgeb. Heer Baron Rengers. lig, 30. De Geele-Boog-Wantz. {yan V 2^^ Gezin.) De Kop van deze Wantz is afchkleu- ïig en de Sprieten zwart, het Borstftuk en een gedeelte der Dekfchilden don¬ kergroen en glanzig ; over het gemelde Borstftuk en het Lendenfchild loopt een goudgeele halve Cirkel ofBoogswy- ze tekening. Van onder heeft het Lyf, aan de Borfl wederzyds twee donker¬ groene glanzige vlakken, de Pooten zyn aan de gewrigten geel, voor ’t ove¬ rige bruin. Zy wordt in de Wejlin- dien gevonden en berull in het even- gemelde Kabinet. DES PUNAISES. PLANCHE K Fig. La Punaise Violette. (de la 2^® Familie.) Les Antennes font noires if ont cinq articulations; la Tête eft aujji noire; te Corfelet , le dejjbus du Corps , &P les Pattes, font bleu foncé J ou d'aune forte de violet, & hiîfants. La partie mem- hraneufe des Etuis efl pourpre avec un lujire vert cuivré, qui fe montre vers le bas entièrement vert; leur fommet cjl brun , luîfant , gÿ en quelque manière tranfparent. Les Ailes inférieures font pourpres. On trouve cette belle Punaife aux Indes-Orientales , elle fe voit au Cabinet de fou Excellence Monsieur Le Baron Rengers. Fig. 30. La Punaise a Arc jaunE. (de la 2^6 Famille) La Tête de cette Funaife ejl gris cen* dré, 8 ? les Antennes font noires; le Cor¬ felet, ^ une partie des Etuis, font vert brun Êÿ luifans. Defsus le fusdit Cor¬ felet 6 ^ rEcufjbn régne un demi Cercle jaune d'or en forme d'Arc. Au deffous du corps fur la poitrine font deux taches vert foncé luifant. Les Pattes font jaunes aux jointures 8 ? le refle brun. On là trouvée aux Indes-Occidentales et elle fe voit dans le Jüsdit Cabinet. H B E S C H R Y V I N G. Fig, 31. De a r l e q ü I n. Çvan V 2‘^e Gezin .) Deze Wantz heeft de onderzyde van 't Lyf goudgeel en aan de Borst weder- zyds drie langwerpige zwarte blinken- de vlakken, de Pooten en Sprieten zyn ook zwart, en de vlakken van boven op het Borstftuk en fchilden hebben een blaauwen luilter. Men heeft ze in de Wepndiën gevonden, en berust thans in het Kabinet van den Hoog Welgeb. Heer Baron Rengers. Fig, 32. De Roodgevlakte M OES KRUIDT - W A N T Z. {^ean V 2^^ Gezin ,) ^ De Sprieten zyn zwart en befïaan uit vyf leden , de Pooten zyn ook zwart, maar op de beenen is een roode vlak , het geheele Lyf is, van onder blinkent zwart. Het Borstftuk en Dek- fchilden zyn glanzig koperagtig groen van kleur. Deze Wantz word in de Moeskruiden gevonden, vernielende dezelven de Wortelen , van Kool, Raa- pen en andere gewaflchen welke tot Keukengebruik gebezigt worden. Fig. '53. De WiTGE VLAKTE MoESKRUIDT - W a n t z. (van V 2‘ie Gezin ) Is niet onderfcheiden van Fig. 32. dan dat dezelve op de Dekfchiiden , Borstlluk en Beenen , met wit, in plaats van rood gevlakt is ; deze on- derfcheid is geen kenmerk der Sexe, dewyl men onder de roodgevlakten description, Fig. 31. La Punaise Arlequin;. (de la 2‘ie Familie.) Cette Punaife ejl^ audeffbus du Corps., jaune ^ d'or , ^ a , des deux côtés de la poitrine, trois taches longitudinales noi¬ res if liffes. Les Pattes if les Anten- Jnoires , if les taches , au dcjjus du Corfclet if des Etuis, o?ît un lujîre bleu. On la trouvée aux Indes- Occidentales , if elle je voit au Cabi¬ net de Jon Excellence Monsieur Le Baron Rlngers. Fig. 32. La Punaise des Pota¬ gers à TACHES ROUGÉS. (de la Famille. les Antennes font mires if conjïjlent en cmq Articulations. Les Pattes Jont aujjî noires , mais il y a une tache rou^e Jur les Jambes. Tout le Corps ejl noir liffe par defous. Le Corjelet if les Etuis font ^ d^un vert cuivré luifant. Cette Punaije a été trouvée parmi des herbes potagères , détruifant les Racines, les Choux, les Raves autres produc¬ tions def mées pour la Cuifine. Fig. 33 * If à Punaise des Pota¬ gers à taches BLANCHES. (de la 2^6 Famille^ Elle ne différé de la Fig. 32, qu'en ce que les Etuis, le Corjelet, fe? les jambes, font tachés de blanc au lieu de rouge. Cette différence ri ejl point le Jigne du Sexe , puisqu'il fe trouve parmi les mâles if les fémelles à taches rou^ VAN DE WANTZEN. Mannetjes en Wyfjes vind, en zo we¬ derom onder deze hier afgebeelde ; ik heb egter nog eene andere Wantz, welke op het eerfle gezigt voor een en dezelfde zoort zou genomen wor¬ den , maar die heeft het Lyf, van on¬ der , geheel wit met zwarte ftippen ; waardoor zy zig merkelyk van de Moes- kruid-Wantz onderfcheidt. BES PUNAISES, 25 ges^ Ê? également dans la forte ici repré- Jentée, J'ai pourtant encore une autre Punaife quau premier coup d'œil on pren- droit pour être de la même Efpece , mais celle-ci a le dejfous du Corps entièrement blanc avec des points noirs , différant en cela confdérahkment de la Punaife des Po¬ tagers, LîNN. Syjl. Nat 723. n. 53. Cimex OUraceiis, De Geer. Tom. IlL pag. 2 (S 6 , n. 10. Tah. 15. Fig. 22*23. Punaife des Potagers. Geoffroi. Inf. Tom. I, pag, <^11, n. 74. Fig. 34. Het S-Chouderhoorn. (van V 3^*^ Gezin. Deze Wantz heeft op ieder Schou¬ der van het Borstftuk een lang, flomp uitHeekzel , welke zig als twee afgc- brooken Hoorns vertoonen ; het vlie¬ zige gedeelte der Deltfchilden is glan¬ zig, en de Vleugels zyn bruin, gelyk het Lyf aan de onderzyde, maar dc Pooten hebben eene ligtbruine Asch- kleur met donkerbruine vlakjes. Zy is in de West-lndiën gevonden, en my door den Hoogwelgeb, PIeer Baron Rengers medegedcclt. Eig ^ 35 * De Roodgezoomde Wantz. (van V Gezin.') Het maakzel der Sprieten van deze Wantz wykt af van dat der overigen onder dit Geflacht behoorende Jnfec- ten : Zy bcftaan uit vier leden, zyn- de het eerfte lidt, ’t welk met den wortel in den Kop geplant is , zeer kort, het tweede en derde lang , en zwart van kleur, doch het laatlle lidt Fig. 34. La Punaise à Epaules cornues, (de la Famille.) Cette Punaife a , fur chaque épaule du Corfelet , une longue protubérance oh- tufe , qui repréfente deux cornes rompues ; la partie membraneiife des Etuis efl lui- faute; les Ailes font brimes., ainfi que le de fous du Corps ^ mais les Pattes ont une couleur gris-brun clair avec des tâches brun foncé : On l'a trouvée dans les Indes- Occidentales, ' & elle m'a été communiquée par Son Excellence Mon fleur le Baron Rengers. Fig. 35. La Punaise à Bordure rouge. (de la 4‘ne Famille) La conformation des Antennes de cette Punaife différé de celle des autres Infec¬ tes appartenans à ce Genre. Elles confl- flent en quatre articulations , dont la pre¬ mière^ qui efl enracinée dans la tête., efl très- courte , la fécondé ê? la troifleme font lon¬ gues (J noires , mais la derniere , foit la pointe des Antennes efl plus épaiffe que In D 3 ■ 26 BESCHRYVING of de punt der Sprieten is dikker dan de drie eerllen, en voor ’t grootlle ge¬ deelte wit, alleen het uiterfle puntje is zwart. Van onder is het Lyf met de pooten rood , maar de zamenvoe- gingen der Ringen.aan ’t agterlyf zyn zwart , de Dekfchilden zyn dun cn byna Vliesagtig , de Vleugels-heb¬ ben een donkerbruine kleur , het rood¬ gerande agterlyf heeft gelegentheid tot de benaaming van dit Infeél gegeven. Ay van Ceyloit in het Kabinet van den Hoogwelgeb. Heer Baron Ren- ÇERS overgezonden. 3^* Wantz met het vier¬ kante Agterlyf. Çvan ’/ 4 de, Ge^m.^ Het geheele Infeóh is bleekbruin van kleur, de oogen en de einden der Sprie¬ ten , welke geknopt zyn , hebben een donkerbruine kleur ; het agterlyf is in t midden dik , maar aan de randen rondom hetzelve zeer dun en plat, makende dit gemelde agterlyf de ge¬ daante van eeiie langwerpige vierkante ruit, welke aan het einde als een af- gefncden hoek heeft , die tandswyze is uitgefneden. Deze onthoud zig op de Planten en vooral op de Zonnékemm^ 37* De EENiaEURTGE bruine Wantz. ’/ 4 de, Gezin.'^ Deze Wantz heeft de Sprieten, Kop, Pooten en het geheele Lyf met de Dok- fchilden bruin, de tippen of het Vlies- agtige gedeelte der Dekfchilden , en de Vleugels zyn donkerbruin. Wan- descriptson trois premières , S, pour lui plus grande partie , blanche , feulement la petite pointe à lextrémitéefl noire. Le defms du Corps, & les Pattes font rouges , mais la réu¬ nion des anneaux fur lAbdomen efl noire. Les Etuis font minces ^ 'jprefque mem¬ braneux ; les Ailes ont une couleur brun foncé ; la bordure rouge fur 1 abdomen a donné lieu à la dénomination de cet Infe&e Il vient de Ceilan & a été envoyé dans le Cabinet de Son Exelleuce éMonfieur le Baron Rengers. Fig. 3 6. La Punaise à Abdomen quarre* (de la 4nie Famillle) Tout l Infecte efl brun pâle ', excepté les yeux ^ (ÿ le bout des Antennes , lefquelles font a boutons , g? de couleur Brune ; 1 Ab¬ domen efl épais au milieu , mais , autour des bordures, trés -mince & plat, faifant le fusdit Abdomen la figure d'un quarré Une, en lofange , qui finit en forme de coin coupe (2f dentelé. Cette Punaife fe tient fur. les Plantes, fur-tout fur h lournefol, Fig-* 37* La Punaise brune. (de la 4infi Famille) Cette Punaife a les Antennes, la Tête, tout le Corps, gp les Etuis, bruns; le fom- met fl la partie membraneufe des Etuis ^ des Ailes efl brun foncé. Quand on exaimm ks Cuiffes avec une Loupe., VAN DE WANTZEN. neer men de Schenkels der Pooteti door een Vergrootglas befchouwt^ dan blykt het dat de binnenzyde derzelvcn met fcherpe doornen gewapent zyn. Zy is in de Nederlanden gelyk. jF 7 g. 38. De ZWARTE Vlieg-Wantz. Qyan V Gezin.^ De Sprieten bellaan uit vier dunne leeden en zyn gelyk het geheele In- fea bruinagtig zwart van kleur ; agter de Oogen , op den Kop , vindt men twee der meergemelde kleine blinken¬ de Oogjes, welke geelagtig van kleur zyn ; de Zuiger is kort en onder den Kop omgeboogen. Het Borstfhik is, gelyk in alle Wantzen, van het door niy opgegeeven Sesde Gezin fmal, bul¬ tig, en als in twee Hukken verdeelt. Agter het zelve een klein Lendenfchildt. De Dekfchilden zyn aan de buitenran¬ den Herk geadert, doch voor ’t groot- ite gedeelte gelyk aan de bovenvleu¬ gels van zommige Sluipwespen ; de ei- gentlyke vleugels hebben een witagti- ge kleur , welke den glans van het paarlemoer overtreft. De Pooten zyn ruig , en rondom met hairtjes bezet. Het Masker of Nimf, waaruit dit ïn- feól voortkomt, vindt men in de Hui¬ zen en Woonvertrekken dcrzelven , hebbende de gedaante van een Spinne- kop , en is gemeenlyk met allerlei kleine Deeltjes van Wol, Plair of Stof, welke in onzindelyke Kamers op den grond liggen blyft, bedekt; waardoor dit Masker eene affchuwelyke gedaan¬ te verkrygt, en tot loopen byna on¬ bekwaam word, dewyl de Stof, waar- DES PUNAISES. -3? U paroi t quelles font , en dedans^ armées d épines pointues. Elle efl commune dans les Pays-Bas. Fig. 38. La Punaise- Mouche noire. (de la Famille) Les Antennes conffient en quatre min- ces Articulations , qui font , ainfi que tout llnfe&Cy d'une couleur brunâtre noire; fur la Tête , après les yeux , on trouve deux de ces petits yeux liffes , dont on a déjà parlé-, qui font jaunâtres, La Trompe ejl courte & recourbée fous la tête. Le Corfe- let, ainfi que celui de toutes les Pimaifcs que fai donné de la Sixième Famille , petit, boffué ÿ comme divifé en deux pie^ ces ; après le Corjèkt efl un petit Eenfion, Les Etuis font très - veinés aux bords: extérieurs , mais pour la plus grande par¬ tie, ainfi que les allés fupérieures de quel¬ ques Guêpes-Ichnemnones ; les propres Ailes ont une couleur blanchâtre, dont f éclat fur- paffe celui de la Nacre de Perk. Les Pattes font raboteufes ^garnies tout autour de petits poils. La Chryfalide ou Nimphe,d oh provient cet Infecte , je trouve dans les maifons dans les chambres qu'on habite , ayant la figure d une Araignée ; elle efl or dittai re¬ ment couverte de toutes fortes de petites parties de laine , de poil, ou de matières qui reflent par terre dans des chambres malpropres; par-là cette Chryfalide ac¬ quiert une figure affreufe, âf efl prefqtie incapable de courrir , vu que la matière dont elle efl couverte, rend fa marche va¬ cillante Ê? fans règles. Elles fe nourrîffent de Mouches Araignées, de toutes for^ 28 BESCHRYVîNG DESCRIP THON * mede zy als bedekt is , haaren Gang waggelende en ongeregelt maakt. Zy aafen op Vliegen , Spinnekoppen en allerlei infeólen, welke onder hun be¬ reik komen , ja de Weegluis of Bed- wantz, fchynt byzonder van hun ge- wildt en opgezogt te worden, derhal- ven zou de vermenigvuldiging van dit zoort mooglyk nuttig en vrenfchelyk zyn , en men kon daar mede , gelyk de Heer Doctor Kühn (*) wil, ee- ne jagt op de Bedwantzen aanflellen, om daardoor dat ftinkende Ongedierte te doen verminderen: indien maar de ondervinding eerst geleerdt hadt , dat door het eenc kwaat te verdryven, ’er geen ander , en veelligt even groot, door wierdt veroorzaakt. By Fig. A. is het Masker afgebeeldt, zo als het . zelve zig vertoont, wanneer de gemel¬ de vezelagtige Bof daar af gefleeten is , ’t welke te weeg gebragt word, indien men zulk een Diertje in een Doosje befluit , dan raakt zy door de Wryving het meefle van die ruigte wel dra kwyt. De volmaakte Wantz (heeft eene Eigenfehap, welke ik nog aan geene andere van dit Geflacht der ïnfeéfen heb waargenomen, hier in be- ftaande , dat zy door middel van den Hals en Kop Berk tegen het BorstBuk te beweegen, en te wryven een fchel en doordringend Geluid kunnen ma¬ ken , ’t welk eenigzins zweemt naar dat der Boor-Torren. (^Ptiims Linn.') welke in de Houte Meubelen en ander Huisraadt van dien aardt voortteelen, ïes cV.lnfeStes quelles peuvent a.attelndre; ks Punaifes des Hts femblent êtren de leur goût 6? un objet particulier de leunrS recherches; la propagation de cette Efpecece feroit donc peut-être nécejfaire ^défirlrable^ ^ on pourroit en cela , ainfi que 'e Ie voudroit Monfieur le docteur Kühnn (*) , éta¬ blir une chajje de Punaifes ddes lîts^ g? par ce moyen diminuer cette venrmine puante , fi pourtant rexpérience avoit apjppris que , dé¬ tournant un mal , il nen rejefultât aucun autre , gp peut - être tout ( aujfi grand. La Fig. A repréfiinte la Chr’iryfalide telle quelle fie montre lorsque la fuàisdite matière velue ou cotonneufe en efl fépatarée^ laquelle s en détache fi on renferme ce y petit animal dans une ho'éte , pour lors en n la frottant la plus grande partie de cette vivilenie s'en va bientôt. La Punaife parfaite a une pro¬ priété que je nai pas obfervée i dans aucun autre Infeéîe de ce Genre , confv/iflant en ce¬ ci ; quelle peut faire un bruit ] perçant g? aigu , en remuant fortement g g? frottant la tête g? le col contre le Corfefelet-t lequel approche ajfez bien de celui de LLa Vrillette des Tables, gPtinus Linn.) qiqul multiplie dans les Meubles de bois ou amutres effets de cette nature. Cet Infeéte a a aujfi une odeur infupportable ^ gf pique j très-fenfi- blement quand on le touche faians précau¬ tions avec ks doigts. (*} Natürforsch&r. F7 Su pag, 8o. Houttuin. Nat. Hijî. 1 D. X St. pag. 2 S 7 ' 48. PL Si. [>. ï n. PLAN. 13 - vân de W ANTZEN. DES PUNAISES. 19 00k heeft dit Infed een onlydelyken ftank, en fleekt zeer gevoelig als men dezelve met de vingers te onvoorzigtig aantafl. LrNN. Syjl. Nat. pag. 724. n. 64. Cimex Perfonatus. De Geir Inf. Tom. JÏI. mem. 6. pag. 281. n. 25. PI 15* fig’ I- 2.3. Larva Fig. 7. PuTMife à Balaïures. Geoffroy Inf. Tom. L pag. 4^6. n. 4» PL y. Fig. 9. La Punaife Mouche, PLAAT VL 39. De Oranjekleurige Wantz. Çyan V 2^®. Gezin.') De Sprieten van deze Wantz beftaan uit vyf leeden , en zyn nevens den Zuiger 9 welke de lengte van de Borst beflaat, zwart van kleur. Van onder is het Lyf geel, wederzyds aan de ran¬ den met feven donkerblaauwe blinken¬ de ronde vlakken bezet, welke laatst¬ genoemde ook de Pooten hebben. Van boven is het Agterlyf onder de Vleu¬ gels by het Borstfluk donkergeel, maar ket overige gedeelte nanr agtercn is blinkend zwart met een blaauwagtige luister , aan de randen van ’t zelve zyn geele met zwartblaauw blinkende vlakken. De Vleugels zyn bruin. Zy worden op het Eiland Java^^ naby Ba¬ tavia gevonden. SüLZER Gefch. Inf, pag. 96. n. 10. Tah. 10. Fig. 'Fig. 40. De Zwart- Po o t. (van V 2^^ Gezin) Heeft vyfledige zwarte Spneten , de zwarte vlakken op de Dekfchilden, en de Tippen derzelven hebben een don¬ kergroenen koperagtigen glans, ’t welk PLANCHE VI. Fig. 39. La Punaise couleur d’Oran- GE. (de la 2^®. Familie.) Les Antennes de cette Punaife confi- fient en cinci Articulations , Êf font , ainfl que la Trompe., qui eji aujjt longue mie Ie Corfelet , de couleur noire. Le dejjous du Corps ejl jaune garni., à chaque côté des bor¬ dures, de fept taches rondes bleu foncé Uffes, qui font auffî fur les Pattes. La partie fupérieure de P Abdomen , fous les Ailes prés le Corfelet, efl jaune foncé, mais le refie fur le derrière efl noir liffe avec un luftre bleuâtre, ê? fur jés bordures font des taches bleu noirâtre UJj'es. Les Ailes font brunes. Elle a été trouvée dans l'IJle de jeiweiprhde Batavia. iQ. Cimex Jliirantius. Fig. 40. La Punaise à Pattes noires. (de la 2^^^. Famille.) Elle a les Antennes mires à cinq Artu culations ; les Taches noires fur les Ailes 6P leur fommet ont un luifant vert foncé cuivré, lequel a aujf lieu à l'égard de la DESCRI? T ION 30 BES CHRY VING ook plaats heeft ten opzigte der don¬ kere kleur van het Lendenfchiïdt. Het Lyf is wederzyds rood, van boven op het midden zwart, en van onder aan ieder zyde drie kleine zwarte vlakjes ; tusfehen het laatfle paar Pooten is een vooruitfteekent punt geplaatst, welker bcginfel van ’t agterfte gedeelte van ’t Lyf fchynt voorttekomen, en ’t wel¬ ke men zou mogen vooronderftellen, dat het Infecl moet dienen om zig in het vallen, te befchutten, want alle, of ten minflen de meeflen der Want- zen laaten zig, wanneer men ze maar aanraakt, van de Planten, of ‘ waarop men dezelven ook vind , wel dra af¬ vallen , zo dat men dilaverf, in de mening om ze te vangen zig bedrogen ziet. Dit gemelde vooruitfteekzel of punt, is ook eigen aan Fig, 39. Men vind deze Wantz op het Eiland by Batavia , en ook op de Noordoost¬ kust te Samarang, mleur hrme de l'Eeujfon. Le Corps des deux côtés ^ rouge ^ k dejfus au milieu efl noir , ê? Ie defjous a , de chaque coté^ trois petites taches noires. Entre la der¬ nière paire de Pattes ejl une pointe faillmi- te dont la hafe paroit fortir de la partie po~ ftérieure du Corps ^ de laquelle on pourroit fuppofer que cet Infecte doit Je fervir pour fe garantir de tomber , puifque toutes les Punaifes^ ou du moins la pki s grande par¬ tie^ fe laiffent tomber des plantes ou on les trouve lors quon les veut toucher., de for¬ te que tres -fouvent on efl trompé quand on croit les prendre. La fusdite pointe fail- lanîe fe voit au fl par la Fig. 39. On trouve cette Punaîfe dans TIfle de Java , pres Batavia S à la Cote Occidentale de Samarang. Soi^zEu Gefch. Jnf. pag. (j6. n. g. Tab. 10. Fig. g. Cimex Nigripes, NB. De Heer Sitizer geeft zeer verkeert htt Vaderlanà mn deze Wantz en van Fig. 39. v9or Âmerika aan. Fig. 41. De Janus. (^van V 2 K Gezin f) De fprieten, Kop, het Lyf en de Pooten zyn zwart , alleen de randen van ’t agterlyf hebben eene roode kleur gelyk het Borstfluk , de Tip van ’t Lendcnfchild, en het Lederagtige ge¬ deelte der Dekfchilden , de Vleugels zyn rood , met een zwarten rand. Zy woonen op de kust Coromandel. Fig. 41. La Punaise Janus. (de la Familie.) Les Antennes , la Tête , le Corps Sf les Pattes font noires, feulement les bords de T Abdomen ont une couleur rouge , ainfi que le Corfelet , le Sommet de VEcuffon , fa prartie membraneufe des Etuis ; les Ailes font rouge avec des bordures. Elles habi¬ tent fur la Côte de Coromandel. Farricius Entom. pag. 714, n. 85. Cimex pfanus. Goezs. Enîomol. Beytr., Tom, //* pag. 247- n. 20. N. Fahr. VAN DE WANTZEN. Fi^. 42* De Okerkleurige-Wantz. (yan V 2^^^. GezinO Heeft bruine Sprieten , een gcelen Zuiger, en het geheele Lyf is aan bei¬ de zyden met de Footen bleekrood van kleur. Zy is uit Oojï-Indien en word ook op de kust van Guiné gevonden; berust in het Kabinet van den Hoog Welgeb. Heer Baron Rengers. 43 * De Agaat-Rug. (yan Y 2^®. Gezin.') Heeft het Lyf zwart, aan de randen van ’t agterlyf wederzyds vyf bloed- roode vlakken ; de Pooten zyn zwart- agtig bruin van kleur. De fraaije te¬ kening waar mede het Borstlluk, het Lendenfchild en het Lederagtige ge¬ deelte der Dekfchilden gefiert gelykt êeniger maate naar de Dendriten of Boofnfteenen. De Vleugels zyn zwart. Haar Vaderland is de kust van Guine’ , en bevind zig in ’t laatstgenoemde ka¬ binet. Fig . 44 . Het Rootgatje. (yan 't 2^^®. Gezin.) Deze Wantzen verfchillen in kleu¬ ren , zommigen hebben eene bleek vuilgroene kleur, anderen gelyk de hier afgebeelde zyn ligtbruin. De Sprieten en Gogen hebben ze alle don¬ kerbruin, het Borstftuk is als bezaait met bruine nippels, welke door een yergrootent Glas befchouwt, zig in- ^aards en als kleine puntjes vertoonen. De Pooten hebben, eene bruin roode DES PUNAISES. Fig. 42. La Punaise couleur d’O- cre. (de la 2^®. Familie.) Elk a les Antennes brunes., une Trompe jaune ^ & tout le Corps ejl, des deux cotés ^ ainfi que les Pattes ^ d'un rouge pâle. ElU vient des Indes - Orientales, fe trouvant auffi fur la Côte de Guinée, & fe voit au Cabinet de Son Excellence Monfmr le Baron Rengers. Fig. 43. La Punaise à Dos Agathe. (de la 2'^®. Famille.) Elle a le Corps noir , cinq taches rouge de fang aux bords de l'Abdomen à chaque côté. Les Pattes font d'un brun noirâtre ; le beau deffein dont le Corfelet , l'Abdomen., & la partie memhraneufe des Etuis., font ornés^ approche en quelque maniéré de celui des Dentrites, Les Ailes font noires. Elle tire fin origine de la Côte de Guinee, 6 ? fi trouve dans le Cabinet mentionné ci- de fus. Fig. 44. La punaise Ensanglantée. (de la 3’"®. Famille.) Ces Punaifes varient en couleur., quel¬ ques unes font vert pâle terni, d'autres, comme celle qui eft ici repréfentée , d'un brun clair; les Antennes â? les Teuxfont brun foncé; le Corfelet eft parfemé de pe¬ tits pointillages bruns, qui, vus avec une Loupe , paroiffent comme des petites con¬ cavités ; les Pattes ont une couleur bru¬ ne , ^ le deffous du Corps eft jaune, mais les petits pointillages , â? le dernier a: 2 32 BESCHRYVING DESCRIPTION kleur, en het Lyf op de onderzyde is Æneau âe rAbdomen font rouge de fang^ geel, maar de Rugflippen en de laat- fai repréfenté cette Punaife , par la Fig? Ite Ring van ’t agterlyf is bloed rood. A , avec les Etuis & les Aües étendus^ Ey Fig A. heb ik deze Wantz met uit- pour faire voir le deffein rouge S noir. gebreide Dekfchilden en Vleugels doen Elk fe tient fur les feuilles les fruits du afbeelden om de roode en zwarte te- Sorbier^ kening van ’t agterlyf te doen zien. Zy onthoud zig op de bladen en de vrugt van den Mispelboom. Linn. Syfî. Nat. pag. 720. n. 35. Cîmex Hœmorhoîdaîis. Dë Ceer Inf. Tom, lll mem. 6. tag. 2^1 n. 3. Fl, 14. Ftg. 7, La Punaîfe enfanglantée Sülzer Ken%. pag. 28. Tab. IL Fig. 72. Dig» 45 * B)e Bosch -Wantz. Fig 45. La Punaise des Bois; Cran ’/ 3^^ Gezin.') (de la 3me. Famille.) Indien de Pooten van deze Wantz Si les Pattes de cette Punaife avoîenf een roode kleur hadden in plaats dat une couleur rouge , au lieu d'être brun fon* dezelven donker bruin of byna zwart eé êf prefque noir , je la tiendrois pour zyn, dan zoude ik ze voor die Wantz celle que Monfieur Linnæus a nommée la houden welke de Heer Linnæus de Rouge patte (Rufîpes.) ; elle lui rejfem- benaaming van Rood-Poot ÇRufipes.) hle en effet beaucoup. Les Antennes g? heeft bygelegt, zy gelykt in de daad les Teu% font bruns ^ le deffous du Corps zeer veel naar dezelve. De Sprieten ejî rouge brunâtre., mais le deffus ejî brun en Oogen zyn bruin, van onder is het foncé, quoique les bordures font tachées de Lyf bruinagtig rood van kleur , maar jaune & de noir. On la trouve dans les aan de boven zyde is het zelve don- Pays - bas en quantité , fur toutes fortes ker bruin, doch aan de randen geel en à' Arbriffeaux, oü elk Je nourrit de Che^ zwart gevlakt. Men vind ze in de nilles, de Vers, de Mouches & autres In- Nederlanden in menigte op allerlei feêïes. Boomgewasfchen , alwaar zy zig voed met Rupfen , Maden der Vliegen en andere Infeden. Fig. 46. De Aalbessen Wantz. Fig. 46. La Punaise des Groseillers.. Cyan V 3^^^. Gezin.) (de la 3^6, Familie.) De Sprieten van deze Wantz be- Les Antennes de cette Punaife confjlent Haan uit vyf leden, en ieder Lidt der- en cinq Articulations , g? chacune eft à zelven is half wit en bruin gelyk de moitié blanc êf brun, comme les bords de randen van ’t agterlyf, het BorstRuk T Abdomen ; le Corfekt S les Etuis font DES PUNAISES. 33 VAN DE WANTZEN. en de Dekfchilden zvn bezet meteen garnis en dedans dune quantité de pomtilhg^^ menigte bruine inwaardze flippels; in bruns ; dans quelques unes de ces Pimaifts la zommigen van deze Wantzen is de tip' pointe de rAbdomen efl jaune , mais dans van het Lendenfchild geel , doch in d'autres^ comme celle qui ejl ici repréfen- andere gelyk de hier afgebeelde is die tée., on ne trouve point cette couleur. Le kleur niet te vinden; de onder zyde dejfous du Corps., 6? les Pattes font jaune van ’t Lyf is met de Pooten bleekgeel pâle avec des pointallages noirs. Fréquem- met zwart geftippelt.. Dit Jnfeél vind ment cet Infetle fe trouve fur les des bran- men veeltyds op de Aalbeflen en Bram- ches des Grofeilles & des Framboifes, d oit bozen ftruiken, aan welke laatfte men l'on prétend que ces dernieres contra&ent la wil dat zy dien onaangenaamen Reuk défagréable odeur qu on apperçoit fouvent dans zou veroorzaaken die.zomtyds by deze ce fruit: toujours ejl-il certain que cette vrucht plaats heeft : ondertusfchen is Punaife pue beaucoup , qu'elle fe mur- het zeker dat deze Wantz zeer Hinkt, rit d auprès InfeSfes., parmi lef quels , com- en zig met andere Infeólen voedt, on- me I afiire Monfeur Geoffroy, elle né- der welke zy, gelyk de Heer Geof- pargnepas mêmè les FROY verzekertde Torren zelve niet verfchoont, Linn. 5 #. Nat. pag. 721. n. 45. Cimex Baccarum. Geoffsoy In/. Tom. I pag 06 . n. 64.. La Pu- mife 'brune à antenner âf Mi Panachés. De GeeR Inf. Tom. lil. mem. 6. pag: 137. n. 4. Punaije du Bouillon-blanc. Fig. 47. De Spit s-K o P.- Fig.- 47 * Ea Punaise, à tcte pointue. (yan 't 3 Gezin.y (de la Famille.) De Sprieten en Oogen van deze Les Antennes les 7 'eux de cette Pu- Wantz zyn bruin, de Kop is lang en naife font bruns., la T'été efl longue g? voor uit Heekende; de Zuiger bellaat protubérante; la Trompe comprend pref- by na twee derde gedeeltens der lengte que les deux tiers de la longueur de tout le van ’t geheele Lyf. Van onder is dit Corps ; le dejfous de cet InfeSîe ejl à'un InfeéL ligtbruin zonder eenige tekening, brun clair uni fans aucun deffein. Il vit Zy woonen op de kust Coromandel, Jur la Cote de Coromandel. PLAAT VH. PLANCHE VIL Fig. 48. De Roode Schildt- Wantz. Fig. 48. La Punaise à Ecusson rouge. (van 't iK Gezin.') (de la v^. Famille.) Het BorstHuk van deze Wantz is Le Corfeîet de cette Punaife ejî bleu blinitend blaauw, gelyk mede de bui- Ufe -, ainfi que les bords extérieurs des Tl 3 34 BESCHR YVING tcnranden der Dekfchilden, de Oogm zyn bruin rood en de Sprieten donker- blaauw. Het Lendenfchild ’c welk in deze zoon niet het geheeie Lyf be¬ dekt, is glad en teegelrood; van onder is het Borstfluk met de Booten zwart, maar het agterlyf rood ; doch aan ’t einde of den laatften ring is het zelve donkerblaauw en glanzig. Men vind ze omtrent Batavia op het Eyland ^^j;^. Fig, 49. De Gebandeerde Schild- WANTZ. (van ’/ Gezin.') De Kop, het Borstftuk en het groo- te Lendenfchild , t welk het geheeie Lyf van boven bedekt, is paarschkleu- rig , met drie breede violet blaauwe golvswyze dwarsbanden, De onderzy- de van ’t Lyf is donker oranje kleurig, zynde de Borst bezet met glanzige blaauwe vlakken, en l^^t agterlyf aan ieder Ring met dergelyke flreepen, welke een groenen weerfchyn hebben. De Sprieten en Booten zyn donker- blaaiiw en blinkende. Ik heb deze W^antz uit Bcngalsn ontfangen, en zy worden ook op het Melukkifche Eiland Amhoina gevonden. DESCRIPTIO n Etuis; les Teux font rouge hrun., ^ y Antennes bleu foncé; lEcujfon, qm dam cette forte ne couvre pas tout le Corps , e/î poli & rmge de tuile; le dejfus du Corfe^ îet Êf les Pattes font noir , mais FAbde^ men eft rouge , cependant le bout du der^ mer anneau eji bleu foncé & luifant. On la trouve aux environs de Batavia dam l' J fie de Java. Fig, 49 » La Bunatse à Ecuson à BANDES, (de la Famille.) La Tete , le Corfelet , k grand LcuJJon , qui couvre tout le dejfus du Corps , font pourpre., avec trois larges kandes endoyées tranfverfales violet^bleu. Le deffous du Corps ejl -orange foncé ., k Corfelet garni de taches luifmtes bleu^ & l'Abdomen, à chaque anneau-, a de femUa^ bles rayes , qui ont un reflet vert. Les Amennes & les Pattes font bleu foncé & hjjes. J ai reçu cette Punaife de Benga- & on la trouve aujflà Amboine dans les Mes Moluques. blaat VII. î'ig. IV. De groote Water -Fcorpioen. De heerfehende Unir mn dit Infed; is Imhriiin.. op het Borsâuk, de Dekfchilden en Booten, een dergelyke kak mn laatstgenoemde kleur is op het Lendenfchild geplaatst •æelke met em Irgter kleurig fireepje mn een gefchei- als tn twee verdeelt is. De groote uitpuilen- de voorjle Pooten zyn ei- gentlyke Fangpooten, aan H einde mn eenenjeher- planche fil Fig. IF. Le grand Scorpion-j^quati^üe. La couleur dominante de cet Infed^e eft brun ciair, avec un peu de bleu foncé fur le Corfelet Its Etuhs & les Pattes; une pareille tache de cet- couleur régné fur l’Abdomen , lequel eft comme divife en deux par une petite raye de cou¬ leur claire qui le fepare. Lés grands Yeux faiîi^ns jom \en paie; les Pattes antérieures, proprement des ferres, font armées d’un ongle aigu; les deux VAK DE WANTZEN. Fig. 50. De Ge-Oogde Sciiildwantz. (^van V vK Gezin.^ Deze Wantz is zeer fraai getekend, de donkere Oranje kleurige vlakken^ waar mede de Kop y het Borstfluk en het groote Dekfchild gefiert is , zyn ieder in een geelen ring geplaatst, van onder is het Lyf geel met zwarce vlak¬ jes en flippels, de Pooten zyn bruin. Op het eerfte gezigt gelykt deze Wantz naar een zogenaamt Lievenheers-haantje QCoccmellaj maar de Zuiger, waar me¬ de dit Infeél voorzien is , toont ge¬ noegzaam dat het onder dit Geflacht, en wegens het uit een ftuk beftaande Lendenfchild, ’t welk het geheele Lyf bedekt , onder het eerfte Gezin, der Wantzen behoort. Van de Sprieten kan ik niets bepaalen^ dewyl dezelve aan myn voorwerp ontbreken. Ik heb het uit Surinameïï ontfangen. DES P ÜNAISES. 35 Fig. 50 . La Punaisse à l’Ecusson avec DES Yeux, (de la Familie.) Cette Punaife efl trh- joliment dejjjinée^ les taches de couleur d Orange foncé , qui arnent la 'Lête^ le Corfelet ^ & le grand Ectijfon-, font placées chacune dans un cer¬ cle jaune ; le deffoiis du Corps ejî jaune avec des taches & des pointillages noirs; les Pattes font brunes. Au premier coup' d'œil cette Punaife rejfemble au Coccinella, fnais la Trompe^ dont cet Infe&e eJî pour- ru-, montre fuffifamment qn il appartient à ce Genre -, par rapport à PEcuffon , Qcon- fiflant en une pièce qui courre tout le Corpsj à la troifieme Famille des Ptmaifes. Ojmnt aux Antennes je nen puis rien déterminer , puifque Pobjet que je décris en ejl dejlitué^ Je l'ai reçu de Surinam. pen Nagel ge^acapent ^ het twee paar overige Pcoten is aan de buiten en tinne randen der Beenen en Noe- ten wederzyds viet Jlyve hairen bezet, aan "t einde dezer voeten ziet men twee fcherpe Nagels. Aan ’t einde van Âgterlyf heeft dit Infetl esne Buis waar mede het mooglyk gelyk de Gryze Water- Scorpioen (*) d? Lucht inhaalt. Het Nliesagtige gedeelte der Dekfckilden zyn aschkkurig, en de P teu¬ gels wit en doorfchynendt. De hier afgeheelde is my van de kust Coromandel toegezonden, men vindt ze ook in America en wel te Surinamen. (*) Zie Plaat 1 . Fig. II. Linn. Syfi. Nat, pag, 713. n. t, Nepa Grandis, 26. De Gm-.r ï>f. Tom. UI, mém. NUL pag. 379. 309. n. 1 . PI. 81. Fig. 6. Fig. V. De ZvVAUTE Tr ANqUEBARSCIIE W A T E R S C o R P I o E N. Dit Infetl heeft veele overeenkomst met den asch- graauwm Europifchsn hFatcrJcorpioen; maar wan- autres paires de Patres font garnies aux bords ex¬ térieurs des Jambes cX des TarDs, des deux eôtés, de poils rofdes, & on voit au bout de ces Tarléa deux ongles aigus. A l’extrémité de l’Abdomen cet Infeéle a un Tuyau par le n.oycn duquel, vr.;i- fembiablement, il afpiie l’air comme \c Scorpion- aquatique gris (*). La partie membraneufe des Ltuis c(l gris cendré, les Ailes font bFanches éc tranfparenres. Celui qui eft ici répréienté m’a été envoyé de la Côte de Coromandel , mais il fe trouve aüfli en Amérique & abondamment à Su¬ rinam. Merïan Sur. Inf. Tah, y6. Rô.«f,l Inf. UT. Tab. n, 4. Houttuin Nat, Hijl. L D. Xàe fiuk. pag. Fig . V . Le s c o r p I o n - a qu a t I q.u e noir DE TRANqUEBAR. Cet Tnfeéle a beaucoup de refTemblance au Scor¬ pion-Aquatique gris cendré d’Europe; mais quand S6 BES CHR YVINC DESCRIP Tl O N PLAAT VIIL Fig , $[. De zwarte DiK-POOT.j (ran V 4de -Ge^n.^ Deze Wantz is geheel zwart, be- halven de tippen of het Vliesagtige gedeelte der Dekfchilden, welken een koperagtigen glans hebben , de Vleu¬ gels zyn donkerbruin ; de Dyen der ag- tcrlle Pooten zyn zeer dik en binnen¬ waarts ieder met twee Doornen bezet. De rand van ’t agterlyf is merkelyk ge¬ tand of 'uitgefneden , waar van de PLANCHE VUL Fig. 51. La Punaise à grosses pat- TES, (de ia 4'ne Familie.) Cette Punaife ej} entièrement mire ^ ex¬ cepté les Pointes^ ou la partie menhraneu- fe des Etuis ^ qui a un luifant cuivré; les Allés font hrun foncée les Cuijfes des Pattes po/lérieure-s font tres -greffes en chacune efi garnie intérieurement de deux Epines. Les bords de F Abdomen font confidérahlement dentelés ou découpés , ce qui fait que les mns aigus finirent xomme une Epine poin¬ tue mer vien dezelve naauvükeurig met elkander verge¬ lekt , dan hl}kt 't dat liet twee van elkander verfchil- lende înjeàen zyn; De Kop en het Borstfiuk van dezen is bultige het Lyf de Pooten en de Dekfchil¬ den zyn graauwagtig zwart , de Fleugels bruin , en hoven op het agterlyf ontbreekt die menieroode kleur ^ welke aan den voorgemelden eigen is. (*) De lucht- Buis die aan liet einde van -t agterlyf te zien is , heeft de leigte van ’t geheele Infed , en ligt tusfehen eme, uit twee fiukken heflaande fcheede^ men vind deze Water Injeàen op de kust Coromandel te Xran- quebar. (♦) Zie Plaat I. Fig, II. Fig* VL De Coromandexsche platte Water* Sco r,p 10e n. on les compare exaélement I’un avec Eautre, Ïl paroit qu’ils font deux Infete différens; la Têce sk Ie Corfelet de celui • ci font boflucs; Ie Corps., les Pattes & les Etuis noirs grifâtres, les Aîles brunes , & n’ont point par deflus cette couleur rouge de plomb qui eft particuliere aux précédens (*). Le Tuyau d’air qu’on voit au bouc de l’Ab¬ domen, a la longueur de tout î’Infefte, & s’en- gaine légèrement en une piece quoique compofé de deux. On trouve cet Infeae-aquatique à Tran-^ quebar fur la Côte de CmmanieU Tîg.VL L-e Scorpion-Aq^üattq^üe plat., DS LA CÔTE DE CoROMANDEL. De Oogen zyn zwart, het Lyf, de Pooten met de Dekfchildtn bruinagtig geel van kleur; de Vleu¬ gels hebben zy wit en doorfehynent. By Fig A word dit zelvde Jn/ecl vertoont 't welk de Dekfchilden vol met Eyeren van eene Water-Myt bezet'heeft, welk verfehynzel men ook wel onder de Europifche InfeFten van dit gefacht heeft , deze Eyeren zyn na\st elkan¬ der geplaatst en als met een Lym aan een gehegt , zo dat in dien men dezelve van de Dekfchilden wil nemen de geheele klomp te gelyk los gaat, en te zaamgehegt blyft. Zy zyn op de kust Coromandel zeer gemeen. SCLZ ER Gefch. Inf. pag. 92. Tuh. 10. Fig. 2. Nepa Les Veux font noirs, le Corps, les Pattes, & les Etuis, jaune brunâtre; ils ont les Ailes blan¬ ches & tranfparentes. 'La Fig. A repréfentece mê¬ me Infeéle avec les Etuis garnis d'Oeufs d’une Mite - Aquatique ; phénomène qui fe voit fou- vent aufii parmi les Infeétes Européens de ce genre. Ces Oeufs font placés les uns près des au¬ tres & comme attachés enfémble avec de la colle, de maniéré que dans ceux-ci les Etuis font con» fondus également dans la mafle totale & refterrt unis enfemble. Ils font fort communs fur la Cô¬ te de Coromandel. Piano. VAN DK WANTZEN. fclierpe hoeken als in een fpitzen Doorn eindigen. Ik heb nog cene an¬ dere Wantz welke naar deeze veel ge- lykt , maar die heeft het derde lidt aan de Sprieten breed en plat, en ver- fchildt boven dien wegens het maakzel der agtcrfle Pooten. De hier afgcbeel- de is een Wyfje, de Mannetjes hebben alle de Pooten byna van gelyke dikte. Zy worden in Surinamen gevonden. Fïg, 52. De PIottentot. ( Çyan 7 Gezin.') Deze Wantz heeft den Kop, de ge- heele bovenzyde van ’t Lyf en de Poo¬ ten, donkerbruin of byna zwart van kleur ; het Borstfluk fchynt als inge¬ drukt, de punten van de Schouders Haan opwaarts , en zyn zeer fcherp ; de Dyen der agterfte Pooten hebben aan de binnenzyde der Kniën weder- zyds twee korte doch fcherpe Doornen. Van onder is de kleur van ’t Lyf bruin , aan de zyden een vuil geele Itreep. 53* Hottentot QMan.) (van V 4^®. Gezin.) Verfchilt alleen maar wegens de grootte , en dat de Dyen der agter Pooten, minder dik en niet gedoornt zyn. ^ Zy worden aan de Kaap de Goe* de Hoop gevonden. DES PUNAISES. 37 tue. J^ai encore une autre Punaife qui reJfemUe beaucoup à celle-ci , mais la îroifieme articulation des Antennes ejî large Ê? platte., différant en outre par rapport à la configuration des Pattes pojlérhures. Celle qu'on repréfente ici efl une fémelle , les mâles ont les Pattes à peu près de la même groffeur. Cn les trouve à Surinam. Fig. 52. La Punaise Hottentot (Fe¬ melle). (de la 4™®. Famille.) Cette Punaife à la Tête , tout le deffus du Corps^ Ê? les Pattes., brun foncé ou prefque noir ; le Corfelet paroit comme con¬ cave , & les pointes des Epaules s'élèvent & fort aiguës. Les Cuiffes des Pat¬ tes poflérieures ont en dedans des genoux., à chaque coté, deux épines courtes mais ai¬ guës. Au deffous du Corps régné une cou¬ leur brune , cP utix cotés une raye d'un jaune terni. Fig. 53. La Punaise Hottentot. (JSIâle). (de la 4'^®. P’amille.) Elle différé feulement par rapport à la groffeur , Êf on ce que les Cuiffes des Pattes poflérieures font moins greffes & fans épines. On les trouve au Cap de Bonne Efpérance. F 2S BESCHR Y VING Fig. 54. De Bladt-poot* (yan V 4^^“. Gezin.) Heeft het geheele Lyf, de Sprieten en Pooten bruin, over de Dekfchilden loopt een fmalJe golvswyze geele dvvarsflreep , de Vleugels zyn wit en glasagcig doorfchynendt. De agterfte Pooten hebben eene zonderlinge ge¬ daante, zynde de Schenkels derzelven ongemeen lang met Doornagtige tand¬ jes bezet, de Beenen gelyken naar een Liirgefneden blad , waar door het Scheenbeen als eene middel - Ader doorloopt, en in eenen zeer tederen en dunnen Voet eindigt. Haar Vaderland is Snrinamen. Fig. 55. De Goudglanzige Wantz. (van V 4^®. Gezin.) De Sprieten zyn zwart, doch aan den vierden ring geelagtig, de Kop is bruin en de Oogen geel; het Borstlluk en het lederagtige gedeelte der Dek¬ fchilden is donker groen , maar de Aderen van deze Dekfchilden zyn goudglanzig,. met dergclyke Hippels is ook het BorstHuk gefiert. Het Lyf en de Pooten zyn geel, maar de twee agter Pooten hebben aan de Schenkels twee zwarte banden ; aan de Borst zyn wederzyds drie helder groene goud¬ glanzige langwerpige'vlakken geplaatst. De bovenzyde van ’t agterlyf is don¬ kergeel met zwart gevlakt , en in ’t midden van ’t zelve een langwerpige en twee ronde vlakjes. By Fig. A. vertoont hat Mannetje van deze Wantz , hebbende de Schenkels der DESCRIP TION Fig. 54. La Punaise à pattes feuii,*^ lete'es. (de la 4“^^. Familie.) Elk a teut ïe Corps., les Antennes, ^ les Pattes hrun; il regne fur les Etuis une petite raye jaune ondoyante; les Ailes font blanches êP tranfparemes comme du yerre^ Les Pattes pflérieures ont une finguliere figure, leurs cuiffes étant extraordinaire¬ ment longues, & garnies intérieurement de petites dents épineufes; les Jambes reffem- blenî à une feuille découpée, âoîi P Os de¬ là Jambe fort comme une feuille mitoyen¬ ne, Ê? fe termine en un Tarfe trés -tendre Ê? mince. Son Pays originaire eft Suri¬ nam. Fig. 55. La Punaise à luisant (de la 4®L Famille.) Les Antennes font noires , excepté U quatrième anneau qui ejl jaune; elle a Ici Tête brune S les Feux noirs; le Corfekty ÊP la partie membraneufe des Etuis font vert foncé, mais les veines de ces Etuis font or luîfant, de laquelle couleur le Corfelet eft au[Ji marqueté. Le Corps, g" ks^ Pattes font jaune , mais les deux Pattes pofiérieures ont deux bandes noires aux Cuiffes. Le Corfelet a de chaque côté, trois taches longitudinales vert clair avec im reflet d or. Le dejjus de P Abdomen eft jaune foncé, tacheté de noir, & à fon milieu font pla¬ cées deux petites taches rondes g unePongi- tudinale. La Fig. A repréfente Ij Mâle de cette Punaife, dont les Cuifes des Pat¬ tes pofiérieures font beaucoup plus minces g abfoJument fans aucun piquant épineux. Sa réfidence efl à Surinam. van de WANTZEN. agter Pooten veel dunner en geheel zonder doornagtige ftekels. Zy woo- nen in Surinamen. Ffg- $6» De Goyaven-Wantz. (van 't 4"^®. Gezin,') Heeft de Sprieten, Kop en Pooten zwart, het Lyf rood, en zwart ge¬ ringe, de Vleugels zyn donkerbruin. Men heeft my verzekert dat deze Wantz zig in Surinamen op den Goya- ven-Boom (Pfidi) onthoud. Pig* 57 ’ SURINAAMSCHE BiLZEM- KRUIDT -Wantz. (vm V 4"^®. Gezin.) De Sprieten, Gogen en Pooten zyn zwart, het Lyf is roozen roodc, de ringen aan ’t zelve als mede de Lucht- ftippen zyn vaalzwart, wegens de groote overeenkomst welke deze Wantz met de Europifche Bilzemkruidt-Wantz {^Cinnx Plyofcyami) heeft, heb ik de¬ zelve ook dezen Bynaam gegeven, al- hoewel ze in Surinamen is gevonden. PLAAT IX. Ffg. 57. De Groene Weerschyn. (van V Gezin.) Deze Schild-Wantz heeft de Sprie¬ ten en de Gogen zwart, de Kop, Borstiluk, nevens het groote Lenden- fchild, bruinagtig paarsch met een groenen wecrÏchyn ; dezelvde kleur heeft ook de onderzyde van ’t Lyf, en de Pooten. Ik heb ze van Bengalen DES PUNAISES. 39 Fig. $ 6 . La Punaise des Goyavm (de la Familie.) Elk a les Antennala Titelt fi? les Pattes noires , le Corps rouge , avec des Anneaux noirs., SP ks Ailes brun foncé. On in a ajfuré que cette Punaife fe tiens à Surinam,fur rArbre (Piidi). du Goave. Fig. 57. La Punaise de la Jus- quiame, de Surinam. (de la 4™^. Famille.) Les Antennes, les Teux, & les Pat* tes , font noirs ; le Corps efl couleur de rofe; fes Anneaux , ainfi que les Jligma- tes , font fauve noirâtre; relativement à fa grande reJfemUance avec la Punaife Eu* ropéenne de la yufquiame nii), lui ai* je aujfi donné ce furnom , elle fe trouve à Surinam. PLANCHE IX: Fig. 57. La Punaise à reflet VERT, (de la I Famille.) Cette Punaife à Ecujfon a les Antennes les Peux noirs, la Tête, le Corfelet g? le grand Ecujfon pourpre brunâtre avec un reflet vert; cette couleur regne aufli au dejfous du Corps g? aux Pattes. feVai reçue de Bengale, quoiquelk ait été trou* vée fur la Cête de Coromandel. F 2 DESCRIPTION 40 B E S C H R Y V I N G ontfangen , doch worden ook op de kust van Coromandel gevonden. Fabriciüs Syfl. Ent. pag. ógg. Cimex 15. Irroratus ? Fig. 58. De geele Schild-Wantz. Qvan V Gezin.') Heeft zwarte Sprieten, en Oogen, het Borstfliik en Lendcnfchild donker geel ; van onder is het Lyf bloedrood, en de Pooten zyn zwart. Men vind ze op het Eyland y ara. Fig. 59. De Lelydraagster. (van ’t 1^®. Gezin.) Deze Schild-Wantz is geheel bruin, de Pooten zyn zwart ; op het Lenden- fchild zyn twee zwarte flippen, en naar agteren een donker geele vlak of tekening welke de gedaante eener Lely heeft, de kleur der Sprieten kan ik niet bepaalen, alzo dezelven aan het voorwerp waar naar deze afbeelding gemaakt is ontbreken. Zy is my on¬ der meer andere ïnfeélen van de Kaap. de Goede Hoop toegezonden. Fig. do. De Kaneelkleurige S C H I L D - W A N T Z. (van ’/ Gezin.) Heeft de Oogen en Sprieten zwart, voor ’t overige is het geheele Lyf ka- neelkleurig-bruin, de randen der dek- vleugels zyn bruin, en de rest nevens de ondervleugels is zwart. ' Zy is van de Kaap de Goede Hoop. Fig. 58. La Punaise jaune à Ecusson. (de la 41^6. Famille} Les Antennes c? les Teux font noirs k Corfelet êP rEctiffon.^ jaune foncé., le des- fous du Corps ejl rouge de fang , gp ks Pattes font noires. Elle Je trouve dans rifle de Java. Fig. 59. La Punaise porte-Lis. (de la V^. Famille) Cette Punaîfe à Ecujfon ejl entièrement hrune.) fes Pattes font noires; l'Ecujfon a deux marques noires.^ gp fur fa partie pojîérieure une tache jaune foncé ou un defein qui a la figure d'un Lis. Pour la couleur des Antennes.) je ne puis la jîxer^ car celle dont cette repréfentation eji faite en étoit deftituée. Elle m'a été envoyée- parmi d'autres Infe&es du Cap de Bon¬ ne Efpérance. Fig. do. La Punaise à Ecussorr couleur de Canelle. (de la i-re. Famille.) Elle a les Teux g? les Antennes noirs ; pour tout le refie du Corps ^ U efi' d'une couleur Canelle hrune , les bords des Etuis font bruns) gp tout le refie efi noir; ainfi que les Ailes inférieures. Elle vient diM Cap de Bonne Efpérance. VAN DE WANTEEN. Fig, 6i. De Samojeedt. (ya^ ’t Gezin.') Is vaal-zwart en glanzig, maar we¬ gens de Jange fyne haircjes waar mede deze Schild - Wantz bedeiit is, gelykt dezelve als geheel grys van kleur te zyn, de Sprieten zyn zwart en beftaan uit vier leden , dc Zuiger beflaat de lengte van ’t Borstlluk. Dc Ho9gge~ leerde Heer Profejfor PallAvS heeft dit Infeél, nevens eenige andere zeldzaa- me, op deszelfs Reize door het Rnsfifche Ryk, nieuwe ontdekte Infeélen, aanray ten gefchenk gezonden, waar voor ik hier aan Zyn Wel Edele myne dankbaar¬ heid betuige. Tig, 62, De Sürinaamsche Vang- Wantz. (ran V Gezin.) De Schenkels der voorpooten zyn dikker dan die der midden en agter Poolen, maar de beenen aan de ecrst- geraelden zyn geboogen, en de Voe¬ ten aan dezelven be/faan uit een langen en fcherpen Nagel , waar mede deze Wantz, waarfchynlyk andere Infeclen kan vangen en tot haar voedzel gebrui¬ ken, even gel^ de kleiner Europifche Vang-Wantz QCimex Erofus fp, 19.) welke op deze wyze ter jacht gaat. De kleur van ’t Lyf, en de Pooten is Stroogeel, de Dekvleugels en onder Vleugels zyn donkerbruin. DES PUNAISES. 41 Fig. 61. La Punaise Samojeede. (^de la Familie.) Elle ejl d'un fauve-noir tranfparent mais., par r appert aux fins petits poils longs dont cette Pimaife à Ecujfon efi corner te., elle femhle être d'une couleur entièrement grife. Les Antennes font noires con- fifent en cinq Articulations ; la Trompe efî de la longueur du Corfelet, Le favant Mon fleur le Profefîeur Pallas m'a fait p’éfent de cet Infecîe , en in envoyant d'au-. tres raretés nouvellement découvertes dans fon voyage de P Empire de Ruffie , je profite de cette occafîon pour lui en faire ici mes remerciemens* Fig. 62, La Punaise Griffon , de Surinam, (de la Famille) Les Cuifies des Pattes antérieures font plus épûijfés que celles du milieu <2? que les pofiériem^es , îuais les jambes des premières font courbées,^ & leur larfé confifie emm ongle long noir gf aigu, au moyen duquel cette Pumife peut attraper vraifemUable • ment d'autres hifeétes, 6? dont elle fait fa nourriture, précifément comme les peti¬ tes Punaifes dEurope, (Cimex Erofus Linn. fp. 19.) qui va à la chaffe de la même maniéré. La couleur du Corps & âes^ Pfites^ efi paille ; les Etuis (ÿ ks Ailes inférieures font brun foncé. 42 BESCHRYVING Fig. 63. D E N A î J A D E. (ym 7de, Gezin.^ Deze Wantz vind men op üil flaan- de \vateren , alwaar zy op de opper¬ vlakte van ’c zelve als fchynen te loo- pen en zig generen met Vliegen Mug¬ gen en andere Infeclen, welke zy door middel van hunne voorlle Pooten we¬ ten te vangen. De Sprieten zyn zwart en by na half zo lang als ’t Lyf; de Gogen groot en uitpuilende, het Borst- iluk en het Lyf fmal, en met de Dek- fchilden zwart. Van onder is het Lyf wit en eenigzins glanzig ; de Pooten zyn lang behalven de twee voorilen , welke egter in deze hier afgebeelde, een weinig langer zyn dan in twee an¬ dere my beltende, en veel naar dezel¬ ve gelykende zoorten. Wanneer deze Wantzen zig op het Land bevinden dan fchynen zy eer te fpringen dan te loopen , daar ze in tegendeel op het water zeer vlug en ongemakkelyk te vangen zyn. D ES CRIP TION Fig 63. La Punaise Nayade. (de ia yme. Familie.^ On trouve cette Pmaife dans les eau% croupies, à la fuperfick defqueîles elle roit courir fe nourrir de mouches , ^ confins & iautres Infe&es, quelle a /V drejfe de fiaijir avec fies Pattes antérieures. Les Antenms font noires & prefque à moitié aujfi longues que le Corps , les Teu% grands & faillans. Elle à le Cor^ felet & le Corps étroits , gp ks Etuis, noirs; le dtffous le Corps efi hlanc.^ comm tranfparent; les Pattes font longues, ex¬ cepté les deux antérieures qui, cependant^ dans celle qui efi ici repréfentée, fint un peu plus longues que dans les deux mitres qui me font connues, ^ qui lui refiemhlent beaucoup. Quand on trouve ces Punaifis fur terre, elles paroijfent plutêt fauter que courir , 5 échappant , mi Contraire , tres-leger ement fur leau quand on veut les prendre , de maniéré quHl efi trls-âifficik de les y attraper. % Laeufïris. Houttuin Nat. Bifî. I Deel Xde guktair 173. n. 81. Tab. 8 ï. rtg. 14, Dk Ge»£r /«ƒ. Tom. IIL pag. 311. n. 3p. Tab. 16 Fi^ 2 La Pilmfô' ^a:jade. Geoffüoy Inf. Tom. J. pag. 463. n. 59- La Punaife Nayade. ^ ^ ^ Fig- 64. De grootg tweevlakeige Wantz. (van "t 6^^. Gezin.') De Sprieten zyn by na half zo lang als ’t Lyf, de Zuiger is kort en omge- boogen, de Oogen wit, groot en uit¬ puilende, het Borstfluk hobbelig, aan den Kop en Schouders wederzyds met twee doornen gewapent; het Lenden- fchild welk zeer klein is , heeft drie opwaarts flaande puntjes of Doornen. big. 64» La grande Punaise à deux taches, (de la 6^^^. Famiile.j) Les Antennes fint prefque aujfi longtm que k Corps, la Trompe efi courte & re¬ courbée; les Teux font blancs , grands, g» fmilans; k Corfelet efi raboteux; la Tête éfi ks Epaules font armés de deux épines à chaque côté; Trois petites pointes ou épi¬ nes s élement fur l Ecujfon lequel efi très»- petit. Les Etuis font noirs, brum près VAN DE WANTZEN» De Dekfchilden zyn zwart, naar de tippen bruin, en de Vleugels hebben een Aschgraauwe kleur; het Agterlyf is donker geel of oranje kleurig, aan ’t einde zwart; van onder is het Lyf bruinagtig roodt , de iSchenkels der Pooten in ’t midden wit, en de overi¬ ge deelen derzelven zyn zwart. Zy is van de kust Guinea. Eir , 65. PIet zwarte Kruis^ ^ (van V 6^^. Gezin.'} De Sprieten en Kop van deze Wantz zyn zwart, de Oogen bruin , het Borst- lluk is vanboven bruinagtig-gccl, op ’t zelve zyn twee zwarte kruiswyze diep ingedrukte ftreepen geplaatst > welke in hun middel punt een kuiltje uitmaken ; de rand van ’t Agterlyf is donker geel, in ’t midden zwart; de boven en onder Vleugels zyn niet le- deragtig maar geheel vliezig en donker zwart van kleur, gclyk de Pooten en het geheele Lyf aan de onderzyde, alwaar aan den derden ring op het Ag¬ terlyf een geele Hartvormige Vlak ge¬ plaatst is. Zy is uit Surinamm. DES PUNAISES. 43 des extrémités.) 6? Ailes tnt une cou^ leur de gris cendré. L'Abdomen efi jaune foncé foît couleur d'orange & noir au bout. Le de fous du Corps efi rouge brunâtre) les CuiffeS) dont le milieu ejl blanc ^ ont les autres parties noires. Elle vient de la Côte de Guinée. Fig. <55. La Punaise à choix noire. (de la 6"^^ Famille.) Les Antennes ^ la Tête de cette Pit.- naijê font noires ) les Teux bruns ^ îedtfiis du Corfelet efi jaune brunâtre , ayant deux rayes mires en croix profondément gravées , qui font au centre me forte de fofette. Les bords de F Abdomen Jont jaune foncé) ^ noir au milieu. Les Afles fupérieures inférieures ne font point écailleufes , mais entièrement membraneufes brun noir , ainft que les Pattes ) & tout le dejjous du Corps oti l'on voit au troifieme anneau la forme d'un Cœur jaune. Elle ejl de Suri¬ nam. Linn, Syfl. Nat. pag. 727. n. 80. Cimix Andre(s 7 Fig. 66. De gedoornde Rcodbuik. (van 't 6^*^. Gezin.} Heeft do Sprieten en Kop zwart, de Oogen bruinrood, voor de Oogen liaan twee fcherpe Doornen , de Fiais is lang, het Borstfluk is met vier Door¬ nen gewapent , van welke de twee voorden kort, en naar den Hals uit- deeken ; de twee agterden daan op- Fig. 66 . La Punaise Epineuse à ventre ROUGE, (^de la 6^^®. Familie.) Elk a les Antennes £=? la Tête noires les Teux rouge brun , au devant defqueîs deux épines pointues font placées ; Le Col ejl long; fin Corfelet efi armé de quatre épines ) dont les deux premières font cour-. tes & pointant vers le col; les deux pojlé- rieures Jbnt relevées â? iTes - pointues ; DESCRIPTION 44 BESCHRY VING waarts en zyn zeerfpits; het Agterlyf is bloedrood en blinkende ^ de randen om ’t zelve zwart ; de Dek vleugels zyn doorfchynend, aan de buiten ran¬ den by de gewrigten Carmouzyn rood; van onder is de Borst zwart , en het Agterlyf rood , wederzyds met zwart befnnilt. Ik heb deze Wantz uit Suri- namen ontfangen. PLAAT X. Fig . 6 j . De Knods - Spriet, (van ’t 4^2 Gezin.') De Sprieten beHaan uit vier Leden en zyn wegens de zonderlinge gedaante der drie eerde Leden zeer aanmerke- lyk; de afbeelding kan daar wan het befte denkbeeld geven, en hierom zal ik my , niet alleen by deze zoort, maar ook teffens by alle voorwerpen, voor zo verre zig dezelven aan het Oog vertoonen , niet ophouden met eene lange en dróoge Belchryving der kleuren, dat naar myn gedachten, by geilliimineerde of naar het leven ge¬ kleurde afbeeldingen weinig nut aan¬ brengt , en veeltyds den lezer en fchry ver verdrietig maakt ; By deze af¬ beelding dan heb ik maar aan te mer¬ ken dat de tippen der Dekfchilden doorfchynendt, en de Vleugels bruin zyn. Van onder is de Borst bruin¬ rood , wederzyds met drie donker gee- le flreepen , het Agterlyf is glad en heeft eene bruinroode kleur; de Schen¬ kels der agterfle Pooten zyn binnen- waards merkelyk getandt. Men vind ze in Siirïnamen. V Abdomen eji rouge de fang , lijfe , ^ noir à l' entour; les Etuis., tranfparens^ ont , à leurs bords extérieurs pris des jointures une couleur rouge crmmify ; /g dejjous de la Poitrine eft noir , ê? lAbdo^ men rouge des doUx côtés , avec des ta. ches noires, ’^’ai reçu cette Punaife dt Surinam. PLANCHE X. Fig. 67. La Punaise à Antennes en Massue, {^de la 4'^^. Famille} Les Antennes confiftent en quatre Artu cuJations , & font , outre la forme fmgu- Jiere des trois premières., très - remarqua¬ bles', mak comme on en peut prendre une idée plus jujie par la répréfentation , je ne m'étendrai pas d'avantage fur cette Efpece, non plus que fur les autres fujets, e^^ fai- faut une Defcription longue â? feche des couleurs , qui étant par l illumination , ren¬ dues d’après nature feroit, je penfe, d'tn fl petit avantage que fouvent le Lecteur rEcrivain en-pourroient être fatigués. Par cette repréfentation , j'ai feulement à oh fer- ver que les extrémités des Etuis font tran- fparentes , êP que les Ailes font brunes ; le deffoîis de la Poitrine efl brun-rouge de chaque côté., avec trois rayes jaune foncé; r Abdomen eft lifte & brun - rouge ; les Cuiftes des Pattes poft ér leur es font confidé- rablement d'entées eu dedans. On la trou¬ ve à Surinam. Ftg. VAN DE W ANTZEN, DES PUNAISES. 45 Fig^ 68 . De krommepootige Wantz. (van ’t 4^^* GezinO De Schenkels der agterfte Pooten zyn aan de Dyen uitwaarts geboogen, de binnen zyde derzelven is voorzien met een Hompen tand, de Beenen zyn plat, Veelligt bedient zig deze Wantz, en alle de anderen welke met dergely- ke dikke Agterpooten voorzien zyn, om daar mede te fpringen, want aan de binnen zyde der Schenlœls ter plaatze alwaar de voorgemelde tand te zien is , vind men eene holligheid of gaatje die aan de buiginge van de Knie eindigt ; en wanneer de Beenen bin- ïienwaards gebogen zyn , dan Buiten dezelven in de gemelde holte , over- eenkomflig met het maakzel der Ag- terpooten van zommige Snuit-Torren of zogenaamde Olyfantjes (^Corculiones') en der kleine Spring-Torren , welke de Heer Linnæus tot het geflacht der Goud-Haantjes heeft betrokken, doch door den Heer Geoffroy met recht als een byzonder gellacht , onder de benaaminge van Æica is afgezondert. De hier afgebeelde is een Wyfje, ’t welk my uit Surinamen is toegezonden. Fig» 69. De Roodgerugde Wantz. Qvan 't 4^^. Gezin.') Heeft het Lyf op de onderzyde bruin^ en langs de Borst een geel- agtige Hreep, het lederagtige gedeelte der Deklchilden is daar bruinagtig geel van kleur. De Wyfjes hebben de Schenkels der agterfle Pooten veel dik¬ ker dan de twee paar voorHen. Zy worden in Surinamen gevonden. Fig. 68 . La Punaise à Pieds crochus. (de la 4'^^®. Famille.) Les Cuijfes des Pattes poftérieures font arquées extérieurement -y 6? garnies à leur intérieur dune dentohtufe; les jambes font plattes. Cette Punaife s en fort yraifem- blahlement pour fauter , ainfi que toutes les autres qui ont de femhlahles Pattes pofté^ rieures , car , dans l'endroit oh l on voit la fufdite dentà l'intérieur des Cui fesil y a une concavité^ oh petit enfoncement qui fe termine au pliant du genou , fiP lorfqtie les jambes fe courbent en dedans , elles sen- chafent dans cet enfoncement , analogue à la configuration des Pattes extérieures de quelques Becmares, ou Charenfons (Corciiliones) < 2 ? ces petits Infe&es que Mr. Linnæus a compris dans le Genre des Chryfioineles-, mais que Mr. Geoffroy a féparés avec raifion com¬ me étant un Genre particulier , fous la dé¬ nomination d’Altife (Altica). Celle qui efi ici répréfentée efi une Fémelle , qui m'a été envoyée de Surinam. Fig, 69. La Punaise à Dos rouge. (de la Famille.) Elle a le defibus du Corps brun , ê? une raye jaunâtre le long de la Poitrine; la partie écailleufe des Etws efi d'une couleur jaune brunâtre. Les Fémelles ont les Cuifies des Pattes pofiérieures beaucoup plus épaiffes que celles des antérieures. On les trouve à Surinam. G 46 BESCHRYVING DESCRIPTIO N Fig* 70. De Modeste Wantz. (van V 4^^^^ Gezin.') Het geheele Lyf is zwart, gelyk ook de Pooten ; de Dekfchilden heb¬ ben van onder dezelvde bruine kleur, en het geele golvswyze dwarsftreepje gelyk van boven ; de Vleugels zyn hel¬ der doorfchynendc. Men vind ze in Surinafnen, Fig. 71. Het witte Streepje. (van 4^^. Gezin.) Deze Wantz heeft op het Agterlyf huweelagtig zwart, en den eerften en nveeden ring van k zelve koper glan¬ zig ; op het midden van den vierden en vyfden ring is een dergelyke Vlak geplaatst. De onderzyde van ’t Lyf heeft een fchoonen groenen koperagti- gen glans, met witte vlakken en flip¬ pen gefiert, gelyk Fig. A dezelve ver¬ toont ; de Zuiger is bruin en beflaat de lengte van ’t Borstfluk. De Wyf- jes hebben de Schenkels der Agterpoö- ten dikker en binnenwaards getand. Ik heb deze zoort uit Surinamen ontfan- gen. Fig. 7^. Het Zwartgatje. (van V Gezin.) Heeft de Sprieten zwart, de Schen¬ kels der Pooten blinkent zwart , en de Been en derzelven zyn geel ; de dikke Schenkels der agterfle Pooten hebben binnenwaards ieder een langen geelen Doorn, en aan de Kniën is een zwarte diergelykc doch korter Doorntje ge- Fig. 70. La Punaise Modeste. (de la 4^^®. Familie.) Tont fon Corps efl noir , ainfi que les Tarfes. Les Etuis ont en dejfous une couleur hrune., é? cette raye tranfverfak jaune enàoyée comme ci-de (jus. Les Au les font d'un tranfpareni clair. Qn la trouve à ô'urinam. Fig. 71. La Punaise â Raye eeanche. (de la 4f«e. Famille.) Cette Punaife a fur P Abdomen une cou^^ leur noire bleuâtre , ê? fin premier & fi- cond anneau d'un luifant cuivré ainfi que le milieu du quatrième g? cinquième. Le àejfous du Corps a un beau vert cuivré lui- fiant., orné de taches blanches g? de pointil¬ lages., comme la Fig. A-le montre; la Trompe efi brune de la longueur du Cor- filet. Les Fémelks ont les Cuijfes des Pattes pofiérieures plus épaiffes gp dentées en dedans. J'ai reçu cette Efpece de Su¬ rinam. Fig. 72. La Punaise à Bout d’abdomen NOIR, (de la Famille.) ^ Elle a les Antennes noires r, les Cmjfes de la même couleur g? luifantes , les Jam¬ bes jaune ; les Cuijfes épaiffes des Pattes pofiérieures ont chacune en dedans une lon¬ gue épine jaune., g? les Genoux ont uns pareille épine mais plus courte gp plus pe¬ tite. Le Corfekt qui a , par defi'us^ uns van de WANTZEN. piaatst. Het Borstlkik ’t welk van boven eene groenagtige kleur heeft, is van onder zwart, maar het Agterlyt is wederzyds van een fchoone roode kleur, en de fluit of de laatlle ring van ft zelve git-zwarc. By J/g. A heb ik het Mannetje als in eene vliegende ge¬ daante doen afbeelden, waardoor zig de' kleur der Vleugels en van ft Agter- lyf volkomen vertoont, alleen moet ik hier byvoegen dat de Schenkels aan de Agterpooten maar een weinig dikker dan die der vier voorften zyn, en zonder Doornen. Men vind deze Wantz in Surinmnen. Fig. 73. De Stelt-loopster. (van ft 4'^®* Is geheel donker bruin, behalven op het voorile van het Borstlliik ziet men een roode llreep in tekening gelyk aan de bogt der randen van ft gemelde Borstfluk ; de Schouders van t zelve eindigen in een fcherpe punt. De lan¬ ge , en aan de onderzyde getande Schenkels , als mede de bladerige Bee- iien aan de Agterile Pooten geven aan deze Wantz eene zonderlinge gedaante, welke my tot de b'enaaming derzelve heeft aanleidinge gegeven. Juffrouw Merian heeft op de Plaat der Su- rinaamfehe Infeélen twee Wantzen af- gebeeld, van welke een onder aan op den Heel’der Marumia plant geplaatst is; en die in geflalte met onze Egmr eenige overeenkomst heeft : maar het verhaal ft welk Plaar Ed. doet, als of die en de andere opgemelde Plaat af- gebeelde Wantz , uit Rupfen waren des punaises. 47 cóukuy verdcUre , ^fl noir par dejfous , mais r Abdomen des deux cotés , dum helle couleur rouge. U Fig. A repréfen^ te Ie Male comme volant , au moyen de quoi la couleur des Atks & de PAbdomen fe voit parfaitement , feulement éts ^ je ajouter ici qu’ les Cuijfes des Pattes pofé^ rieur es, font un peu plus èpaijfcs que ceU les des quatre antérieures fans épines. On trouve cette Funaife à Surinam. Fig. 73. La punaise coureuse aux Echasses. (de la 4‘ne. Famille.) Elle ejl brun foncé , excepté fur le de-, yant du Corfelet , ou Von voit une raye rouge d'un dejfein pareil à celui du contour des bords du dit Corfelet. Ses Epaules finifent en une pointe aigue. Les longues Citifes dentées par de fous, ainfi que les Jambes femlleiées des Pattes poftérieiires, donnent 'à cette Punaîfe une taille fngulie- re, laquelle nia donné lieu à fa dénomina¬ tion. Mademoiselle Merian a repré- fenté, dans la Planche des InfeBes de Surinam , deux Punaifes , dont elle a placé une au bas de la tige de la plante Marucuia qui, pour la taille rejfemblt a fez à notre Figure; mais ce quelle en rap¬ porte , alnfi que des autres repréfentées dms la dite Planche, àifant quelles pro¬ viennent de Chenilles, eft non feulement con¬ tredit par l'expérience touchant la généra¬ tion des Infeéîes de ce genre, maisilparo.'t aujji que cette ingénieufe Dcmoîfdîe n a pa^ G 2 48 BESCHRYVING voortgekomen fpreekt de ondervinding wegens de voorcteeling der Jnfeélen van dit gellacht niet alleen tegen, maar het blykt ook dat gemelde kiins- tenaares deze Diertjes niet gekent heeft, dewyl zy dezelven voor Vlie¬ gen fchynt te hebben aangezien. Ik heb deze zoort uit ontfangen. plaat XIo Fig, 74. De Bonte Wantz. (van V 4 ^^^ Gezin.') Van deze Wantz is ray nog geene met volmaakte Dekfchilden en Vleu¬ gels voorgekomen , maar. allen welke ik gezien heb zyn nog in den Haat van Nimf ; met korte Hompjes of Vïeu- gelfcheeden waar onder, wel is waar, eene Spoor of beginfel der Vleugels te vinden is , maar dezelven zyn zo klein dat men ze niet dan met moeite kan vinden Veelligt be¬ komt deze gelyk meer anderen in dit Gezin behoorende Wantzen , geene Vleugels nog Dekfchilden ; of mis- fchien hebben de Mannetjes maar al¬ leen het voorrecht daar mede voorzien te zyn , want de hier afgebeelde en nog eene in myne verzameling berus¬ tende met die welke ik in andere ka¬ binetten heb waargenomen zyn allen Wyfjes;, de Tydt geeft my welligt het genoegen, een Mannetje te vinden om wegens het laatHe gemelde beter des¬ wegens ondei'rigt te geven. De on- derzyde van ’t Lyf is Relyk van boven donker geel met zwarte, vlakken, de % DESCRIP TION connu ces petits animaux., pmfqull femhk qu elle les a confidérés comme des Mouches^ J'ai reçu cette efpece Surinam.. flanche XL Fig. 74. La Punaise Bicarrée, Cde la 4 ^ '. Famille.) ^ De toute cette efpece de Punaifes., je n ai pas encore pu me procurer une avec: des Etuis Qf des Æles parfaits , mais toutes celles que j ai vues étoünt encore dans l état’ de Nimphesavec, des petits hQutons de fourreaux d Ailes., fous kfquels fe trou, ve un commecemen des Ailes , mais fi petit qu à peine on peut le découvrir. Pro-^ bablernm ne vient-il point L Ailes & d E- tuis à cette efpece y ainfi qu à plufeurs de cette famille de Punaifes., ou peut-être les Males ont-ils feuls la prérogative d en être- pourvus , car celle qui efl ici répréfentée g? une autre contenue dans maf Colledlion , aujji bien que celles que ƒ ai ohfervées eu d'autres Cabinets ^ font toutes des Fémelles, Le tems me procurera peut - êm Voccafwn de rencontrer un Mâle., pour me mettre en état den donner une meilleure définition. Tout le Corps ^ dejfus & deffous , efl jau¬ ne brun., avec des taches noires;, la Jromr pe a la longueur du Corfelet, efi \ ain ft que les Pattes , d une couleur jaune. Elle varie., dans le dejfein des taches noires., ^ dans la forme des Antennes davec celiè VAN DE WANTZEN. Zuiger heeft de lengte van ’t Borstftixk en is met de Pooten geel van kleur. Zy verfchildt in tekening der zvyarte vlakken, en de gedaante der Sprieten met die welke de zeer Geleerde Heer Houttuin in deszelvs uitmuntend Werk: Naïuurlyke Hiprie, in het (luk van ’t Eerlte Deel bladz. 34 ^* Pi* 8i. Fio’* II- heeft afgebeeldt, maar we¬ gens het gemis der Vleugels heeft zy met onze eene groote overeenkomst, dewyl onder fes fluks- welke ik van de- zelven gezien heb , geene meer dan maar alleen de flompjes der Vleugels hadden. Beide zoorten worden in Su* rinamen gevonden^ Fig. 75 * Viers^tif. (yan "t 4^ Gezin-') Deze. Wantz. heeft het Agterlyf van boven donkerrood , in t midden een zwarte Vlak ; van onder is ’t geheele Lyf bruin met aan de Borst rood ge¬ vlakt en de ringen van ’t agterlyf ook rood , de. Pooten donker bruin maar aan de Kniën vleeschkleurig. Men vind ze in Surinamen. J/g. 76. De Groenschildige Wantz. . (van ’/ 4^^^. Gezin.) . Het Borstiluk nevens het Lederag- tige gedeelte der Dekfchilden is groen- koperglanzig , van onder is het Lyf rood , ringen van ’t zelve zyn zwart; de Pooten hebben ze blin- tent zwart. Zy is uit Surinamen. des punaises. 49 qm Ie tres-favant Monjieur Houttuin dans fon excellent Ouvrage a répréfenté au article de la première Partie, pag. 342! PI 81. Fig. II. mats par rapport à la jointure extérieure des Alles-, elle a une grande rejfemhlance à la notrepuis*- que les fix que fen ai vues^ navoîent rien de plus que les boutons des Ailes. Ces deux fortes fe trouvent à Surinam.- Fig. 7 S > La Punaise à quatre POiNT^De Sierlyke Wit- getjpte Wantz. (van V 4^e, Gezin.) De tippen of het Vliesagtige gedeelte der Dekfchilden , en de vleugels zyn Sneeuwit en doorfchynent. De Borst en het Lyf is bleek Vleeschkleurig met zwart geringt, de Pooten zyn bruinagtig rood , en de Sprieten met den Zuiger zwart. Jk heb deze zoort van den Wel Ed. Gestr. Heer Ad^% Goote- NAAR, Raadt yan de Ciyiek Juftitk der Colonie Snrinamen , ontfangen. description Fig, J-J. La Punaise au Collier blan’c, (de la 4™. Famille.) Les Antennes font mires ; k Corjdet eft , au bas, couleur de chair, lAbh- men blanc avec des Anneaux noirs ^ les Pc.t^ tes font brun foncé, & les Ailes gris cm- dré tranfparentes. Je l'ai reçue de Si- rinam. Fig. 78. La Punaise à Antennes Bi- CARREES, (de la 4^6. Famille.) Les .Antennes de cette Punaife Jonifwires^ bigarrées de blanc, prefque femblables aux petites antennes de celles qu’on nomme petits Papillons - Argus (Pap. Pleb. Ruralis Linn.) Le deffous du Corps & les Pattes font brun jaunâtre les Genoux ont des taches brun foncé. Celle-ci ejl une Fémelle; la Fig. 79 en repréfente le Mâle, Fon habitation efi Surinam. Fig. 80. La bell'e Punaise à BOUT d’Aîles blanc. (de la 4>»s. Famille.) Les pointes de la partie membraneufe des Lt’Uis ^ les Aîles font blanc de neige ^ tranfparentes; k Corps & la Poitrine font couleur de chair pâle avec des cercles noirs, ks Pattes rouge brunâtre, & les Antennes avec la Trompe noires. J’ai reçu cette Ffpece de Monsieur Adn. Gootenaar, Confeiiier de Juftice Civile dans la Co¬ lonie de Surinam. DE WANTZEN. DES PUNAISES. $% Fig * 8o. *. De Kaapsciæ Bilzem Kruidt -Wantz. (van V Gezin*'^ Hf^efcveele overeenkomst met de Eu- ropifche Wantz welke onder deze Be- naaming bekent is (f). Zy heeft de Sprieten en de Pooten zwart, het Lyf Fermilioen rood, de Dekfchilden zyn van onder ook rood met een zwarte ronde Vlak de Vleugels bruin. Men vind ze aan de Kaap de Goede Hoop. (t) Linn. fpec, 76. Cimex HyoscyamL Fig* 81. De Bloedvlakkige-Wantz* (van V 4^“ Gezin') Alle de Deelen van dit Jnfed zyn don¬ kerbruin , maar aan de boven zyde van t’Borstftuk en op de Deldchilden Haan Teven bloedroode Vlakjes ; het agterlyf heeft aan de randen wederzyds Agt bleekroode , en op ’c midden van ’t zelve, aan de onderzyde, met donker roode ronde Vlakjes. Ik heb ze uit Sa- rinamen ontfangen. Fïg - 82. De Geele Halve Maan. (van V 4.^^. Gezin.) Deze Wantz. heeft het Lyf bleek¬ geel zonder eenige ftippels of vlakjes, de Pooten zyn donker lood kleurig, en de vleugels bruin. Zy worden in Suri- namen gevonden. Fig. 80. La Punaise de la Ju^QüiAME DU Gap. (de la 4^®. Familie.) Celle-ci a beaucoup de rapport à la Pu- naîfe Européenne qui efl connue fous a nom. (t) Elk a les Antennes S l^^ Put^ tes noires , le Corps rouge de vermillon , les Etuis aufl rouge par de (fous avec une tache noire ronde & les Ailes hnmcs. On la trouve au Cap de Bonne Efpérance. Fig. 8r. La Punaise à taches ds SANG* (de la 4^^^, Famille.) Toutes les parties de cet Infe&e font brun foncée il y a., au dejfus du Corfelet & fur les Etuis y fept petites taches rouge de fang ; FAbdome i en a huit rouge pâle ron¬ des aux deux cotés , fes bords ^ ^ le dejfous de fon milieu ont aujfi de ces petites taches rondes , mais qui font rouge foncé. Elle ma été envoyée de Surinam. Fig. 82. La Punaise Jaune en demi Lune, (de la 4"^^, Famille.) Cette Pîinaife a le Corps jaune pâle fans aucune marque ou petite tache. Les Tarfes font d une couleur de plomb foncé.) âP les Ailes brimes. Elle fe trouve à Surinam. 52 B E s C H R Y V I N G Fig, 83. De Geelschildige -Wantz, V 4 de. Gezin.) Heeft de Sprieten en Pooten zwart, het Borstiluk aan de fchouders fclicrp gehoekt, de Borst is», vanonder, zwart en het agterlyf aan beide zyden donker geel. Op den Kop, agterde Netswyze Oogen heeft deze Wantz twee kleine roode blinkende Oogjes , welke egter zonder het vergrootend Glas niet zeer zigtbaar zyn : ten minsten niet genoeg¬ zaam om het als een byzonder kenmerk (in navolging van den Heer Linnms) ten opzigte van ’t Infedl op te geeven ; De Heer De Geer in tegendeel heeft het donkergeele lederagtige gedeelte der Dekfchilden daartoe genomen, waarin ik dien Grooten Natuurkundigen volge. Men vind deze zoort in Surinamen. descrittion Fig. 83. La Punaise à Ecusson jau* NE. (de Ja 4^6. Familie.) Elle a les Antennes g? les Pattes noires., le Corfelet formé en coin pointu aux Epau. les , la Poitrine noire en dejfous , ^ l Ah- domen jaune foncé des deux cotés. Sur la Tête de cette Punaife , après les Teux à réfeau, font deux petits Teux lijfes, qui toutefois ne font bien yifibles quà raide de la ^ Loupe , du moins pas fufïfamment pour qum puiffe Ça l'exemple de Mr. Lin- NÆus) cara&érifer particulièrement Pin- feéle à la ftmple vue: Mr. De Geer ayant d'ailleurs reconnu par-là la partie écailleu- fe des Etuis pour être jaune foncé-, je ne puis que fuiyre en cela ce grand Naturalijîe. On trouve cette Efpece à Surinam. Linn. Syfl. Nat. pag. 719 n. 29. Cimex z-pujîulatus. Pab. 3^. Fig. 10. Punaife à Baudrier fauve. De Geer Mem. Tom. III. pag. 334. n. g* PLAAT XH. Fig. VII. De Smalle VVater- SCORPIOEN. Dit Infeà onthoudt zig in meest alle fiiljîaande Wateren en Poelen , de jongen komen naar maate der •warme dagen. in het laatst der maand May of begin van Juny uit de Eyeren te voorfchyn , in leven van allerly andere Infeden welke onder hun bereik komen. Zy vervellen gemeenlyk driemaal , en de tweede ver- veiling bekomen ze de luchtpyp welke aan het agterlyf galantst is, waardoor zy even gelyk de Aschkleurige Waterscorpioen (PI. /. Fig. ÎJ.) de Lucht hoven de Oppervlakte van VWater, inhaaien; in de laatste verhuiding welke gemeenlyk in de Maand Augustus voorvalt bekomt het Infelt de frieugels en dan heeft de evengemelde luchtbuis de volkomen lengte, gelyk de afbeelding dezelve vertoont. De Kop is Klein , de zuiger kort en een wynig omgeboogen , de Oogen rond PLANCHE XII. Fig. VII. Le SCO RPION- Aq^üATK^ÜE à CORPS ALLONGÉ. Cet fe tient pour l’ordinaire dans des eaux croupies ou petits marais; les petits en fpnt produits plus ou moins tôt fuivant la chaleur des jours,commençans à paroître, au forcir des Oeufs, ù ia fin du mois de Mai ou au commencement de Juin, & fe nourrilfent de toutes fortes dlnfeto qui le trouvent à leur portée: ils changent gêné* râlement trois fois de peau, dj c’eft dans le fécond développement que leur viennent ces Stigmates r Ikr l’Abdomen, au moyen desquels, nréci fément comme le Scorpion - Aquatique, (PI. I. i^îg-Ujils afpirenc l’air à la fuperticie de l’eau ; c’eft au dernier changement, qui arrive pour l’ordinaire dans le mois d’Août, que les Aîles viennent â cet inleCte ; fes ftigmates mentionnées ci-deflus font alors VAN DE WANTZEN. DES PUNAISES. SJ PLAAT XriL PLANCHE XllI. Fig. 84. De Scorpioenspinagtige Wantz. (van V 4'^e. Gezin.') De Sprieten van dit zeldzaame In- fed beftaan uit vier leden, het eerste lidt is dikker als de overigen, en ter zyden gedoorndt ; De Kop en het Borstfluk zyn, wanneer men die door het vergrootglas befchoinvt, met een menigte van kleine pukkeltjes bezet. Fig. 84. La Punaise Araignee. ^de la 5"^®, Familie.) Zes Antennes de ce rare InfeSte conjt-* Jlent en quatre Articulations .y dont la pre¬ mieree garnie d'épines aux côtés e ejî plus épai(/e que les autres; la Tête £? le Corfe- leî , quand on les examine à la loupe , jont pleins de petits Tubercules; tout le Corps ejî fort plat , & les bords de P Abdomen ^ fil uitpuilende het Borstfiuk langen fmnl naar moren rolrond , de morste Booten neemen hun heginfel mor aan de borst emn agter den kop y en hebben de ge- daante van Nypers of vang-pooten waarmede het In¬ fect demlvs Aas tot voedzel weet te grypen en daar¬ mede naar den mond te brengen ; de Fier andere Booten zyn byna aan Beinde van f Borstfiuk, Kortby elkander geplaatst en befiaan uit eene Dye, Schenkel, Been en tweeledige voeten. De Fleugels waar mede dit Infedt is voorzien , zullen het waarfchynlyk die¬ nen , om zig van den eenen Poel naar den anderen te begeven; ’f zy om zig van voedzel te voorzien of om hun gejlacht te vermeerderen. Als eene byzon- der heid kan amgemerkt worden dat deze Water- Scorpioen zig in alle vier IVaereld Deelen ont¬ houdt, want ik heb ze van de kust Coromandel, de Kaap de Goede Hoop en van Surinamen ontfan- gen, en de hur af geheelde is niet verre van deze Stadt gevangen. Fig. A. verbeeld dezelve met uit- gebreids Wieken. alors dans leur parfaite longueur, ainfî que Ia re- préfentacion le fait voir. La Tête eft petite, la Trompe courte & un peu recourbée , les Yeus: font rouges faillans; le Corfelet cft long mais pe¬ tit, parfaitement rond fur le devant. Les Pattei an:érieuies prennent leur origine devant la Poitri¬ ne, jullement après la Tête, & ont la forme de pinces ou ferres, dont cet Infeèle fait fe fervir pour attraper fa nourriture & la porter à fa bou¬ che ; les quatre autres Pattes font placées prefque à la fin du Corfelet, près les unes des autres, & confident en Hanches, Cuifies, Jambes, & les TarTes à deux articles. Les AÎIes dont cet Infedle ell pourvu lui fervent , vrailemblablement, pour ouvoir fe tranfporter d'une eau ou d’un bourbier l’autre, foit pour y trouver fa nourriture, foie pour la propagation de fon Efpece. Une particu¬ larité remarquable eft que ce Scorpion- Aquatique, fe trouve dans les quatre Parties du Monde, l’ayant reçu de la Cote de Coromandel, du Cap de Bonne Ejpérance, & de Surinam, & celui qui eft ici re- préfenté a été pris à peu de diftance de cette Ville. La Fig, A le fait voir avec les Ailes dé¬ ployées. Linn. -S"#- 714- ‘j. Nepa Linearîs. Geoffroy Inf. Tom. l pag. 480. n. i. Tah. 10 Fig. r. /. D. Xàefiuk, pag. 317. PI 8i. Fig. g. Rôsel Inf. Tom. IIL pag. 141. Tab.%. De Geer meirt. Tom. J IL pag. 36g. n. 2. Tab. ig. Fig. 1-2 Punaije d'eau très - allongée i*ig. VJII, De Wantzagtige Wa¬ ter. • SCORPIOEN. Fig. FUT La Pümaise Naücore. Deze verfehildt veel in de gedaante met de voor¬ gaande , zy he^t korte Fangpuoten overeenkomfiig mt die van de Groote burinaamfche op Plaac FU. Cet Infeae différé beaucoup en figure du précé¬ dent, fes ferres font courtes, femblables à celle» du grand Scorpion de Surinam fur la Planche VIL 54 BES C HR Y VING 3ESCRIP TIO N Het geheele Lyf is zeer plat, aan de randen van ’t agterlyf tandswyze uit- gefneden , op het midden rood ge¬ vlakt; de dekfchilden zyn bruin 5 doch het vliesagtige gedeelte derzelven glan¬ zig , de vleugels mede donkerbruin en dentelés-, font marqués de taches routes au milieu; les Etuis font bruns, mms leur partie membranenfe eft lui fante; ks Aües font au ft brun foncé & en quelque forte tranfparentes; le deffous du Corps ef, au milieu , rouge brun, & des deux cotés, Fjg. IP', de mer overige Pooien zyn plat en aan de hinnenzyde met korte hairtjes bezet ; zy leven , even gelyk de anderen van dit gejlacht^în ’t Water, doch in het afgaan der Zomermaanden vind men ze veel- tyds op het land na by fiüjlaande Wateren, Hun voedzel is Pliegen , Muggen en aïidere dergelyke In- Jflen Hvelke onder hun bereik komen, Fig. B vertoont dezelve vliegendt. Fig, lV. Les quatre autres Pattes font plattes & garnies à 1 'interieur de petits poils courts; il vit dans l’eau tout comme irs autres de ce Genre mais après les mois d’été , on le trouve fouvenî fur terre auprès des eaux croupies. JIs fe nourris- font de Mouches, de Coufins & d’autres Inütïcs fembiables qu’ils peuvent atteindre. La Fio-, B le repréfente volant. , Linn. Sj/Î. AJat, pag. 714. g. A^cpa Cimicoides. Rôsel ÏROY Inf.lom. I. pt^. 47,j. i. Tak p Fi^. j, La Nauem. lüb, ly. Fig. S. 9- ha Piinaife d'eau Naiicore, Inf. Tom. 111 . pag, 173. Tah. 28. Gfop- Le Geek rnem. Tom. ilL pag. 375. n. 3*, F/g. IX. De bruine Rüg-Zwemmer. Deze behoord onder het geflacht der Water-Want- zen, en heeft aval de gedaante betreft veele overeen¬ komst met de volgende Fig. XI. in kleur egter ver- fchillenze met elkander, dewyl deze het Lyf, van onder geheel geelagtig, de Oogen voit en den Kop donkerbruin heeft; het agterlyf is ook niet zo rond als de evengemelde, maar een weinig plat en agter met geel gerand, gelyk Fig. C het zelve aanwyst, men vind ze hier in de flilftaande Wateren, toch in veel minder getal dan de volgende. Fig. X. De Gemeene Rug-Zwemmer. Deze Wa'er- Wantz verfchildt in kleur met die welker afbeelding ik Plaat I. Fig. IIL heb gegeeven, maar voor 't overige zyn ze elkander volkomen ge¬ lyk', het geene dat dit InfeCl zeer kennelyk maakt, is, dat dtzelve altoos op den Rug zwemt en in die gejtalte haar voedzel weet te vangen , 't welk befiaat in allerlei Pliegen, Haften en dergelyke Infédlen, ook V rjemonen zy hun eigen gejlacht niet, want wanneer men eenige derzeïve vangt en in eene Fles met Water bejluit dan v^rflinden zy zig onder el¬ kander. Het Lyf dezer Water - Wantzen is by na rolrmd, en van onder donker groenagtig van kleur, de Oogen zyn zeer groot , de Zuiger is lang, waar mede het Infefï gevoelig kan ftesken, het twee paar Vüorjte Pojten is elkander m lengte byna gelyk, lig. IX. La Punaise brune à Avirons^ Cet Infefte appartient au Genre des Punaîfes- ^quaUques , & a, pour ce qui concerne la forme, beaucoup de rapport avec le fuivanc Fig. XL ils diirérent cependant en couleur l’un de l’autre puisque celui-ci a le Corps entièrement jauni* tre par deflous, les Yeux blancs & la Tête brun tonce; i Abdomen n’eft pas fi long que dans l’au¬ tremais un peu plat, & bordé à Ton extrémité de jaune , ainü que la p'ig. C le montre. On le trouve ICI dans les eaux croupies, en nombre cependant beaucoup moins grand que le fuivant. Fig. X» La Punaise communê à Avirons* Cette Punaife-Aquatique différé en couleur de celle que jai donné dans la Planche l, Fîp, ]ii rnais pour le refte elles font parfaitement feinbla.* fÂ' ,reconnoître cetln- fedte, ceft qu ,1 nage toujours fur le Dos, & qu*,i ftic faifir dans cette pofiure fa nourriture, confi- ftant en toutes lorres de Mouches, d^Fphémeres. & de femblabies Infeéles ; ils n’épargnent pas même leur propre Lfpece, car, quand on en prend quel¬ ques uns & qu on les renferme dans une bouteille . avec de I pu, ils fe dévorent l’un l’autre. Le Corps de ptte Punaife-Aquatique efi: presque entièrement ^ ^eux fort ^r.nds, maar de Pooten aan de Schenkels geel en de Beenen zwart. Men vind ze in Surhmmnm jpjg , 95. De Bultdraagster^- (y'aii V 3^*-^ Gezlrh^ Heeft de Sprieten en Æn Kop bruin,, het Borstftuk naar agteren geel, ©p midden van het Lendenfchild heeft deze Wantz een regt opwaarts Baande Homp uitlleekzel,- ’t welk niet oneigen naar de gedaante van een Bochel of Bult zweemt, van onder is het Lyf met de Pooten bruin van kleur.. Zy is aan de Jü^ap de Goede Ho&p gevonden,. Fig, 96. De zwarte Door.n. (van V GezsnP ) Is geheel bruinagtig rood van kleur , behalven de fcherpe en doornagtige üitfteekende Schouders welke zwart zyn. Men vind ze in Duitschland . Fig» 97. De Zevenvlakkige. (van V 3"^^. Gezin.') De Sprieten en Kop zyn bruin, ge- lyk ook het Borstftuk ’t welk aan de randen met rood gevlakt is, de Schou- DES PUNAISES. de Bonne Eipérance^ Fig.94. La Punaise Jaune pointilleer (de la Familie.) Les pointillages dont cette Pwmife ejl' ornée fur le Corps.) font relevés fÿ luu fans. Tout l'Infe&e efl hrun au dejfous du Corps ) mais les Cut jfes êP les font mires. On la trouve à Surinam. Fg. 95. La Punaise Bossue,. (de la 3 Famille.) Elle a les Antennes.) & la Tête ., ms , le Corfekt jaune fur le derrière. ' Au' milieu de rEcuJfon cet Infe&.e à une excres.- cence mafive qui approche a fez la for ms Lune Bofe. Le dejfous du Corps èf ks Pattes jont de couleur brune. On trouvée au Cap de Bonne EfperanccR Fig. 9^. La Punaise à Epine noirEr- (de la Famille.) Elle efl entièrement de couleur rouge hru^ nâtre , excepté les Epaules , faillantes , poin¬ tues êP épimufeS) qui font noires. On la-> trouve en Allemagne. Fig. çg. La Punaise à sept Taches. (de la 3®e. Famille.) Les Antennes.) Sla Tête., font brunes ainfi que le Corfekt , dont les bords font tachetés de rougefes Epaules font ém DESCRIP T ION ISO BESCHRYVÎNG ders van ’t zelve zyn fcherp nitfleken- < 3 e, het Lendenfchild is gefiert met drie roozen roode vlakken, van welke kleur ’er nog een wederzyds de Dek- vleugels ter plaatze waar het vliesagti- ge gedeelte derzelven begint, geplaatst is , van onder is he-t Lyf wit, met zwarte Hippels bezaait; de Pooten zyn aschgraauw. Deze Wantz woond op de kust van Giiiné, Fig. 98. De Gedoornde Borst. Çvan V 4^®. Gezin.') De Sprieten van deze Wantz zyn geel, de Kop is zwart, aan de buiten¬ randen is het BorstHuk fcherp ge¬ doomd , gelyk ook de dikke Schenkels der agterfle Pooten, welke nevens het BorstHuk eene zwarte kleur hebben- De Dekvleugels en vleugels zyn gelyk de Pooten en her Lyf, aan de onder- zyde donkerbruin. Haar Vaderland is Surinamen, Fig^ 99. De Kaapsche Ridder-Wantz. (van 't 4'*^. Gezin.) Het Lyf is aan beide zyden rood, Let Borstiluk in ’t midden zwart aan de zyden rood gerand ; de Pooten zyn zwart en rood, ringsgewyze gevlakt. In Duitschland vind men eene Wantz wel¬ ke met deze veele overeenkomst heeft, ook gelykt zy in zommige opzigtten naar de Europifche Ridderwantz. (Linn. fp. 77.) maar die heeft meer witte vlak¬ ken op deVliesege einden der Dek vleu¬ gels, en de roode tekening verfchild ook merkelyk met deze Kaapfche, pointes /aillantes , VEcuJfon efl orné àe trois taches couleur de roJe.> laquelle cou^ leur fe voit au[p de chaque coté des Etuis , à l'endroit oü leur partie memhraneufe com¬ mence. Le dej/ous du Corps ejî blanc., par/emé de pointillages noirs ; les Pattes fint gris cendré. Cette Punaife vit fur la Côte de Guinée. Fig. 98. La Punaise à poitrine Epi¬ neuse. (de la Famille.) Les Antennes de cette Punaife font jau- nés ; la Tête eft noire ; les bords extérieurs du Corfileî font garnis d'épines pointues , ûinfi que les Cuijfes épaijfes des deux Pattes poflérieuresqui ont., comme le Cor filet une couleur noire. Les Etuis £? les Ailes font , de même que le dejfous du Corps S? les Pattes brun foncé. Son Pays ejl Suri¬ nam. Fig. 99. La Punaise Chevaeiere, du Cap. (de la 4‘«e, Famille.) Le Corps efl rouge des deux côtés., le Cor filet 5 dans le milieu , noir bordé de rouge aux cotés; k% Pattes font noir rouge tachetées en forme de cercles. On trouve en Allemagne une Punaife qui a beaucoup de reflemblance à celle-ci, comme aujfl, à quel¬ ques égards , à la P un îfi Chev aller e Euro¬ péenne; (Linn. fp. 77.) mais celle-ci a plus de taches blanches aux extrémités mem- brafîeufis des Etuis, 6P les marques rouges différent confldérablement de celle du Cap. Fig- VAN DE WANTZEN. DES PUNAISES, 6i Fig. 100* De Bontschiijdige W'antz. Qvan V Üezin.') Het Lyf is aan beide zyden zwart van kleur, de Pooten rood , en de Dekfchilden of boven Vleugels zyn van onder niet onderfcheiden in kleur nog tekeninge met de bovenzyde der- zelven. Men vindt deze Wantz op veelerly Bloemgewasfchen en Planten in de Nederlanden, fig , 10 Î , De Wantz met uitgesnede RANDEN. Çran Y Gezind) Heeft vier leden aan de Sprieten , van welke de twee eersten met zeer korte doornen bezet zyn ; de Schou¬ ders aan het Borstftuk hebben een lang, dun en bladeragtig iiitfleekzel , gelyk ook de randen van ’t Agterlyf, welke alle met korte doornen bezet zyn, en zig vertoonen, gelyk Fig, A. alwaar dit Infeél door het V^ergrootglas afgebeeld zynde ; aanwyst. Het ge- heele Lyf is van gedaante dun en plat; de Dekfchilden byna geheel doorfchy- nend, en de Vleugels wit van kleur. Dit zeldzaame Dier is aan de Kaap de Goede Hoop ontdekt, en berust in het Kabinet van den Hoog Welgesooren Heer Baron Rengers. Fig. 100. La Punaise Ecusson bi- garre'e. (de la 4'^- Familie.) Les deux côtés du Corps font noirs , ks Pattes rouges , g? le dejfous des Etuis ou Ailes fupérieures ne diffère point de leur deffus pour la couleur ni le deffein. On trouve cette Pimaife fur diverfes Ti¬ ges de Fleurs < 2 ? de Plantes dans les Pays - Bas. Fig, 101 . La Punaise â bordure DECOUPEE (de la 5^^^ Famille.) Elle a quatre Articulations aux An^ tennes\) dont les deux premières font garnies de trh-petites épines ; les Epaules du Cor- felet ont une protubérance longue , mince <2? feuilletée ; tous les bords de ! Abdo¬ men font aujfi garnis de petites épines , aînfî que la Fig. A ,> oîi cet Infeéte ejl repréfentê , le fait voir par le moyen de la loupe. Tout le Corps efl d'une forme mince & platte^ les Etms prefque entiè¬ rement tranfparens , g? les Ailes blan¬ ches, Ce rare petit Animal a été décou¬ vert au Cap de Bonne Efpérance g? fe voit au Cabinet de Son Excellence Monsieur le Baron Rengers. 62 BESCIIRYVING LE SCRIPTIO N PLAAT XV. Fig, 102, De Rottekop. (vm V Gezin,') Deze Wantz heeft, wat de kleur betreft, niets aanmerkelyks, als zyn- de bleek vuilgeel, met witagtige Stree- pen over ’t Borstlluk en Lendenfchild. De Kop egter is van eene byzondere gedaante en zeer groot in vergelyking met andere Wantzen > zynde byna zo lang als het Borstlliik , driehoekig en naar vooren met de fniiit omgeboogen, Zy onthouden zich in deKoornairen en byzonder in die der Garst; in Duitsch- land fchynt -ze zeer gemeen te zyn , want ik heb meer dan cens 6 , en meer fluks derzelven in onderfcheiden bezendingen van Infeélen ontfangen. flanche XV. Fig. 102. La Punaise A Museau de Rat. (de la 2^^, Famille*^ Cétte Punaife n'a rien de remarquable pour ce^ qui concerne la couleur , étant d un pale blanc fale , avec des rayes blan^ châtres fur le Corfekt & fur rEcuJfon; la Tête efl toutefois d'une forme partu culîere & îrés-grojfe en comparaifon d'au^ tres Punaifes , étant pref que aujji grands que le Corfelet , triangulaire ^ recourbée en avant avec- la Trompe. Elle fe tient dans les épis de bled ^ furtout àant ceux d'orge. Il paroit quelle ejî très-^ commune en Allemagne., car j en ai reçu plus d'une fois 6 Sf d'avantage dans dif¬ férons envois d'Infedtes, Ijnn. Na\ pag. Hunaije a Tête àllùngk, 4 Mufeau de rat. 723. 59 Cimx acumînaîm. Geoffroy înf.. Tm. L pag. 472. N. 77. La De Geer hj, Tom, IIL pag. 27 u N. 10. Fl. 14. Fig. {2 La Fig. 103. De Geze'Llige Wantz. Çvan 't Gezin.) Heeft vier leden ami de Sprieten en zyn met den Kop zwart van kleur , van onder , i-s de Borst rood met zwart gevlakt, het Agterlyf zAvart en rood gerand. Deze Wantzen vind men^ in de Zomermaanden in groote menigte by elkander op den grond , by en omtrent de hammen der Lin¬ den en andere hooge Boomen , doch onder alle umlke ik gezien heb, is in v nog geene voorgekomen welke vof- maakte Vleugels had , maar alleen Fig. 103. La Punatse Socia^ble. (de la Familie,) La Tête eft noire ^ ainfiqmles Antennes avec quatre Articulations ; h defous de la ■Poîtrine rouge tacheté de noir', l Ahdo-^ -men bordé de noir fif de rouge. On trouve ces Punaifes dans les mois d'Eté en graide quantité fur le terrein les foiichesju aux environs des Tilleuls, com¬ me au jji fur d autres grands arbres ; au rejle panju toutes celles qm j ai vues, aucune ne ma paru avoir des Ailes parfaites , mais feulement des petits Etuis auxquels meme la partie inembrancufe nianquoit 4 van de WANTZEN. kort© Dekfchilden waaraan zelvs het vliesagtige gedeelte ontbreekt5 men zou ze dcrhalven wegens deze ge¬ daante 9 voor bloote Alaskers ot Nim¬ fen aanzien , indien dezelven niet reeds in die gemelde gellalte in ftaat waren om te kunnen voortteelcn , ’c welk zo veel my bewust is, by geen Infect , nog in den Haat van Nimf zynde, plaats heeft. DES PUNAISES. 63 Oö àvroit donc par conféquent les con- Jtdérer, rélativement à leur confignratiop, couîtne des Chryfalides ou Niniplies , //, dans cette forme elles nétoient pas déjà capables à 5 cz ^ui > ciutûHt cela meft connu , fia pas lieu dans aucun hificie encore dans l'etat de Nimphe. Tinn' Nat. pa^. 727. N . 78. Cîmex Apteriis. Geoffroy Inf, Tom I uo . n. ii. PL 0» 1 yaràm. De Geer Inf.^ Tom. IIL pag. 276. N. 20. Punatje rougi .îS noire fans ailes. Sllser Gejeh. pag. 97. Tab. 10. Fig. 14. F/g. 104. De Bloedroods Wantz. (van ’P 6-^e. Gezin.') Heeft den Kop en de Sprieten zwart, de zuiger is kort en omgeboogen, het Lyf is bloedrood, behalven lietLenden- fckild en de rand aan ’t agterfte gedeelte van ’t Borstfliik, welke fluweelzwart is ; de Dekfchilden hebben het lederagtige gedeelte rood , maar de vliesagtige punten zyn gelyk als ook de Vleugels bruin van kleur; de Booten zyn rood maar aan de Knien derzelven zwart. Men vind deze Wantz in Surinamen\ Doch in Duitschland word zy ook ge¬ vonden , maar die is byna half zo groot dan de hier afgebeelde. Fig. 104. La Punaise rouge m SANG, (de la Familie.) Elle a U Tête SP l<^t Antemie's mires , U Trompe e/l courte recourbée , le Corps 7’QUge de fang., excepté l'ECu/fon le bord de la partie pojlérieure du Corfelet qui font d’un noir velouté. La partie écailleufe des Etuis efl rouge , mais les pointes membraneufes font brunes , ainji que les Ailes. Les Pattes font rouges , mais leurs genoux noirs. On tire cette punaife de Surinam ; Elle fe trouve cepen^ dant auffi en Allemagne , mais près de la mitîé moins grafule que celle qui ejl ici répréfentée. Goeze Enî. Beyîr. Tom. U. pag. 255. N. 6. Cimex Scmguînms. Fig. 105. De Bruine Wantz. Qvan P 4"^^ Gezin.) Dit geheelc Infeâ: is ligtbruin, al¬ leen op de Dekfchilden ziet men twee vuil witte dippen en tw^ce halve maans- Fig. 105. La Punaise brune.^ (de la 4"^^. Familie.) Tout eet Infecte efl brun clair., feule- ment voit -0:1 fur les Etuis deux points blanc fale , c? deux taches en forme de de- 1 2 DESCRIPTION 64. BESCÎÎRYVING wyze vlakjes van laastgemelde. kleur; de vleugels zyii wit. Deze is het Wyfje van Fig- loó. men vind ze hier in de Tuinen op Bloemen en andere plantgewasfchen. 107. De Bladluis-Leeuw- agtige Wantz. (ym 't 7'^^. Gezin.') Deze Wantz heeft de gedaante van het Masker of Nimf der Bladluis- Leeuwen 5 QHemerobii.) waar voor men dezelve ook op het eerste gezigt zoude aanzien : maar naauwkeurig befchouwt zynde, dan ontdekt zig aan den Kop een zuiger ? welke de halve lengte van ’t Lyf bellaat; daar in tegendeel de voornoemde Bladluis leeuwen gee- nen zuiger , maar fchaarswyze kaake- beenen of Gebit hebben. Ik weet niet hoe de gelteldheid der -Vleugelen van deze Wantz is, dewyl ik nog geene heb aangetrofFen welke volmaakte Vleugels en Dekfchildcn had; hebben¬ de de hier afgebeelde nog maar de Vleiigelfcheden, waarin de Vleugels als nog verborgen waren^ Zy ont¬ houden zig op onderfclieiden Boom- en Plantgewasch. Fig. io8'. De Waterlöopstek. (}'an I 7'*^ Gezin.y Deze, Wantz verfchild met die wel¬ ke op Plaat IX. Fïg. 63. is afgebeeld; de voorste Pooten zyn korter en voor aan het Borstftuk naby den Kop ge¬ plaatst, Van onder is het Lyf zilver¬ kleurig wit en eenigzins glanzig, de mi lune de cette dernïere cotdeur ; les Afles font blanches. Celle ^ ci efl la Fémelle ds la Fig. 106. Elle fe trouve ici dansles Jardins fur les fleurs & autres plantes. Fig. 107. La Punaise Hemerobe, (de la 7°^^. Famille.) Elle a la forme d'une Larve ou Nîm- phe de la Puceron-lion , (Hemerobii) pour laquelle on la prendroit au premier coup d'œih mais en l'examinant ferupuku’- fement^i en découvre à la tête une Trompe qui s'étend à la moitié de la longueur du corps; tandis qu'au contraire la fufdite Puceron - lion na aucune trompe , mais me mâchoire en forme de cizeaux. Je ne fais pas quelle efl la àifpofition des Ailes de cette Punaife , puifque je n'en ai encore point rencontré qui euflént des Ailes S des Etuis parfaits ; celle qui efl répréfentée ici ayant feulement les Fourreaux oh l'es Ailes éfoient renfermées. Elles fe tiennent fur différentes fortes de Plantes S? Arbr ffeaux. Fi. 108. La Punaise courêuse dTalv ( de la Famille.) Cette Punaife dffere de celle quon voit dans la Planche IX^ Fig. 63 ; les Pattes antérieures font courtes g? placées au de^ vaut du Corfelet proche de la tête. Le deffous du Corps efl blanc d argent If en quelque forte lujlré. Les jeunes Pimaijés van de WANTZEN. de ionee Wantzen van deze zoort, zvn zo lange dezelve nog geene Vleu¬ gels hebben , zeer dun en fmal, en zoeken hun voedzel, even gelyk de ouden, op de oppervlakte van ftil- flaande wateren, alwaar zy Vliegen, Muggen en andere dergelyke Iniecxen zeer behendig weten te vangen, A. vertoont dezelve in eene vliegende gedaante. des punaises. 6s de cetie efpéce^ auffi longtems quelles nont pas encore des Atles^ font très ^petites & minces^ cherchant leur nourriture .y de n^e" me que les vieilles^ fur la fur face des eaux croupies , oU elles favent attraper fort adroitement des mouches , des moucherons autres infedles pareils. La meme efi répréfentée par la Fig. A, dans unepoflu-. re volante. PLAAT Xr. Fig. XIII. De Gestreepte Waterwantz. De afbeeldingen nioeîke Rôsel en Geoffroy van eene Waterwantz hebben gegeven, verfcinld tn eenige opzîgten met deze. Ik Hvyjfel egter niet of onze Afbeelding Jlrookt volmaakt met die nvelke de Heer Linnæus bedoelt heeft onder de benaaming Gestreepte Waterwantz. (Notonecta Striata). Want wanneer men dezelve door een maatig vergrootglas befchouwt , gelyk aangeweezen, dan ontdekt zig dat het Borstjtuk en Dekfchilden met veele kleine donkergeele golvswyze dwarsjlreepjes is ge fier t. De Kop ts geel, de Go¬ gen rond en nitpiitlende , de voorjie Booten zyn kort, tn gedaante als Vangpooten, gelyk die der Water- fcorpioenen, (Nefæ) doch de overige twee paar Ploten zyn -gelyk die der overige ^ Watei wantzen. rNoTONECTÆ). Hot Lendenfchild ontbreekt in deze zoort. Heelligt maakt dit InfeCl nog een Mid- delgefiacht uit, tusfchen de evengenoemde Notonectæ, en waarfchynlyk zullen die voor■- gemelde onderfcheiden kenmerken den Heer Geof- F.^OY aanleiding hebben gegeven, om ze onder den byzonderen Gejlacht-Naam Corise te bejchryven. Zy zwemt niet op den Rug, gslyk de gewoone, die hy Fig X en XI. cp de voorgaande XLlte Blaat is af geheeld’, maar op den Buik, en geneert zig met vliegen en andere Infeclen welke zy met de voorjte Booten wet te vangen, en met den vinnig fie eken., den Jnuit iinteznigen. Daar Woonplaats iS injiil- Jiuande Wast en en Boelen. PLANCHE XV. Fig. XIIL La Punaise Aquatique rayee. La répréfentatioD que Rösel & Geoffroy onc donné d’une Punaife Aquatique eft, ii quelques égards, différente de celle-ci, & je ne doute point que notre répréfentation ne s’accorde par¬ faitement avec celle que Linnæus a placé fous la dénomination de Punaise Aquatique rayee , (Notonegta Stricta) car quand on l’examine avec une fimple Loupe, ainfi que la fait voir la Fig. B , on découvre , que le Corfelet & les Etuis font ornés de petites rayes tranTverfales , ondées, d’un jaune foncé. La Tête eR jaune; les Yeux font ronds & faillans, les Pattes anté¬ rieures courtes, en forme d-e ferres, comme les Scorpions Aquatiques , (Neiæ) mais les deux autres paires de Pattes font femblables à celles du rcRe des Punaifes Aquatiques (Notonectæ^. L’Ecuiïon manque à cette efpéce. Peut-être cec Infeéle fait«-il un genre mixte entre les fusdits Nepæ &: Notonectæ , & vraifemblablement les différens caraâercs ci-deflus mentionnés ont don¬ né lieu à Mr, Geoffroy de la décrire fous le nom de CoRisE. Elle ne nage point fur fon dos com¬ me la commune, qui efl: répréfentée par les Fig, X & XI. fur la planche XL’^® précédente, mais lur le ventre, & vit de mouches 6 c autres infcéles qu’elle fait attraper très-adroitemenr avec fes Pat¬ tes anterieures , & fucer avec fa forte trompe poinrue. Son habitation eft dans des eaux crou¬ pies ou bourbiers. 66 BES CHR Y VING PLAAT XVI. Fig. 109. De zwartst rooü- G K S T R i' E P r E AVa N T Z. (vüu V Gezin.') De Sprieten beftaRn uit V3T leden en zyn gelyk de Kop en liet Lyf zwart, van boven over ’t EorstHuk donkerrood geflreept, en onder op het zwart met roode Hippels. Plet Lendenfchild is groot en bedekt byna het gehecle agterlyf, de Dekfchilden en Vleugels zyn donkerbruin, aan de randen rood; de Pooten zyn geheel zwart. Deze Wantz is zeer onder- fcheiden met die welke op de IDe Plaat hy Fig, 9. is afgebeeldt. Zy is my door den Wel Ed. Heer M. Houttuin Meel DoBor ter afbeelding medege- deelt, zyn Ed. heeft dezelve met meer andere Infeólen uit ^apan ont- fangen. jF/g. iio. De Twee-vlae. (vm "t Gezin.) Deze Wantz heeft den Kop asch- kleurig , het Borstfluk geelagtig , en op het zelve twee fluweelagtige zwar¬ te vlakken , op de onderzyde is het Lyf en de Pooten ligtbriün van kleur. De Heer William Paterson heeft deze zoort op deszelfs reizen aan de Kaap de Goede Hoop ontdekt, en ze my nevens de volgende ter afbeeldin- ge gegeven. description plaat xvl Fig. icp'. La Punaise noire à raves rouge s. (de la pe. Familie.) Les Antennes confijïent en mei Artkii^ lapions & font noires , ainfi que la Tête Êf Ie Corps, excepté le de fus du Corfekt qui eft rayé de rouge-hriin, gf k defous tiqueté de rouge fur le noir. HEcuifon eft grand fi? couvre prefque tout lAPido'^ men, les Etuis fif le% Ailes font brun foncé fi? rouge aux bords; les Pattes font toutes mires. Cette Pimaife;difere beau- coup de celle qiion voit fur la ip. Planche par la Fig. 9. Elle rn a été communiquée par Houttuin, Eoéleur en Médeck ne, qm la reçue du Japon avec d'autres Injectes. Fig. Il O. La Punaise â deux taches Noires, (de la 2de. Famille.) Oette Punaife a la Tête gris cendré, le Corfekt jaunâtre, fur lequel font deux taches noires veloutées. Le defous du Corps fi? les Pattes font brun clair. William Paterson a découvert cette dans fon voyage au Cap de bonne Llperance me la donnée pour en faire la f épréfeniation, ainfi que la fuivante. v A N DE W A N T 2^ E Fk . III. De Patersons-Wantz* (van V 3de. Gezin-') Dccft vyf lôden aan de SpristGîi ^ de ffrondkleur van ’t geheele Lyf is bruin, van boven met geelagtige Itree- pen aartig getekent , he_t Lendenfchil is groot maar eindigt in een fcherpe tip op het agteriyf, dat zeer breed is en ter zyden de Dekfchilden lucfleekt. Van onder is het Lyf bruin en geel geftreepc. Zy is van de Kaap de Goe¬ de Hoop- Bg * 1X2. DeJaponezer-Wantz* (van V 3 ^-- Gezin.) De Sprieten beftaan uit vyf leden, en hebben, nevens het geheele Lyf eene bleek vuil - groene kleur ; de Schouders aan ’t Borstftuk eindigen in een doornagtige punt, de einden der Dekfchilden en Vleugels zyn wit en glasagtig doorfch^niend. Zy berust in het aanzienlyke Kabinet van den liee- re M. Houttuin, en is uit Japan. Bg. 113* De Olvfeleurige-Wa^ntz. (van V 3:^*^. Gezin.) De Sprieten beÜaan uit vyf leden en zyn bruinagtig rood van kleur, het Borstlluk is bezet met een menigte van kleine putjes gelyk gechagrineert leder ; van onder is het Lyf geel , doch de randen van ’c agterlyr met bruine dwarsKreepen gcfiert; de Poo- ten zyn bruinrood. Zy is uit Surina- mn , en berust in het Kabinet van den Hecre. M. Houttuun» ^ DES PUNAISES. 67 Fig. 11 f . La Punaise Paterson. (de la Familie.) Elle a cinq Articulations aux Antennes; le fond de la couleur de tout le Corps^ ejl brun , le dejfus avec des taches jaunâtres joliment* dejjinées; l'EcuJJon efl grand y mais il finit en pointe aigue fur l Abdomen y qui eft fort large , Êf faillant aux cotes des Etuis; le défions du Corps eft brun y rayé de jaune. Elk vient du Cap de bonne Elpérance. Fig. M2. La Punaise du Japon; (de la 3‘“L Famille.) Les Antennes confiftent en cinq Articu^ lationsy S? ont y ainfi que tout le Corps y me couleur de vert fale terni; les Epaules du Corfelet ; fi terminent en pointe épinem fi les extrémités des Ailes Êf Etuis font blanches & tmnfparentes comme du verre. Elle vient du Japon < 3 ? on la voit dans le Riche Cabinet deixC. Houttuin. Fig. 113. La Punaise Olive. (de la Famille.) Les Antennes y confiftant en cinq Arîï^ culations , font de couleur rouge brunâtre ; le Corfelet efl garni de quantité de petits creux , qui le rendent femblable à du cha-» grin ; le defious du Corps eft. jaune , mais les bords de lAb domen font ornés de rayes transverfales brunes y cf les Pattes rouge brun. Elle vient 'Surinam ffi fe trou-^ ve dans le Cabinet de M". Houttuin. 68 B E S C H R Y V I N G E/V. 114. De Doornpoot. (yan V Gezin.') Deze Wantz is van onder op het Lyf bruin; de Pootcn zyn mei; korte fpitze doornen bezet, de Sprieten be- Raan uit vier leden, en zyn geel van kleur. Zy is op de Kaap de Goede Hoop gevonden, en berust in de ver¬ zameling van den Heere W. Paterson. By Fig. A. is deze Wantz door het vergrootglas afgebeeld, Fig. 115. De Groene met wit GEVLAKTE WaNTZ. (van V 2'^^ Gezin,) Is aan beide zyden van ’t Lyf groen glanzig, en van onder met witte Rippels bezet; de Sprieten beRaan uit vyf leden en zyn gelyk de Pooten zwart van kleur. Men vind deze Wantz in het Gras en op veeierly Planten. PLAAT XVII. Fig* II6. De Gestippelde Wantz. (van V 2^e. Gezin.) De 'Sprieten zyn lang , en bedaart uit vier Leden, de Zuiger is bynaar zo lang als het Lyf. Op de onder- zyde is ’t geheeie Lyf geelagtig graauw met zwart geRippelt. De bo- venzyde van ’t BorstRuk en het le- deragcige gedeelte der Dekfchilden zyn met zeer kleine inwaardfche Stip¬ pen bezet ; het bruine vliesagtig ge¬ deelte der laatstgenoemde Dekfchii- DESCRIPTION. Fig. 114. La Punaise à Pattes Epi- NLusEs. (de la 4“-^'. Familie.) Cetïe Punaife a le dejfeus du Corps hrun,, les Pattes garnies d’épines poin^ tues courtes ; les Antennes confijlent en cinq Articulations , & font de couleur jau^ ne. On la trouve au Cap de Bonne Ef- pérance, 6? fe voit dans la CoUeSiion de Mr. W. Paterson. Cette Punaife eft rêpréfentée par la Fig. A^ à l'aide de la loupe. Fig. iiî. La Punaise taciiee DE VERT ET RLANC. (De la 2^c Famille.) Le Corps efl., des deux cotés., yert lui faut., Ê? garni par deffous de picotages blancs ; les Antennes ont cinq Articula^ t ions , <2? font noires , ainfi que les Pattes. On trouve cette Punaife parmi l'herbe & fur différentes Plantes. PLANCHE XVII. ; Fig^ii6. La Punaise Pointillef, (de la 2Je, Famille.) Les Antennes font longues g? conf* ftent en quatre Articulations; la Trompe eft prefque auffi longue que le Corps , dont tout le deffous eft d'un gris jaun⬠tre pointillé de ncir. Le de fus du Cor-, felet & la partie écailleufe des Etuis font garnis intérieurement de petits points ; la partie brune memhraneufe des fiifdits Etuis eft luîfante; les Ailes font brunes (SP tranfparentes. On trouve cette Pu. den VA N DE WA N T Z E N. den is glanzig, de Vleugels zyn" bruin en doorfchynendt. Men vindt deze Wantz in Japan, van waar de Wel Ed. Heer M. Houttuin dezelve heetc ontfangen. Fig, 117. De Glansrug. (yan V 3^^® Gezin.'^ De Sprieten bellaan uit vyf leden , de Kop, het Borstlhik en Lendenfchild, nevens het lederagtige der Dekfchil- den is bruinagtig Olyfkleurig, doch de Tippen der laatstgemelden zyn groen koperglanzig. Het Agterlyf heeft in zommigen een fchooneii violetkleuri- gen glans met een ligtblaauwen weer- fchyn, in anderen , gelyk het voor¬ werp waar naar deze afbeelding ge¬ maakt is, hebben ’t zelve groenagtig koperglanzig. Op de Onderzyde is het Lyf bruingeel met eenen vuilgi'oenag- tigen weerfchyn ; de Pooten zyn olyf- kleurig. Zy woonen in Surinamen, Fig. II8. De Bruine met Wit ge¬ vlakte Wantz. (van V 3^^. Gezin,') De Sprieten beltaan uit vyf leden en zyn nevens de Pooten zwart van kleur. Het Lyf is op de onderzyde vleeschkleurig met bruine vlakjes. Wegens de witte tekening op het brui¬ ne Lendenijchild, -gelykt deze Wantz naar die welke door den Heere de Geer onder de Benaamingen van de Gryze T Wantz is befchreeven en af- gebeeldt; (J) maar verfchild egter DES PUNAISES. 69 naife ou Japon» dont M- Houttuin lo reçue* Fig. 117. La Punaise au Dos luisant. (de la 3 '^e. Familie) Les Antennes confiflent en cinq AtW culations; la Tête, le Corfelet, rEcus^ fon , & la partie écailleufe des Etuis ^ font d'une couleur olive brunâtre , mais la partie memhraneujê de ces derniers, e(l vert cuivré hdfant, L'Ahdojnefi a dans quelques - unes, un beau luifant couleur violette , avec un reflet bleu clair; £? d'autres , comme^ le fujet d'a- pris lequel cette reprêfentation efl faite. Vont verdâtre cuivré luifant. Le des¬ fous du Corps efl brun-jaune, avec ùn morne reflet verdâtre ; les Faites font olive. Elles vivent à Surinam. Fig. Il8 . La Punaise brune tache'E DE BLANC, (de la 3^^^* Famille.) Les Antennes conflflent en cinq Arti¬ culations , & font, ainfl que les Pattes , de couleur noire. Le dejfous du Corps efl couleur de chair avec des petites^ taches brunes. Touchant le deflein blanc fur l E- euffon brun, cette Punaife reflemble à celle que Mon'fleur De Geir a décrite ^ repréfente'e fous la dénomination de Punaijé Y grife ; CO elle difer e cependant quant au furplus du deflein fur (♦_) De Geer Inf. Tom. 111 . pag. 333. n. 9. PI. 34. n. 9. K DES CRI P TION. 70 B E S C II R Y VI N G wegens de overige tekening op het Borstftuk en Dekfchiiden , ‘ ook zyn de tippen der laatften , nevens de Vleugelen Iheeuw-wit. Ik plaatze deze Wantz in het Derde Gezin wegens de min of meer in een fcherpe punt uit- ÏQopende fchouderhoeken aan ’t Borst- Iluk, als mede wegens de tandswyze iiitgefneeden randen van het agter- lyf Haar Vaderland is Surinamm* Zie Inleiding bladz. 3» Fig * iip. De B o n t r ü g. (yan ’t Gezin.^ Heeft vier leden aan de Sprieten, de Kop is bruin, de Oogen donkerroodü, het Borstfluk , Lendenfchildt en Ag- terlyf met zwart,geel en vuilwit aartig gevlakt en getekent. Van onder, is de Borst bruin met een geelen Streep wederzyds, en het Agterlyf geel. De vliefige Tippen der bruine Dekfchil- den zyn een weinig glanfig en de Vleu¬ gelen donkerbruin. De dikke Schen¬ kels der Agterpooten hebben onder- waards een fcherpen Doorn, welke hier wegens den Rand der afbeeldinge niet kan gezien worden. Zy woond in S«- rinamen en berust in het aanzrenelyke Kabinet van den Wel Ed. Heere M* Houttuin. Fig. 120* De G l a n s k o f. (jan ’t Gezind) De Sprieten beilaan uit vier leden, de Kop en Hals aan ’t Oranjekleurige Borstfluk zyn bleekgroen en goudglan- k Corfelet ê? les Etuis; les pointes des derniers ainfi que les Aïles , font aujjl hlanc de neige. Je place cette Punaife dans la Troifieme Familie par rapport à ce que les coins des Epaules du Corfelet fe terminent du plus au moins en une pointe aiguë y & que les bords de l’Abdo» men font découpés en forme de dents Son Pays eft Surinam. (*) Fo’Sa VAverîiJJement pag. 3. Fig. iip. La Punaise au Dos bigarre'.' (de la 4*”^. Famille} Elle a quatre Articulations aux AfU fennes ^ la Tête brune-, Êf les Teux rou^ gt ohfcur; le Corfelet., l' Ecuffon & l’Ab¬ domen font tachés marqués de noir y de jaune & de blanc foie. Le deffous ds la Poitrine ejî brun , avec une raye jauni de chaquè coté y (ÿ l’Abdomen jaune. Les parties membraneufes des Etuis bruns font un peu Imfantes & les Ailes d’un bruit foncé. Les Cuîffes épaiffes des parties pftérieures ont en deffous une épine poin¬ tue , laquelle , relativement à la pofitibn dans cette repréfentation , ne peut pas être vue. Elle habite à Surinam, & f^ voit dans le riche Cabinet de Monfieut M. Houttuin. Fig. 120 . La Punaise à Tete lui¬ sante. (de la 4nie, Famille.} Les Antennes confîftent en quatre Ar^ tkulaîiom ; la T'été & le Col , vers le Corfelet orange , font, vert pâle 0 lui- VAN DE iVANTZEN. fig; het Agterlyf is, van boven, fla- tveelagtig zware en heeft aan t einde op den vyfden ring een blaauwen glan- figen vlak. Op de onderzyde, by fVg. A. is het geheele Lyf bleekgroen en goudglanzig, van gedaante rond, doch aan ’t einde dikker dan naar de Borst. De-Dekfchilden ^yn geheel fluweelag- tig zwart, zonder vliefige Tippen en met een Wicten dwarsband over het midden derzelven; de Vleugelen door- fchynend. De Pooten hebben eene 'groene glanfige kleur. Dit fraaije In- fefb is uit Surinamn en berust in het Kabinet van den Wél Ed. Heer M. Houttuin. j/g. 121. DeGedoornde laNÖ- POOTIGE VliEGWANTZ. Çyaû V Gezin.') Heeft vyf leden aan de Sprieten, de ËOp is zwart, de \ Oogen bruin , in zommige zyn dezelvcn wit ; tusfcheii deze Oogen ziet men door middel van een maatig vergrootglas twéé der zoge¬ naamde blinkende Oogjes digt by el¬ kander geplaatst ; De Zuiger is kort en omgeboogen. Het Borstftuk is voor¬ aan , agter den Kop, met twee kleine, en aan de Schouders wederzyds met een fcherpen Doorn gewapent; op de ag- terfte punt van het kleine Lendenfchildt is nog ben vyfde dergelyke lange, maar regt overeind jftaande Doorn geplaatst. Het Agterlyf heeft aan beide zyden eene bruine kleur; de Dekfchilden zyn niet lederagtig , maar gelyk de Vleu¬ gels bruinagtig geel en eenigzins door- fchynendt ; doch hebben de laatften Ï>ES PUNJISES. yi fant comme de for; Ie de [fus de V Ahdo^ men éft noir yelouté^ ^ a -, au hout du cin¬ quième anneau , une tache hîeû reluifanU Tout le Corps fuivant la Fig. ejl vert pâle & luifant comme d)ré., d'une forme ronde , mais plus épais à l'extrémité que près de la Poitrine. Les Etuis font entièrement noir velouté , fànî pointes mem- hranetifes., mais avec une bande tranfverfale blanche fur leur milieu ; lès Ailes fànt tranf- parentes , & les Pattes d une couleur vert luifant. Ce bel Infeéîe vient de Surinam gf fe voit au Cabinet de Monfieur M. Houttuin. Fig. I2 I. La Punaisé môücmè, à ÈpiNès et longues Pattes. (^de la 6'^^. Famille.) Elle à cinq Articulations aux Antennes., la Tête noire ; les Teux font brunsmais blancs dans quelques unes ; entre ces yeux on voit , au moyen d'une loupe moyenne , ^deux petits Teux Lijfes , placés l'im près de Vautre: La Trompe efl courte recourbée. Le Corfekt eft armé d une épine pointue à chaque coté des épaules , Êf de deux petites derrière la Tête ; fur la pointe pojîérkure du petit Eciis- fon , on en voit encore une cinquième de la même longueur que celles des Epaules, mais avec la pointe droit en haut. L'Ab¬ domen ejl d'une couleur brune de chaque coté. Les Etuis ne font pas écailleux, mais, ainfi que les Æes, jaunes brun⬠tres ff en (quelque forte tranfparens; ces dernieres ayant au coté intérieur une tache brune. Ses Pattes font mires, extraor- K 2 72 B E s C H R Y V I N G aan de binncnzyde een donkerbruinen vlak. De Pooten heeft deze Wancz ongemeen lang en zwart , en zyn , naauwkeurig befchouwt, geheel met korte hairtjes bezet. Zy woond in Surinamefu PLAAT XVIII. Jlfg. 122 . De Smaragdyner* (yan 't 2"^^ Gezin»') De Sprieten beRaan uit vyf leden en zyn, nevens de Pooten donker ftaalblaauw; De groene kleur van den Kop, het Borstfluk, Lendeiifchildt en het lederagtige gedeelte der Dekfchil- den , is goudglanfig ; de vier weder- zydfe vlakken aan de randen van ’c i\gterlyf 5 blinken gelyk gepolyst Raai. Op de onderzyde is het geheele Lyf bloedrood, alleen op het midden van ’t agterRe gedeelte van ’t zelve, zyn vier, en aan de randen, eveneens als van boven by Fig, A., mede vier don- kerblaauwe glanlige vlakken geplaatst. Aan de Borst heeft zy een dergelyk vooruitReekzel, waarvan ik op hladz» 9. in de Befchryving der ^avantr - Wantz gemeld hebbe, en R welk ik aan meest alle de onder het Tweede en Derde Ge¬ zin behoorende Wantzen, volgens my- ne verdeeling,. heb waargenoomen; Dit zeldzaame en fchoone Infeél is my yan de Goudkust van jdfrika toege* zonden. DESCRIPTION dinairement longues & quand on les exa* mine de près , entièrement couvertes de pe¬ tits poils. Son habitation efl Surinam. V L A N C Fl E XVI IL Fig. 122. La Punaise Smaragdine* (de la 2^^. Famille.) Les Antennes confiflent en cinq ArtU culations , font , de même que les Pat¬ tes^ d'un bleu d'acier foncé, La couleur verte de la Tête , du Corfekt , de VE- cufon, êP de la partie écailleufe des Etuis ^ jette un reflet d'or. Les quatre taches , de chaque coté fur les bords de l'Abdo¬ men^ reluifent reffemblent à de l ader poli. Tout le deflous du Corps ejî rouge de fang-, excepté au milieu de fa partie poflérïeure , où font placées quatre taches bleu foncé luifant , & quatre autres de même couleur fur les bords , de la même maniéré que ci-deffus par la Fig. A, Sur fa Poitrine efl une exubérance , fem- blable à .celle dont fai fait mention à la pag. 9, en décrivant la Punaife Java- mi fe , 6? laquelle^ fuivant ma diviflon , fai cbfervée à prefque toutes celles qui appar¬ tiennent à la Seconde 6? à la Troîfieme Famille. Ce rare Êf bel Infe&e ma été envoyé de la Côte d’or d’Afrique. VAN DE WANTZEN. Fig- 123. De Netswyz-dek- scHiLDiGE Want Z. (yan ’i 4^*^ Gezin-') Deze Wantz heeft vier leden aan de Sprieten , de Kop , Borstfluk, en ’£ geheele Lyf is aan beide zyden zwartagtig bruin, egter hebben de rin¬ gen , op de bovenzyde van ’t agterlyf eene gryze kleur. Het geen dat deze Wantz het meest onderfcheid, zyn de aschkleurige Aderen aan de Tippen of het vliefjge gedeelte der donkerbruine Dekvleugels; de eigentlyke Vleugelen zyn ligtbruin. Zy woont aan de Kaap de Goede Hoop, Fig- 124. De Pedel-WaNtz. (van V 4^®. Gezin.) Heeft zwarte Oogen en Sprieten. Voor ’t overige is ’t Lyf met de Dek- fchilden bloedrood , de Tippen der laatften zwart, de Vleugelen bruin en de Pooten bruinrood. Men vind ze aan de Kaap de Goede Hoop en ook op dè Kust van Coromandel* Fig. De witte Halsband. (van V 4^®. Gezin.) De Kop is bruinagtig geel, de Do¬ gen en Sprieten zwart, als mede de Pooten; kort agter den Kop heeft het Borstfluk een witte ftreep, en een van dezelvde kleur aan ’t einde van ’t gemelde Borstffuk voor het Lenden- fchildt. De Vleugelen zyn donkergeel gelyk zig dezelven by Fig- B. vertoont, LES PUNAISES* 73 Fig. T23. La Punaise aux Etuis à re'zeaux Veinee. (de la 4"‘^ Familie.) Cette Punaife a quatre Articulations aux Antennes ; la Tête , le Corfelet , ^ & tout le Corps des deux côtés font hrim noir⬠tre , avec cette différence que les Anneaux^ du deffus de l'Abdomen font gris. Ce qui fait la plus grande variation de cette Pu¬ naife., ce font les Veines gris cendré aux pointes de la partie membraneufe des Etuis brun foncé. Les vraies Ailes font brun clair* Elle vit au Cap de Bonne Ei- pérance. Fig. Da Punaise Eedfau. (de la 4'»e. Famille.) Elle à les Peux ê? les Antennes noir; d'ailleurs tout le Corps ^ les Etuis font rouge de fang^ les pointes de ces derniers noires , les Aîles brunes les Pattes brun rouge. On la trouve au Cap de Bonne Efpérance , fur la Côte de Coro¬ mandel. Fig. 125. La Punaise au Collier BLANC, (de la Famille.) La Tête eft jaune brunâtre^ les Peux font noir ainfi que les Antennes ê? les Pattes* Le Coifflet a , peu après la Tê¬ teune tache blanche., & une de la mêms couleur à fon extrémité devant PEcuffon* Les Ailes font jaune obfcurainfi quon les voit par la Fig. B, ou cette Punaife y vue par de fous y eft repréfentée les Ailes ' K3 74 B E S C H R Y V î N G alwaar deze Wantz aan de onderzyde mec uitgebreide Vleugelen is afgebeeldt. Ik hab ze van de Kust Giiiné en ook van Coromandel ontfangen. jRg. 12(5. De roode witgestip- TE Wantz. Qvan V 4^^^, Qezin.') De Sprieten en Oogen van deze Wantz zyn zwart, het Lyf is op de onderzyde bloedrood , de Pooten en Zuiger zwart; De Tippen der Dekfchil- den wit. Fig, C. vertoont dezelve in eene vliegende geflalte, en Fig. D. is de afbeelding eéner Nimph van dezel¬ ve; deze heeft het Lyf van boven in¬ gedrukt en plat, aan de onderzyde ge¬ heel rond. Zy woond op de Kust van Coromandel, plaat XIX. Fïg, 127. De groene Koolwantz. (van "t 2 ^ 0 . Gezin,^ ‘ De Sprieten hebben vyf leden en zyn bruinagtig van kleur, het Lyf is aan beide zyden bleekgroen, gelyk ook de Dekvleugels ; de Vleugels bleek graauwagtig groen , welke kleur de Pooten mede hebben. Deze gelykt eeiiigzins naar de fTanSz van dejene^ yerhesfen (Cimex ^uniperus Linn. Sp, 48.) maar ontbreekt de geele ran¬ den aan ’t BorstHuk. Op de volgende Plaat heb ik eene Westindifche Wantz doen afbeelden , waarmede de laatst¬ genoemde meerdere overeenkomst heeft. Ik heb deze Wantz op den Witten en DESCRIPTION déployées. Je Vai reçue de la Côte de Guinée, fi? une aujfi de Coromandel. Fig. 126, La Punaise rouge à points blancs, (de la Famille.} Les Antennes g? les Teux de cette Pmaife font noirs; le dejfous du Corps efi rouge de fangy la Trompe noire,, ainfi que les Pattes, Les Pointes des Etuis font Manches, La Fig. E la repréfente au vof Êf la Fig, D ejl la repréfentation de fa Nymphe , laquelle a le defus du Corps plat & concave , le dejfous ejl en^ tierement rond. Elle vît Jur la Côte de Coromandel. PLANCHE XIX. Fig. 127. La Punaise verte des choux. (de la 2^^. Famille*} Les Antennes font avec cinq Articu¬ lations é? brunâtres; le Corps ejl de chaque coté vert pâle , ainfi que les Etuis; les Ailes g? les Pattes font d'u¬ ne couleur verdâtre pâle. Cette Punaife refiemMe , en quelque forte , à la Pu- naife du Genevrier , (Cimex Junipe- rus , Linn. Sp. 48.} à l'exception ^ des bords jaunes du Corfelet qu'elle fia pas. Sur la Planche fuivante fai repréfenté une Punaife des Indes Occidentales , à laquelle cette dernier e mentionnée a plus de rapport. J'ai trouvé cette Punaife fur des choux rouges (J fur des Mânes , VAN PE W-ANTZEN. BES PUNAISES. 75 Rooden Kool gevangen. Zy onthoud mais elle fe tient auffi fur d'autres pim* zig ook op andere gevvasfchen, als me- tes, comme auffi dans les Prairies. de in de Graslanden. r INN. Sy{l Nat. pag. 722. N. 44. Cimex Prafims. De GEEa Inf. Tom. III. pag. 266. N. 9 Pt4- naife toute verte, Geoffroy Inf. Tom. I. pag. 6Ö4. N. 61. La Punaife verte. Fig* 128. De Lederagtige Wantz. (van V Gezin.') Heeft vyf leden aan de Sprieten , de Pooten van boven bruin en onder bruinagtig geel, welke laatstgenoemde kleur ook ' het Lyf op de onderzyde heeft. Het Borscftuk is bezet met een menigte van kleine ingedrukte flippen, niet ongelyk aan fagrynleder. De ran¬ den van ’t Agterlyf zyn merkelyk ge- tandt, en aan ’t einde is wederzyds .een zwarte blinkende platte doorn ge¬ plaatst , geiyk zulks Fig A. aanwyst. Haar Vaderland is Surinamen. Fig. 12^. De Pharaos-Wantz. (^van ’t Gezin.) De hier afgebeelde is naar eene .Nimph van het Wyfje dier Wantz , welke wy hladz. 19. PI* IIL Fig* 20. Lett. B. hebben befchreven en afge- beeldt. Zy heeft reeds de Vleugels fcheeden en is derhalven in den laatfien .flaat van Nimph. Het Lyf is inge¬ drukt en veel platter dan de volmaakte Wantz, de randen aan ’t Agterlyf zyn een weinig verheven. Op de onder¬ zyde is zy geheel zwart, behalven dat de ringen bruinagtig rood gevlakt zyn. Ik heb ze uit Surinamen ontfangen» Fig. 128. La Punaise Ecailleuse. (de la Familie.) File a cinq Articulations aux Antm^* nes; les Pattes font brunes en dejfus & pime brunâtre en de [fous ^ de laquelle derm niere couleur le de fus du Corps efl aujjî. Le Corfelet efl couvert d'une quantité de petits points concaves^ ajfez femblables au chagrhe Les bords de VAbdomen font diflin&ement dentelés , aux extrémités eji placée une épine noire platte lijfe de chaque coté ainfi que la Pig. A le mont r A Son Pays ejl Surinam. Fig. i2p. La Punaise Pharaon. (de la Famille.) Celle-ci efl repréfentée d'après me Nymphe de la Femelle de cette Punaife dont nous avons donné la defeription la re- préfentationj pag. 19. PI. LI. Fig. 20. Lett. B. Elle a déjà les Fourreaux , étant par conféquent dans le dernier état de Nymphe. Le Corps efl concave en dejfus , Êf beaucoup plus plat que la Punaife parfaite ; les bords de l'Abdomen font un peu relevés. Exceptez les Anneaux tachés de rouge brunâtre , tout kdejfous du Corps efl noir. Je l'ai reçue de Su¬ rinam, 7Ö BESCHRYVING Fig* 130* De Driekleurige- Wantz. (yan V 4^^. Gezin.^ Heeft zwarte Sprieten die uit vier leden beflaan. Het Borstfluk is zwart met bloedroode randen, en twee der- gelyke vlakken op ’t midden, het zwarte Lcndenfchildt is mede aan ’t einde met een roode vlak gefiert. De Dekfchilden hebben een dergelyken rooden rand als het BorstHuk, en voor ’t overige geheel zwart. Het agterlyf is zwart en met wit geringt, maar de Borst is nevens de Pooten geheel effen zwart. Men vindze in Surïnamm. Fig. 131. De Bed - Wantz. Gezin-') Dit Infed is in ’t algemeen bekent onder de Benaaming van Weegluis , JVandluis en Bedwantz , daarvan, dat zy zig veel onthoudt in de Wanden of Miiuren , doch allermeest in de houten Befchotten der Bedfleden en Ledikanten , byzonder wanneer men de Matrasfen niet genoeg reinigt of uitklopt. De jonge Wantz eerst uit het Ey gekomen, is byna wit; na de eerfle verhuiding worden zy bruin, en volwasfchen zynde hebben ze eene bruinroode kleur. De Sprieten beflaan uit vier leden, de Kop is klein, de Oogen zwartbruin, de Zuiger is kort en beflaat naauwlyks de lengte van het Borstfluk, t welk gelyk als het agter¬ lyf, in ’c midden is ingedrukt en plat, behalven wanneer de Wyfjes den Buik met Eiertjes hebben , alsdan zyn ze van boven rond, doch onder plat. Het description Fig. 130. La Punaise de trois cou¬ leurs. (de la 4me, Famille.) Elle a des Antennes mires avec quatre Articulations., le Cor filet noir avec des bords rouge de fan g , ^ deux taches de la même couleur au milieu. DEcuJfin noir efl^ auffi orné d'une tache rouge à lex^ trémité., gf les Etuis., comme le Cor filet., fint bordés de rouge. Les Pattes g? la Poitrine font entièrement de couleur noire., ainfi que le refie du Corps., excepté T Ah* domen qui efi cerclé de blanc fur le noir. On la trouve à Surinam. Fig/131. La Punaise des Lits. (de la 4^^. Famille.) Cet InfiSte efî connu en général fous la dénomination de Punaifi des Lits ou des 'Bois du. Lit , parcequelle fi tient frér quemment dans les barres du lit ^ quoique quelquefois auffi dans les murs , mais le plus fouvent dans les Piliers., les Planches ou Bois du lit , furtout quand on ne net- toye , ou qu on ne bat pas affez fouvent les Matelats, Les jeunes Punaifis font au forti r de l œuf pref que blanches; après la première métamorphofi elles font brunes; gp , dans leur état parfait , d'un brun rouge. Les Antennes confiftent en quatre Articulations; la Tête efi petite, les Teux font brun-noir ; la Trompe efi courte , ayant à peine la longueur du Corfilet, ■lequel , ainfi que l'Abdomen , efi concave & plat au müieu , excepté quand les fé- melles ont le ventre plein d'œufs , étant pour lors rondes en deffus. & plattes en deffous. L Abdomen efi ovale comme DES PUNJISES. 77 VAN DE WANTZEN. aïïterlyf is Eirond, en beftaat uit Agt ringen (Bg. B) aan den eerlten ring vind men in plaats der Vleugelen, wee langwerpige, platte hoornagtige leii, niet ongelyk aan de Vleug elsIch-e- den der Nymphen van andere Want- zen, welke na de laatfte verhuidinge, Dekfchilden en Vleugelen bekomen. Het Infedl is aan de randen met korte, llompe en eenigzins gekrulde hairtjes bezet, die egter niciar door het ver¬ grootglas kunnen gezien worden. De Pooten zyn aan de Dyen dik, doch de Schenkels en Beenen dun, de voeten beftaan, gelyk van alle Wantzen, uit drie Leden. De Bedwantz is een Nagt Infe^,zy verbergt zig by Dag, en komt in de Nagt ten voorfchyn. In de Zomerda¬ gen vermeerderen zy zig, koude of voril kunnen zy niet uitftaan , maar worden bedwelmt en bewegen zig wei¬ nig. Zy kunnen egter lange zonder Voedfel leven en komen dierhalven in de Lentetydt wederom uit hunne fchuil- hoeken, als wanneer ook de door de Moederwantz gelegde Eieren uitkomen en dierhalven hun Gellacht meer dan te veel wordt onderhouden. V efele Na- tuuronderzoekeren en anderen, heb¬ ben middelen opgegeven, om dit ake¬ lige en Rustverftoorende Infedl te ver- dryven, en ten dien einde eene me¬ nigte van planten en kruiden, enz. voorgefchreven, maar wynige hebben een goed gevolg gehadt. De Terpen- tynolie, het aftrekzel en rook van Ta¬ bak , Osfengal en Kamfer zyn met voordeel gebruikt ; Juchtleder in be- hoorlyke veelheid in een vertrek ge- m œuf, & confijïe en huit anneaux. (Fig. B) premier anneau on trouve , en place d -Ailes , deux parties ovales, plattes, de ïa nature de la corne, a fez femblables aux Fourreaux des Nymphes d'autres Punaifes, qui deviennent Etuis Ê? Ailes après la derniere métamorphoje. Cet InfeSte ejî garni aux bords ^ petits poils courts , émoufés & frifés, qu on ne peut voir cependant que par le moyen d une loupe. Les Cuifes font ^ épaifes , mais les fambes minces; les Pieds confia fent en trois Articles, ainfi que ceux de toutes les Punaifes. La Pmmife des lits ef un Tnfe&e mBurne, qui fe cache dans le jour pour fe produire la nuit. Dans les jours d'Eté elles fe multiplient , mais elles ne peuvent réfijter au froid , le gel furtout les engourdit au point quelles peuvent à peine fe remuer ; elles vivent cependant long-tems fans nourriture ; par ce moyen , fortant au Printems de leurs Jombres azyles, dans le tems même que tes œufs, laifés par d'autres meres, commencent à éclorre , elles perpétuent que trop leur défagréable engeance. Plufeurs Natura- liftes Êf autres ont donné des recettes pour détruire cet inquiétant Êf tourmen¬ tant infecte , & ont prefcrit dans cette vue quantité de 'plantes, de Drogues Êfr., dont, un très-petit nombre a eu le fuccez attendu. JL Huile de Térében- tine , la Décoction S la fumée de Ta*- bac , le Fiel de bœuf, & le Camphre , ont été employés avec avantage. Dit Cuir de Ruftk , mis en certaine qitm- îîté dans une chanére, chafe ces détefta- L plaatst 78 B E S C I-I R Y V I N G plaatst verdryft deze Gasten Men heeft my verzekert ^dac door het plaat- zen van eenen Pot, gevuldt met het zogenaamde Emàtm- Kroos^ onder de Bedlleden, deze Wantzen zyn verdre¬ ven, ook kunnen zy de Lucht van de Teer niet verdraagen* Het zekerlle middel egter is > dat men uit de Ver¬ trekken , waarin deeze Infecfen zig be¬ vinden, al het Houtwerk wegbreeke, de reeten en gaaten in de Muuren wel digt voege, en de geheele Wanden der Muuren met verfche Kalk,die metVi- trioolwater gemengt is, overllryke, en zich de zindelykheid als eigen maake. De Spinnehoppen en Mieren zyn naar deeze Infeden zeer gretig: Ook vind men onder het Gelïacht der Wantzen zelve, eenige zoorten, welke de Bed¬ wan tz vervolgen, inzonderheid de zo¬ genaamde Drek of Vheg-Wantz (Ci- mex Perfonatus^ en veelligt dat ook die Uitlandfche Flkg-Wantzen Xill. Fig. 85. 86. 90 en 91. als mede die van Fig. i2r. PL XVIIL met allen welken onder het 6'^® Gezin behooren , in de heete Luchtllreek deezeii aangenaraen Dienst verrigten* DES CRIPTION bles hot es On ma ajfuré qu"en pla^ gant un pot rempli des Eentiïles aqua¬ tiques ^ fous les planches du Ut les Pu^ naifes dijparoijfent. Elles ne peuvent pas non plus /apporter l'odeur du Goudron. Ee meilleur expédient pour fe déharrajfer de ces InfeSles dans les chambres oU elles fe trouvent^ eji de détruire tout le bois^ & d'enduire les fentes , les trous des imrailles y g? toutes les places oîi elles fe tiennent^ de couches épaiffes de chaux vive y dans laquelle on a mêlé de l'eau de Vitriol, Par ce moyen on obtiendra la propreté de* Jirée. Les Araignées S? les Founnis font fort friandes de ces Infe&es , £? l'on trouve auff dans la race des Punaifes memes , quelques efpeces qui recherchent ceU les des lits , en particulier ^ celle qu'on ap^ pelle la Punaife Mouche **, (Cimex Perfonatus) & peut-être les Punaifes^ Mouches étrangères de la PL XIIL Fig. 85 î 86,. 90 en comme auffi celle de la Fig, 121. PI. XVIII 5 avec toutes celles qui appartiennent à la 6^^^^ Famille , exé’- entent ce bon office dans leur Pays natal* Lînn. 715. n. T. Ctmex LeElularius. De Geer, Inf. 7 ü«. IH ta^ 206 n <2« Kÿ“/. D. X.% nfi. tóxwK, ’lMl CD Om P‘.iltpryen enz, mor de Motten te &0- woarm, is het Juchtleder bekend'.^ maar gedroogde Hoppe is een allerzeeksrst middel , wanneer men in begin der Maand Maart , de Pelteryen eerst wel ni tgeklopt, en als dan de Drooge Hoppe daar iusfehen Jlrooiê y en be^ooten bewaarU (*> Pour garantir la Pelleterie des Teignes, OB connoit le bon effet du Cuir de RulTie, mais ie Doublon fec eft l’antidote le plus fûr, quand, au commencement de Mars , après avoir bien battu la Pelleterie, on feme du Houblon fec. & qu on la place dans un lieu fermé. (*‘J a Un Uadz. 27. PL V- ffg.js. (»») Voyez «-devant fo. 27. P|. V. Fig. 3®. VAN DE WANT Z EN. DES PUNAISES. 79 Bg* 132. Het Dwergje. (vm V 4^'"- Gezin.') Deze is een der kleinften onder dit gezin der Wantzen. De Sprieten be- llaan uit vier leden, waar van het laat- lle Lidt dikker is dan de overigen. De Kleur van ’tLyf en derPooten is Staal- blaauw, de tippen der bruine geele Dekfchilden zyn nevens de Vleugels wit en dooiTchynend, by Fig. C. heb ik dezelve vergroot doen afbeelden : men vind ze op onderfcheiden Plantge- wasfchcn , voornamentlyk op de Sm- ring. PLAAT XX. Eig' 133* Violetkleurige; W A N T z. (van V Gezin.) De Sprieten beftaan uit Vyf leden, de Oogen zyn rood , de Pooten blin¬ kend zwart , het Lyf is op de on- derzyde geel en aan ’t Borststuk, we- derzyds, met twee donkerblaauwe glan- Bge Vlakken. Zy woond in Surinamen, en is afgebeeld naar eene uit de Verza¬ meling van den Wel Ed; Heere E. de Marre. 134. De Groene Geelgerande Wants, (van I 2'^, Gezin.) Heeft vyf leden aan de Sprieten, de Oogen zyn bruin , van onder is het Lyf nevens de Pooten groenagtig Geel van kleur. Deze Wantz gelykt naar de Jeneverbezien-Wantz ÇCimex jimipe- rinus^ Linn. jVö. 48.} doch veiTchild Fig. 132. La Punaise Ni ne. (de la 4"^^. Familie.) Dans cette Familie de Ptmaifes , celle- ci ejï une des plus petites. Les Antennes confijlent en quatre Articulations , dont la dernier e efl plus épaijje que les autres. La Couleur du Corps & des Pattes, efl bleu d'acier; les Pointes des Etuis jaune brim font , ainfi que les Aîles , blanches & tranp parentes, ‘jfe l'ai repréfentée greffe par la Fig. C. On la trouve ici fur diverfes Plantes^ furtout fiir /’Ofeille. PLAAT XX. Fîg. 133. La Punaise violette. (de la sme* Famille.) Les Antennes font de chui Articula¬ tions ; les yeux rouges , Êf les Pattes noires luifantes ; le Corps ef., par deffous., jaune S a deux taches luifantes bleu foncé à cha¬ que côté du Corfelet. Elle vit à Surinam, ÊP efl repréfentêe d'apres une de la Collec¬ tion de Monfieur E. de AIarre. Fig. T 34. La Punaise verte à p.ords jaunes. (De la 2^1^. Famille.) Ses Antennes font de cinq Articulations , les yeux brun , le deffous du Corps Sf les Pat- tes vert jaunâtre. Cette Pimaife resfembk à la Punaife du (Cimex Junipe- rinusLinn. No. 48.) elle en diferc cepen¬ dant ^ence que le bout de l'Eciijjon nef pas 80 BESCIIRYVING DESCRIPTION. daarin, dat het einde van ’t Lenden- fchildt niet geel , maar groen, en integendeel aan de zyden een geelen rand heeft. De groene kleur van ’t 33 orstflLik en Dekfchilden blinkt gelyk Leder dat gevernist is. Men vind ze in Surinamm , en berust in de laatst genoemde Verzameling. Tig . 135. De Pisang-Wantz. (van V 3^*^. Qezïnl) Heeft vier Leden aan de. Sprieten. Het Borstftuk is aan de Schouderen we- derzyds fcherp gedoorndt, en de randen van ’t Agterlyf merkeiyk uitgefneden en getand. Op de onderzyde is het Lyf nevens de Pooten groenagtig geel, de Zuiger van gelyke kleur, bellaat de lengte van ’t geheele Lyf. Haar Vaderland is Surinamen^ alwaar ze op Banana^Bom (Miifa) wordt gevonden. jp/g. 136. De vuurkleurige Wantz. (van "t 3^®. Gezin,') Het Lyf is op de onderzyde donker rood, de randen van den Buik zwart, met vyf geelagtige witte vlakken we- derzyds , de-Pooten blinkend rood; de tippen der Dekfchilden bruin en glanfig, de vleugelen donkerbruin en doorfchynend. De Sprieten beftaan uit vier leden. Zy is uit Surinamen cn berust in de Verzameling van den Wel Ed. Heere E. de Majire. jaune , raais vert , £? quelle a , au contraire^ un bord jaune aitx côtés, La couleur verte àu Corfelet & des Etuis reluit comme du cuir verni. On la trouve à Surinam, gp ƒg voit dans la derniere ColleSfion ci-dejjm mentionnée. Fig. 135. La Punaise du Pisang. (de la Famille.) Les Articulations des Antennes font au nombre de quatre , le Corfelet eft garni d'é- pines pointues aux épaules de chaque côté^ Êf les bords du Corfelet font confîdérable- ment découpés dentelés ; le dejfous du Corps^ les Pattes font jaune verdâtre.^ de même que la Trompe , qui eft auffi longue que tout le Corps, Son Pays eft Surinam, oii elle fe trouve fur ! Arbre du Bananes (Mufa). Fig. 136. La Punaise COULEUR DE FSU. (de la Famille) Le dejfous du Corps eft rouge ohfcur , les bords du Emtre font noir , avec cinq tâches blcmches jaunâtres des deux cotés , les Pat¬ tes rouge lifté , les bouts des Etuis bruns HJf^ les Ailes brun foncé S tranfparentes , gp les Antennes avec cinq Articulations, Eüe vient de Surinam ^ fe trouve dans la Collection de Monfteur £. DE Marre. VAN i>E WANTZEN. des punaises, 8 ! Fig. 137. De Geelspriet. (^van V 3 ^"- De Sprieten van deze Wantz be- flaan uit vier leden en zyn donker- «■eel , de fchouderfpitzen eindigen in een fcherpen doorn ; een dergelyke fpitze punt is wederzyds aan de uitge- fneeden randen van het Agterlyf ge¬ plaatst en fteeken ter zyden van de Dekfchilden uit. Van onder heeft het Lyf nevens de Pooten eene vuilgeele kleur. Zy is uit Smnamm , en berust in de laatstgenoemde aanzienelyke Ver¬ zameling. p\g, 138. Het Wydbeen. Qvan V 4^® Gesm.) Deeze Wantz heeft de buitenranden van ’t Borstfluk met korte doornen be¬ zet , gelykerwys ook de verre van ’t Lyf afftaande Schenkels en Beenen der Agterpooten, aan de binnenzyde, zyn gewapent. De Sprieten beftaan uit vier Leden, de onderzyde van ’t Lyf is don¬ kerbruin , de tippen der Dekfchilden een weinig glanfig en de bruine vleuge¬ len zyn doorfchynendt. Men vindze in Surinafnen 5 en bevind zig nevens de eerstvolgende in de Verzameling van den Wel Ed: Heere E. de Marre. Eig* 139. De Roode Houtwantz. ^ (yan I 6^^. Gezin,') De Sprieten beftaan uit vier Leden de zuiger is kort en in een half rond orageboogen. De Schenkels der twee paar voorfte Pooten zyn dikker dan die Fig. 137- La Punaise aux Antennes JAUNES, (de la Familie.) Les Antennes de cette Pimaife confiflent en cinq Articulation & font jaune foncé; les Pointes des Epaules fe terminent en une épine pointue ^ l on voit une pareille pointe aiguë à chaque coté des bords décou^ pés de r Abdomen ^ laquelle s eley e aux cotés des Etuis, Le defous du Corps gf les Pattes ont une couleur jaune ternie. Elle vient de Surinam , & fe volt dans la dernier e riche Colleéîion déjà, mentionnée. Fig. 138. La Punaise à jambes E'CAr- te'es. (^de la 4^^. Famille.) Cette Punaife a les bords extérieurs du Corfelet garnis d'épines courtes , comme font auffî intérieurement les Cuijfes & les Jambes fort écartées des Pattes poftérieu- res. Les Antennes conffent en quatre Ar^ ticulations; le de fous du Corps efl brun foncé,, les pointes des Etuis font tmpeu lui- fautes , g? les Ailes brunes g? tranfparen- tes. On la trouve à Surinam, gf fe voit^ ainfi que celle qui,, fuit dans la Collection de Mmfeur E. de Marre. Fig. 139. La Punaise rouge du Bois. (de la Famille.) Les Antennes font avec cinq Articula-’ fions, la Trompe efl courte gf courbée en demi rond. Les Cuifes des deux paires de Pattes antérieures Jont plus épaiffes que les E 3 BESCHRYVING DES CRI P TI O N der agterpooten. Van onder is het Borstftuk rood , het Agterlyf bruin¬ rood , de ringen aan ’t zelve zwart. De tippen der roodgerande Dekfchil- denzyn, nevens de Vleugelen, bruin en doorlchynend. Haar Vaderland is Surinamen , alwaar ze in Oude Boomen en Befchotten van Houtwerk wordt aangetrofFen. Fig- 140. De bonte Vlieg-Wantz. (van ’t 6^^. Gezïnl) Het geheele lyf van deze Wantz is zwart met bruingeele doch een weinig naar ’t roode hellende Vlakken. De Sprieten, welke uit vier Leden beHaan, zyn donkergeel, de Zuiger is kort , niet langer dan de Kop en omgeboo- gen ; de oogen uitpuilende, twee blin¬ kende oogjes zyn agter op den Kop digt by elkander geplaatst^ welke egter door ’t bloote Oog niet kunnen gezien wor¬ den. Het Borstlluk is, agter den langen en buisvormigen hals, met twee doornen voorzien. De Booten zyn blinkend zwart. De Dekfchilden en Vleugelen bruin met zwarte Aderen en beide doorfchynendt. Ik heb ze uit Surinamm ontfangen. poftérkures. Le dejoiis du Corfelet efl rouge ^ rAbdomen rouge hrun^ gp fes an¬ neaux noirs. Les pointes des Etuis bordés de rouge , ainfi que les Ailes , font brunes g? tranfparentes. Son Pays efl Surinam, ou elle fe trouve dans les vieux Arbres ou dans les boifages. Fig. 140. La Punaise mouche bigar¬ rée. (de la Famille) Tout fin Corps ejl mlr avec des taches jaune hrun^ tirant un peu fur le rouge. Les Antennes,, qui ont quatre Articula¬ tions , font jaum foncé, La Troinpe efl courte,, arquée gp pas plus longue que la Tête , les Peux font faillans, deux petits Peux liffes fe découvrent derrière la tête , qui ne peuvent cependant être appergus àl a fimple vue , le Cor filet derrière le long Col efl garni de deux opines: Les Pattes font noirlijfe; les Etuis, gp les Ailes, brun avec des veines mires, g? les ms gp les ancres tranfparens. Je lai reçue de Su¬ rinam. VAN DE WAN T Z EN. P L A A T XXL Fig . 141 . De Reus-Wantz. Qyan ’if Gezin.') Deeze Wantz is een der grootflen welke my bekent is onder allen van dit Gezin. De , Sprieten bellaaan iiit vyf leden , de twee kleine Oogjes zyn bruin en tusfchen de groote Netswyze Oogen op het agterfte. gedeelte van^e. Famillc.j) La forme de fes Antennes efl tres dif' fél ente des autres Punaifes ^ leur première articulation efl plus épaflfe vers la fin quà la racine , la fécondé ^ la troifieme font plattes^ en feuille , quand on les exa- mine à la Loupe , comme rayées îransver- fûlement ; la quatrième pf derniere artk culation efl comme un fil épineux^ ainfi que la précédente troifieme articulation , flune , mais noir au bout. La Poitrine efl nou e en dejfous , avec des petites ta» ^ I Abdomen efl couleur de feu aux deux cotés ÿ les pointes des E» tuis B les Ailes font blanches & trans» parentes , les Pattes jaunes» Elle vit à Surinam, oU elle n efl point commun» ^53* -kA Punaise-Mouche Jaune brun, (de la Famille.) Elle a la Tête noire , Us Teux bruns: tout le Corps & la partie écail» leiife des Ltiiis font brun jaune ou orange foncé:, deux taches blanches font placeés ^ . ^ pointes des Etuis ^ les Ailes jont noires. On apperçoit des petits pals brun jaune aux jambes de toutes les fix Patm» La Trompe efl courte & en dmt rond recourbé, de la même VAN Dl WANTZEN, DES PUNAISES. en in een half rond omgebogen gely- kerwys alle Wantzen welke onder dit Gezin behooren, Zy is uir Surinamm. Fig. 154- De Dikke gedoornde Vlieg-Wantz. V 6 K Gezin.y Deze Wantz is geheel geelagtig asch- Meurig , alleen zyn de Oogen bruin, en de voorfte Pooten aan de beenen met korte bruine hairen bezet ; de tippen der Dekichilden en de Vleugels zyn helder wit. Het Borstfluk is vooraan op ’t eerde gedeelte van ’t zelve met twee leinregt opgaande Doornen gewapent, en de fchouder- hoeken eindigen in een fcherpe punt. Zy woond in Surinamejf alwaar ze zeer I ree tig op de Kakkerlakken aazen. Fig. 155* De Mugagtige Wantz. (van V 6 K Gezin. y Heeft den Kop y Borstfluk en ’t ge- heele Lyf bruinagtig tegelrood en blin- kent ; de fchouderhoeken van ’t Borst¬ fluk zyn met een zwarten fcherpen Doorn gewapent, de Dekfchilden en Vleugels bruin en doorfchynendt y de Pooten bruin y en door ’t vergrootglas gezien, met hairen bezet. Zy woond in Simnamen. manière que toutes les Punaîfes qui appar¬ tiennent à cette Famille. On la trouve à Surinam. Fig. 154. La Punaise Mouche à epines- EPAISSES, (de la 6'^^ Famille.) Elle ejl entièrement d'un gris cendré jaunâtre , excepté que les Teux font bruns , ^ que les Pattes pojîérieures font garnies de poils bruns courts ; les pointes des E- tuis , 6? l^s Aîles font blanc clair ; le Corfelet eft armé en avenu fur fa première partie de deux petites épines droites , 6? chaque coin des Epaules fe termine en une pointe aigue. Elle fe trouve à Surinam ou elle dévoré le Kakkerlaque , dont elle ejl fort, avide. Fig. 155. La Punaise Mouche. (de la 6'“-. Famille.) Elle a la Tête , le Corfelet , Êf tout le Corps d'un rouge de tuile brunâtre & lije ; les coins des Epaules du Corfelet Jont armés d une épine mire pointue ; les Etuis 6? les Ailes font bruns êP trans- parens , les Pattes brunes , êP 9 l^^ voyant à la loupe , garnies de poils. Elle habite à Surinam. PLAAT XXIL. PLANCHE XXII. - Fig. XIV. De Breede Waterscorpioen. Pig. XIV. Le GraxD'Scorpion Aqüati<2^ue. Deze gelakt naar den zogenaamden Amerikaan- B reflemble à celui qui eO: nommé Payfan Amé-^ scREN Boer op Plaat L Fig. /. hladz ï\. maar ricainy fur la Planche I. Fig. L pag ii ; mais il verf chili niet alleen van denzelven wegens den bree- n’en différé pas feulement par rapport à la Trom; e den. en dikken Zuiger^ maar ook wegens het maakzel large & épailTe, mais auffi par ia conffruélion dt< PLAA r 90 B E s C II R Y V I N G PLAAT XXIIL DESCRIP TION RL ANC HE XXIIL Fig* i5<5. De Bruine en geel Fig. 156. La Punaise brune & GESTREEPTE WaNTZ. JAUNE RAYÉE. (van 't GezinI) (de la Famille.) Ileeft korte Sprieten welke het In- Elk a des Antennes courtes , quelle fc6b ter zyden aan den rand van ’c loge de côté aux bords du Corfelet , con- Borstftuk verbergt ^ dezelve beilaan f^ant en quatre Artkulatlons ; le Corfe- nie vier leden, het Borstftuk is groot kt eft grand ê? couvre ! Abdomen , les cn bedekt met hetzelve het geheele Etuis g? les Alles; k dejfous du Corps y agterlyf, de Dekfchilden en Vleugels. S ks Pattes font jaune verdâtre. Elk Op de onderzyde is \ Lyf en de Poo- habite à Surinam, ten graauwagtig geel. Zy woond in SurinameiL 157* De Wantz met het geele Fig. 157. La Punaise à ancre jaune Anker op het Lendenschild. sur l’Ecusson. (van V Gezin,j (de la 2^^. Familie.) De Kop van deze aartig getekende La Tête de cette Punaife , joliment Wantz is geel de uitpuilende Oogen peinte , ejl jaune ; les Peux faillans font zyn bruin , de zwarte Sprieten beflaan bnms ; les Antennes noires confijlent en uit vyf leden, het BorstHuk is geel en trois articulations; le Corjelet ejî jaune met zes zwarte ftreepswyze vlakjes ge- ^ orné de petites taches noires en forme de Bert , op het lendenfchild is eene geele rayes ; fur lEcuffon ejl un àeffein qui ne tekening welke niet oneigen de gedaan- différé gueres de la figure dtin Ancre , te van een Anker waarvan de geele vlak gp dont la tache jaune fur la pointe in- op de onderfte punt van gemelde férkure dudit Ecuffon rend affez bien le Schild de Lip of Lepel van ’c zelve jet ou la cuilkre dudit Ancre; k deffous uitmaakt. Van onder is ’t Lyf geel du Corps ejl jaune avec des petits points à^T ‘OQorfle Pooten ^waaraan de 'leden en Voeten meer- Pattes antérieures, donc les articles fj rapprochent ûer naar die àer IVater Wantzen en niet naar t^ang- plus des Punaifes Aquatiques, n'étant point fcmbla- pQoten gelyken, a^s die der andtren onder dit Gefiacht bks a des Serres comme celles des autres qui appar- tehoorende. Hn geheele InfeCt is blinkent briiin y tiennent à ce Genre 'Tout l’Infeéte cil brun )ifie., hebbende de punten der Dekfchilden een donkergroen- les pointes des Etuis ayant un luifant verdâtre cigtigeij Koper glans y de Vleugelen zyn donkerbruin foncé. Les Aïles lont brun foncé & un peu pourquoi elle fi préfinte comme la lettre Vy en noir fur le dos. Les Ailes font blan¬ ches Êf transparentes. Son habitation eft aux Indes Occidentales, Fig. 178. La Punaise du Goyavier. (de la -4'n«i •FatnBIè.) Sa Tl te eft jaune y le Col blanc y le Corfelet âP le Corps orange foncé. Les Antennes êP ks Pattes font noires. On la trouve à Surinam fur le Goya- O 2 Suri- tao BESCIIRYVING DESCRIP TIO N. Sufmmm op de Goyaven-boom, CP^* dio.) C) Jufrou^vt) Meriak Sur. Inf. PU I9« iV «R Tak van dtzen Boom afgeheeldt. F/g. B. De Blinkende Wantz^ (van V 3^*^. Gezin.') De hier afgebeeldè is eehe verfchei- denheid van die welke op de XX^e Plaat by Fig» 148 is te vinden. Het Borll- iluk, Lendenfchild en Dekvleugels zyn zeer glad en blinkend , het Lyf is aan beide zyden nevens de Pooten geel van kleur. Men vindze in Stirmamen. F L A A T XXVL Fig> 179» De Ma CAI-Want z* (van V 3^^^ Gezin.) De fpirieten van deze Wantz befbaan uit vyf Leden , de hoeken aan de Schouders van het Borflfttik puilen een wynig uit, het Lendenfchild is klein 9 jnaar de Dekfchilden zyn geheel Le- cleragtig, de V^leugels donkei-bruin, dog het L} f heeft aan beide zyden dezelfde bruine kleur gelyk als het Borllltuk zig in de afbeelding vertoont. Zy word in Surinmen op de Wefl-indifch© Difbef- plant gevonden (f). (t) De afieeldingen van deze Plant is hy MERU.2f Sierc, In/. PU 6 ti vier (Pfidiö). (*) (♦) UneBrarche de eet Arbre eft repréfcniée par Kiademoifeile Merian . Sur. Inf. PI. 19. Ffg. B. La Punaise Lisse. (de la 3®®. Familie.) Céïk-ci ejï urn variation de la Pmaifi reprêf entée fur la Planche X’X^^Fig. 148. Le Corfelet\ l'Ecujfon & les Aîles font très spolies lijfes., Le Corps , des deux cêtés , ainf que les Pattes , de couleur jatme. On la trouve à Surinam. PLANCHE XX FL Fig. 179. La Punaise Macai. (de la Famille.) Les Antennes confjlent en cinq Articu¬ lations 9 les Coins des Epaules du Corfeiet font un peu Jaillans , lEcuJfon ejl' petit e, mais les Etuis font entièrement écaiîleux.-:^ la Couleur des Aîles efl brun: foncée là: Corps ejl , des deux cotés , de cette mém. couleur brune que le CorfeleP fait voir dans la réprefentation. On la trouve à Surinam fur la PlanU du. Chardon, des Indes Occidentales, (f) Cf) Li repiëftntitîoT? de cette Plante Te trouve fur la Pt Ö*. Suri. iûf. par Mllt. Afiriëa». Fig. ▼an Dl WANTZEN* DES PUNAISES^ loi Fig^ 180. De Groingerande Wantz^ (van "t GezînJ) De fprieten beflaan uic vyf Leden, het Borlllluk is aan de Schouders een weinig puntig uitllekend ; het zwarte Agterlyf is aan de randen groen en aan ’t einde met twee doornagtige Hekels voorzien , van onder is ’t Lyf en de Pooten groen, de Dekfchilden zyn me¬ de groen , dog naar de einden bleek rood geflreept, de Vleugels hebben ee- ne witte en doorfchynende kleur* De Heer J.C.Sepf heeft ze uit Duitfchland ontfangen en dezelve my ter Afbeel¬ ding mede gedeelc* Fig. i8r. De Bonte Dikspr’Et. Qyan V 4K Cezim') Deze Wantz heeft vier leden aan de iprieten , van welke het derde aan t einde breed , romi en plat is f twee kleine blinkende Oogjes zyn een weinig agterwaarts tuflchen de twee groote NetswyzeOogen op den Kop geplaatll, de zuiger is lang en beflaat twee derden der lengte van ’tgeheele Lyf. De Dek¬ fchilden zyn voor’tgrootfle met.geelag-' tige iterke aderen doorwev'en, de Vleu¬ gels hebben eene Violetklsur welke doorfchynend is. Op de onderzyde is het Lyf aan de Borfl zwart met ?oiod gevlakt , het agterlyf is in ’t midden, gelyk als- van boven' gekleurc en aan de randen met roode en zwarte vlakken; dc Pooten-zyn bruüiï de agtari^n aan Fig. 180. La Punaise à bords- verts. (de la Famille.) Les Antennes mftflem en cinq Articu¬ lations; les pointes 'des épaules du Corfelet ont une petite faillie , l'Abdomen mîr , fur les bords vert , ejl pourvu aux extré¬ mités^ de deux pointes épineufes. Le des¬ fous du Corps & les Pattes font vert;- les Etuis font aujjî vert , mais Jîriés d'tm rouge pale proche des extrémités^ Les Ai¬ les ont une couleur blanche & transparente. Monfieiir J. C. Sepp l'a reçue dAllemagne Ê? me la communiquée pour en faire cetts repréfentation* Tig.- i8 r . La Pünapse bigarrlEs, aux Antennes épaisses. (de la 4^^^ Famille)’ Cette Pimaife a quatre Articulations aux Antennes , dont la troifieme ç(i au bout large , ronde & platte ; deux petits Peux liffh fint placés un peu en arriéré fvr la fête entre les deux grands Peux à.fézean ^ la Trompe efi longue , couvrant les deux tiers de la longueur de tout le Corps- La pim grofj'e partie des Etuis eft entrelaeée de larges veines jaunâtres ; les Ailes ong une couleur violette tranfparente ; le dejfotnt du Corps fur k Poitrine efi mit tacheté de rouge , l Abdomen efi coloré de h mêmx modéré au milieu aux bords des ta- cites rouges g? twires- Les Pattes fonf brunes , les pofiérieures étant épaijfis aux Ciii fes , Ê? les Jambes aux côtés extémur S intérieur garnksd une fminbrmme ÿïatt^. O 3 , 102 B E S C H R Y V I N G de Schenkels dik , en aan de Scheen- beenen aan de buiten en binncnzyde met een plat vlies bezet. Zy is uit Oofl-indien , en beruR nevens de drie volgende zoorten in het Kabinet van den Hoog wel geboren Heere Raye van" BIIEUKEEERWAERT, P 7 g. 182. De Bruine Dikspriet. (van "t Gezin.') A'^cclligt is deze het Mannetje der naahvoorgaande Wantz , want die is een AYyfje , en de hier afgebeeldé was een Mannetje ; de Iprieten derzeïven komen nagenoeg met elkander overeen, zynde het ronde blaadje aan het derde" Lidc ligt geel van kleur ; het Agtcriyf is op ’t midden Menie-rood , aan de zyden zwart en aan de randen met bruingeele vlakjes getekent. Op de on- derzyde is het Lyf bruin zonder eeiiige andere tekening , de Pooten zyn ook bruin, de agterHen veel dunner en aan . de fcheenbeenen zonder die gemelde Vliezen , welke wy by ’t Wyfje aan- raerkten. Haar vaderland is Oofl-mdkn. Fig. 183. De HARTvoRMfGE Borst¬ schild - DRAAGSTER, (vm V 4de Gezin.) Dc zonderlinge gedaante van’tBoffl- Auk dezer Wantz, heeft my aanleidiu- ge ter gemelde Benaaming gegeeven. Op de onderzyde is de Borft,. het Ag- teiiyf e'u dePocten van dezelfde bruine D ES CRIP T10 JSr Elle vient des Indes-Orientales fe voît^ ainfi que les trois fuivantes fortes., dans le Cabinet de Monjieur Raye de Breu- KELERWAART. Fig. 182. La Punaise brune à An¬ tennes épaisses. (de la 4^^ Famille.) Peut être celle-ci efl le Mâle de la pè- mJtieme Punaife^ qui eft une Fénidle^ Ê? le fi jet de cette repréfentation étoit un Mâle. Leurs Antennes ont ajfés de res- femhlance la petite feuille ronde de la troi- fieme Articulation étant d'un jaune clair^ U Abdomen eft rouge de plomb au milieu., noir aux cotés ^ 6? marqué de petites tâches jaune brun fur les bords. La partie infé¬ rieure du Corps eft brune fans aucun des- fein; les Pattes font aujft brunes., les pos¬ térieures beaucoup'plus,minces & fansAei fusdites, .Membranes aux . fambes que -nous ‘ avons obfervées à la Fémelle, Son Pays eh les Indes - Orientales. • Fig. 183., La Punaise porte - bouclier^ EN forme de Coeur. (de la 4’”e. Famille.) . La.forme particuliere du Corfelet.ma> porté à la fusdite dénomination. Le de[jous> du Corps, la Poitrine, l'Abdomen ^ les- ^ Pattes font^ de la même- couleur orange hiun 5 alnji que l Abdomen ^ la partie Oran- VAN DE WANTZEN. DES PUNJISES. 103 Oranjekleur, gelyk het Agterlyf en het êcaïlleufé du dejfous des Etuis. Elle vient lederagtig gedeelte der Dekfchilden op des Indes - Orientales, de bovenzyde, Zy is uit de OojïAndien, Fig. 184* De Surinaamsche Fig. 184. La Punaise Chevaliere de Ridder-Wantz. . ’ Surinam. , (yan "t 4^®. Gezin.') (de la 4™®. Familie.) Deze heeft veele overeenkomfï: met Celle-ci a beaucoup de reÿembïûnce avec eenC' Europifehen Wantz , welke de une Pimaife Européenne que le célébré Lîn- Heer Linnæus , met den Naam van Ci- ymus a titrée du nom de Cimex Equellris ; me% Equeftris getytelt heeft ; alleen is feulement elle plus grande que cette der- dezelve grooter dan de laatflgemel- niere ff). Sur la partie inférieure i la PoE de (*). Op de onderzyde is de Bo/ft trine ejî rouge de fang avec des taches mi- bloedrood met zwart gevlakt, het Ag- res ; T Abdomen eft aujfi rouge avec des an-, terlyf mede rood en zwart geringt, de neaux noirs ; les Stigmates & les Pattes font lugtflippen en Pooten zyn 00k blinkend aufi noir lijfe. Elle efl de Surinam. ' zwart. Zy tût Surinamen. (*) Linn. Syp. Nat. Vag. 726. rc. 77. Zïe C*) Linv. Syft. Nât. ‘^26. No 77 Vovez 09 ,^ onze voorgaande FL NUL Fig. 57. B. en Fl. aulii ia piécédencc Pl.'VIIL i'ïâ» Ö7. li.ÛiPE. XV. XK Fig, 99. Fig. 99. PLAAT XXVII. PLANCHE XXVIL Fig, 185. De Wandelaar. Fig. 185. La Punaise Pelerin, (yan V 2^^^. Gezind) (de la 2'^^. Famille.) De fpricten van deze Wantz bcflaan Cet InfeBe a les Antennes noires avec uit vyf leden en zyn zwapt, de Oogen cinq Articulations cf des grands Teux fait-. zyn groot en uitpuilende. Op de on- lans. La partie inférieure du . Corps efl derzyde is het Lvf eveneens getekent également marquée que F F en (Jon éf tes aïs het lendenlchild en de Dekvieugcis Etuis, ceft a dire jaune grifdtre avec des te weeten grysagtig geel met donker- taches brun foncé. Les Pattes font jaune bruine vlakken; de’Pooten. zyn bruin- brun. On la trouvée Jlir la Cote de Coco» geel. Zy word op de kuilen mandcrÊf ^ Bengale. âel en Bengalen gevonden. Linn. Fyjl. Nat. pag. 721. No. 40. Cimix Peregrinator, Sülzsrs Gcfch. pùg. 97. Tah, lo. Fig. î3. Ds Riiiends, rtg. 104 BES C HR Y VING Fig, i86. De Pisang-Wantz. (van V Gezin.') Op de voorgaande XX^e piaat Eg. 135. hebben wy het Wyfje van deze Wants afgebeeldt; deze is het Mannet¬ je ’t welk op beide zyden van ’t Lyf, benevens de Pooten eene geele kleur heeft, de Schouders en de randen van ’t Agcerlyf zyn fcherp gedoorrit. Sul- ZE geeft in deszelfs Gefchkhte der InjeBen pag. 96. Tab. 10. Fig, 8. de afbeelding van eene Wantz welke met deze eenige oyercenkomfl heeft, Edog is die geen¬ zins de Cime% Aeantharis Linn. no. 38. want de eigentlyke Acantharis van IJn^ m., behoorde onder in3/n Gezm, 't welk door den Prof. Fa-ricius als een byzonder Geflacht onder de Benaaming Reduyius , van dç Wantzen is afge- zondert. Fig. 187. De Roosen Wantz. (yan V a^e. Gezin.) Dit kleine Wantzie heb ik gemeen- lyk in de zogenaamde Pmintie Roos gevonden ; het heeft vyf leden aan de fprieten, de onderzyde van *cLyf is op 't midden Bruin en aan de randen Afch- kleurig: de Pooten zyn ligtbruin. De tippen der Dekfchilden zyn nevens de Vleugels helder doorfchynent, By Fig. A is dezelve door het vergrootglas' af¬ gebeeldt. JDESCRIPTIOJ^. [Fig. 186. La Punaise de Pisang. (de la Familie.) Sur la Planche précédente XX^f. Fig. 135. nous avons repréfenté la Femelle de cette Pimaifi; .celle-ci en eft Ie Mâle., dont les deux côtés du Corps , comme les Pattes ^ font d'une couleur jaune. Les Epaules . gf les bords de l'Abdomen font garnis d'épine s pointues. Sulzer, dans fin Hiftoire des Jnfedes pag. 96. Table lo. Fig. 8. donne la repréfentation d une Pimaife , qui a quelque rejfemhlance à celle-cicependant celle Ad n eft du tout poht la Çimex Acan- tharis, Linn. No. 38; car la vraie Acan- tharis appartient à ma 6"*^. Famillede la- quelk le Prof. Fabricivs fait un genr-ç particulier fous la dénemination de Redu- vius. Fig. 187, La Punaise DES Roses. (de la Famille.) ^ C eft généralement fur les Rofes de Pro¬ vins que j ai trmivé cette petite Punaife ; elle à cinq Articulations aux Antennes; la partie inférieure du Corps eft brune au mi¬ lieu & gris cendré aux bords. Les Pattes font brun clair les pointes des Etuis , ainji que les Ailes , d une claire transparence. Elle eft repréfintée par la Fig. A^ grojjle d la Lçupe. van de WANTZEN. DES PUNAISES. 105 Fig. 188. De Bruine Dik- Schenkel. (yan V 4^^. Gezin.) De fprieten van deze Wantz zyn on¬ gemeen lang 5 en beflaan uic vier Le¬ den ; hec geheele *lnfeél is bruin een wynig naar het roode hellende. De dikke fchenkels der agterpooten, heb¬ ben by ’t gcwrigc der kniebuiging eene holte of goocje, ’t welk ter zyden met korte doornen is bezet; in dit gootje plaatft het Infeét de Beenen, wanneer hec zig in den ruilenden ftand b vindt. Ik heb ze van de Kaap de Goede thop en ook uic Surlnamen onclange:i. Flg. 189. De A CA JOU-Wantz. ■Çyan V 4^^ Gezin.) Deze fïerlyke Wantz heeft het Lyf op de onderzyde Karmozynrood met zwart gevlakt ; de fprieten zyn zwart en bedaan uit vier leden , de Booten bruingeel met zwarte vlakjes; de dikke fchenkels der Agterpooten zyn inwaarts gedoomd en over ’t geheel met pukkels bezet en als gegranuleert. De Dek- fchilden zyn zwart met rood gevlakt, de vleugels hebben eene bruine kleur. Zy word in Surinamm op den /ïcajou' pmn gevonden. Fig. 188. La Punaise lrune à cuis¬ ses ÉPAISSES. (de la Famille.) Les Antennes font extraordinairement longues , ’Ê? confftent en quatre Articula¬ tions. Tout l Infedfe ef hrim tirant un peu fur le rouge. Les Cuijjès épaijfes des Pattes pofîérieures ont à la jointure des ge- noux un creux ou concavité dont les bords font garnis d épines. C eft dan^ cette cou- cavité que l Injedte place jes Jambes quand U efl dam un état de repos. Je lai reçue du Cap de Bonne Espérance â? aujji de Surinam. Fig. 189. La Punaise de l’Ac^ou. (de la 4^"^ Famille.) Cette belle Ptmaîfe a la partie inférieure du Corps cramoify tacheté de noir , les An¬ tennes font noires ■:-: con Jîent en quatre Articulationsles Pattes jaune brun avec des petites taches noires ; les uiffes épaijfes des Pattes pojlérieures font garnies d épines à l intérieur Êf par-tout couvefîes de pe¬ tits picots éJ* comme grénelées. Le^ Etuis font noirs tachés de rouge ; les Ailes ont une couleur brune On la trouvée à Suri¬ nam fur /’Acajou. io 6 B E S C H R Y V I N G DESCRIPTION J%. 190. Het Zuidlandsciie Geele Schild. (vm I 4^*^. CezinC) Dcze Wantz heeft de fprieten, Oo- gen en Pootcn zwart ; het Borlliluk bruin met een donkergeelen dwarsflreep over het zelve , het Lendenfchild en dc Dekvleugels zyn ook donkergeel , het Agterlyf is bruin aan de zydén en van onder briiinagtig geel. Zy is my door den Wel Ed. Heer Blomfield vereert, met verzekering dat dezelve op eene derEylandcn in de Zuidzee is gevangen. Fig. 191, De V/astz der Caf- F £ 13 o o JM E N. (ru// V Geziu.)- De fprieten , welke uit vier Leden beftaan, zyn zwart, de Kop en Oogen bruin , het BorïlRuk bruinged , met een bruin vlakje naby den Hals , het Lendenfchild is zwart , het Agterlyf donker geel met roode ringen en byna aan ’t einde van ’t zelve een zwarten vlak. De Booten hebben eene ligtbrui- ne kleur. Men vind ze in Surinamen op den Coff'yhoom. Mg. 192. De Vlieg wantz met DEN ZaDELRUG. (yan V 6 ^^. Gezind) De bandvormige fprieten van deze Wantz beftaan uit vyf leden vooraan den Kop zyn twee doornen, aan ’t be- Fig. 190. La Punaise du Sud à Bouclier jaune. (de la 4«'e. Famille.) Cette Punaife a les Antennes , les Veux gp les Pattes tmir , le Corfelet hrun , ayant par deJJ'iii des ftries îransverfales jaunes; rEcuJjon ÊP l^s Etuis Jont aujji jaune foncé ; l'Abdomen efl hrun aux côtés fip jaune brunâtre par dejfous. Elle ma été communiquée par Monfieur Blomfield, avec ajfurance quon la prife dans une des- IJles de la Mer du Sud. Fig. 191. La Punaise de e’Arbre D U C A F F JÉ. (de la Famille.) Les Antennes., qui confîjlent en quatre Articulations^ font noires., la Tête & les Teux hrun , le Corfelet jaune hrun avec une petite tâche brune proche du Col. r Ecusfon efl noir , V Ahdomeu jaune foncé avec des anneaux rouge , a , une tache no¬ tre vers fon extrémité. Les Pattes font d un brun clair. On la trouve a Surinam fur l’Arbre du CafFé. Fig. 192. La Punaise Mouche à Dos Sellé. (de la 6 ^^. Famille.) Les Antennes filiformes de cette Pu¬ naife confiflent en cinq Articulations'., au devant de là Tête font deux épines ; on gin VAN DE WANTZEN. gin van het Borflduk heeft zy ook twee dergelyke als mede aan ’t einde van ’t zelve of naby het Agterlyf : Dit Borfl- iluk is in ’t midden als ingedrukt en loopt aan ’t begin en einde opwaarts, waardoor hetzelve de gedaante van een Zadel vertoont. Jk heb daarom het gemelde Borlllluk nevens de ondervleu- gels by Fig- B. van ter zyde doen af¬ beelden , waardoor men zig een duider- lyker begrip der gedaante van het zelve kan voordellen. Het geheele fnfedl is ligtbrtiin van kleur , zynde alleenlyk de Dekfchilden geelagtig geadert en de Vleugels wit en doorfchynent. -De Zuiger is kort en oingeboogen. Haar Vaderland is Surinamen (;*)• (*) Wegens o' oplettendheid mji den Corrïgeerder zyn in het v tor^aande 6de op bladz 6^. twee hinderende Drukfouten overgejlagen. De cerfie is in hst bepailsn mn ’t CrjZ'O der lö.-}.. Figuur , daar jhat onder de denaamin^e derzelve: (van ’r yde Ge zin.) mo t zyn . (van ’( 6d.' Gezin) De tweede en 'grover Druhout is in de Benaaming van F'g. If5s. alwaar men vi d: De Zwaric ringde Geel AGI IGE enz Hier gelieve de Geëerde Lezer het volgende te fielHn. De Rood en Wit gevleü- C EL de"* V L ! eg W A N 'I'Z . P^LAAT XXVIII. Fig . 193. De Surinaamsche Roodpoot. (van 't 2K Gezin.') Deze Wancz heeft vyf Leden aan de fprieten , de Kop , Borltduk eii hcc le- deragtige gedeelte der Dekfchilden is ■ donkergroen en als Sagrynleder gepuk- kelt, de tippen der evengeinelde fchil- den hebben eenen donkergroenen ko¬ DES PUNAISES. 107 on-en voit aujfi deux femhlahhs au conmteme’ ment du Corjelet , de même qu'à fin extre- mité auprès de rAbdomen. Ce Corfilet efl au milieu comme concave en fi rele¬ vant au commencement & à la fin , de manière qu il montre afièz bien la forme d'une fille. Cefi pourquoi fai fait rc- préfenter par le côté le fusdit Corfelet & les Ailes inférieures par la Fig. B, au moyen de quoi on peut fi former une idée claire de fa forme. Tout l'infidfe efl brun clair .y les Etuis feulement étant veinés de jaunâtre pf les Ailes blanches gf îranfi parentes. La Trompe efl courte ^ ar¬ quée. Son Pays efl . Surinam (^). (*) Par inattention du Corrc^leur, deux fautes nuifiblcs fe font gliHees dans la précédente 6me. Cahier, pag. 63. La preaiiere eft en détermi¬ nant la Famille delà Fig 1Ó4, au bas de iaaueÜe eft fa oénoiwination , (,, de la y me. Famille”.) doit être (de la 6me. Famille. ) La 2de. & plus gvofle faute eft dans la dénomination de la Fig, 1Ö5. ou l’on t'ouve, La Punaise wouciik Jaunaire, &c.” Le refpedlabfe Leéteur aura la bonté d’y fubftituer ce qui fuir: La Punaise Mouche a AÎles Rouge et Blanches. PLANCHE XX VI U. Fig. 193. La Punaise de Suri¬ nam à Pattes rouges. i(de la 2 K Famille.) Cette Punaifi a cinq Articulations aux Antennes; la Têtele Uorjèlet ^ la par^ tîe écailleufi des Etuis font vert brun & picotés commé du chagrin. Les Pointes des dits h'Juis ont un vert foncé avec un reflet cuivré; les Ailes fini brunes; le de fus.de P 2 per- ïo8 B E S C H R Y V I N G DESCRIPTIO N perglans, de Vleugels zyn bruin. Het Agcerlyf is van boven , zwartbruin en aan de randen bruinrood; op de onder- zyde is het geheele Lyf bruinagtiggeel cn met blinkende zwarte ilreepen ge- ziert. De Zuiger en Pooten hebben ecne fchoone roode kleur. iVlen vind ze te Surinamen in de Graslanden. Fig, 194. De Roodgerande Zwarte Wantz. (van V Gezin»') De fprieten van deze Wantz beftaan nit vier Leden , van welke het Jaatfte bruingeel en de drie eerden zwart van kleur zyn ; de Kop nevens de overige deden van ’t geheele Infed is zwart¬ bruin 5 behalven ecne bleekroode dreep op ’t midden van ’t Bordduk en een dip van dezelfde kleur die op ’t begin van d Lendenfchild geplaatd is; de tip van dit laatdgenoemde, nevens de rand van ’t Bordduk en agterlyf bloedrood. Op de onderzyde zyn de vyf laatde ringen van ’t Agterlyf wederzyds met vyf blin¬ kende ronde roode vlakjes geziert ; de Pooten zyn zwart. Zy woond in Sn- flnmien» Fig * 195 - De Cacao-Wantz. (yan 't 2^^, Gezin.) Heeft vyf Leden aan de Ij'jrieten, de Kop 5 Bordduk en Dekfchilden zyn gcelagtig en met veele kleine door el¬ kander loopende dreepjes en dippels getekent, zommige hebben op de even- T Abdomen ejl hrtin noir , Êf aux bords rouge brun. Tome la partie inférieure du Corps efl jaune brunâtre ornée de f ries mires lifes. La Trompe ôf les Pattes ont une belle couleur rouge. On la trouve à tiurinam dans les Prairies. Fig. 194. La Punaise noire à BORDS ROUGES. (de la Famille.) Les Antennes coiffent en cinq ArtU culaîions , dont la derniere ef jaune brun S les trois premières noires ; la Tête , ainf que tout le refle du Corps de ILn^ fedte ef brun noir , excepté une raye rouge pâle au milieu du Corjèlet , gp un point de la même couleur placé au commencement de rEcuJfon., les pointes de ce dernier.^ de même que le bord du Corfelet de l Ab¬ domen 5 font rouge de fang. Les cinq der¬ niers Anneaux de l Abdomen font ornés par de fous de cinq petites tâches rouges lifes ^ rondes^ de chaque côté. Les Pattes font noires. On la trouve à Surinam.. Fig. 195. La Punaise du Cacao.. (de la 2'^^. Famille.) Elle a cinq Articulations aux Anten¬ nes ; la Tête , le Corfelet Sf l^s Etuis font jaunâtre avec un grand nombre de petites rayes ^ pointes s''entremêlant. Quelques unes ont fur lesdits Etuis me ge* VAN DE WANTZEN. DES PUNAISES, 109 gemelde Schilden eenen rooden weer- fchyn. Pleü Agterlyf is , van boven zwart, aan de randen, en op de oncer- zyde geel van kleur. De' Pooten en Zuiger zyn zwart. Men vindze in de ÏVefl4ndkn op den Cacao-Boom, Fig , 196 . De onbeste]>?dïge Wantz. . (van V ^^^Gezinl) Van deze Wantz vind men veele ver- fcheidenheden, welke egter maar alleen in de kleur beltaan. De hier afgebeel- de is een Wyfje , ’t welk den Kop, Bord- en Lendenfchild bruingeel van kleur heeft, aan den tip van laatdge- noemde fchild is een klein zwart dreepje, de Dek vleugels zyn groen aan de einden witagtig graauw en doorfchy- nend, de vleugels hebben eene heldere witte kleur. Op de onderzyde is ’t Lyf benevens de Pooten bruingeel, de Oo- gen zyn zwart , welke kleur de fprie- ten , die uit vyf leden bedaan , ook hebben. De twee kleine blinkende Oogjes , fchitteren, door het ver¬ grootglas belchouwt, gelyk een paar Robyntjes. Zy woond in Surlnamen,. Fig . 197- De Wantz met den GES PLEE TEN KOP. (f-an 3 ^®. Gezin.y Het vooruiedekende plaatje, ’t welk den Kop der Wantzen in ’t algemeen bedekt, is aan deze als in tweën gelplee- ten en vertoont zig gelyk de zogenaamde Chatoyant rouge; l'Abdomen eft en hcdit noir ^ Êf au% bords ^ comme aujji en dcjfcus, jaune. Les Pattes (S? la Trompe fonf noires. On Ja trouve aii% Indes - Qcclden- taks fur l'Anbre du Cacao. Fig, 196. La Punaise ChaxNce- LANTE (Fémelle.) (^de la 3"!^. Famille.) On trouve une grande di verf té dans ces Punaifes, qui toutefois ne différent que par la couleur. Celle qui eft ici repréfen- tée efl une Fémelle, dont la couleur de la léte<, de la Poitrine G? de VAbdomen eff jaune brun; à la pointe dudit Abdomen eff une petite tâche noire ; les Etuis font vert aux extrémités blanchâtres trarf pa¬ reus. Les Ailes font d’un beau blanc ^ les Peux noirs., ainfi que les Antennes; les deux petits Peux liffes font de la même cou¬ leur , & vus à la loupe , reffemhlenî à une paire de petits Rubis, Elle habite à rinam. Fig. 197. La Punaise à TêTK FENDUE. (de la 3’^e Famille.)' La petite plaque faillanie qui couvre en général la Tête des Punaifes ,- eft dans celle-ci comme fendue en deux reffemhle aux petites Antennes barbues des Temres P 3 Baarde iio BESCIIR Y VING Raardfprictjcs der Mofjes (Tùîeæ') en die van zonimigcn onder de Spanrups-Kapel¬ len. QFiid. Geometræ.') of zo men eene andere vergelyking maken wil, dan ge- lyk als de Nypersder zogenaamde torren (1 lifter fp. Linn.') maar hier is dit gedeelte ledcragtig en hard, eveneens als het overige bekleedzcl van ’c Infecl. Onder deze puntjes zie de fnuit , die ligtbruin is, het ÏBorflflak heeft wcdcr- zyds, vooraan eene fcherpe uitloopen- de punt, en is nevens de Dekvicugels donkerbruin ; het Lenclenfchiid is ook bruin , maar wcdcrzyds wit gerand. Het J.yf is onder en boven purperagtig bruin , de Footen zyn zwart gelyk de fpricten, welke uir vyf Leden beflaan. I 3 cze is de ccnig;{lQ Wantz met eene zo zonderlinge gedaante van ’t Borflüuk welke my oit is vcorgekomen, voor ’t overige is dit Infeél zeer plat en zoude als een zagten overgang of afwifTeling tot het 5de Gezin van myne'Rangfchik- hdnge kunnen aangemerkt worden. Ik heb ze egter wegens de nog eenigzints rolronde gedaante der onderzyde van ’t Lyf, onder het 3de Gezin geplaatfl. De Wel Ed. Heer Blomfield , heeft my dit zeldzaam Dier vereerd en teffens verzekert dat men ze op de laatfle Rei- ze van Wyïen den Heere Cooic op Ota- hciü y een der Eylanden in de Rille Zee, had gevangen. Flg, 198. De onbestendige Wantz, (van 't 3 '*^^. Gezlnl) Hier geef ik de Af beelding van ’t DESCRïPTION (Tineæ) g? à celles de quelques mes des Phaldnes Géomètresou fi l on veut faire encore une autre comparaifon , elles font a fez femhlahîes aux Pinces des l’Efcarbot (f-üRer. C'p. Linn.); mais ici cette partie efi écailletfe dure comme le refie de la couverture de T Infecte. Sous ces petites pointes efi placée la Trompe qui efi d un brun clair; le Corfele a, Jur le devant de chaque coté , une pointe faillante , gf fa couleur, ainfi que celte des Allés, efi à un brun foncé; l' Abdomen efi aujfi brun, mais bordé de blanc aux deux côtés. Le Corps efi defus ê? de fous brun pourpré, les Pattes [ont noires, ainfi que les Antennes, qui confîftcnt en cinq Articulations. Cefi la feule Punaijé d une forme fi particuliere de l Ecu fon que j aye jamais rencontré. Pour le furplus cet tnjééte efi trIsolat, éf pour rolt être conftdéré comme ayant un peu de rapport & affinité avec la 5"^^. Fa¬ mille de ma Divifion. Je h ai toutefois ran¬ gée, rélatîvement à là foimje du dejfous du Corps, en quelque maniéré ronde, dans la 3’«^. Famille. Monfieur Blomfield ma fa¬ vori fe de ce rare InfeSte, en maffiurant en même tems ^ qu'il avoit été pris dans ILfle de (Jtahité, fur la Mer Pacifique, dans le dernier Voyage de feu Mr, Cook. Fig. 198. La Punaise Chance¬ la nie (Mâle). (de la 3"«. Famille.) Je donne ici la repréfentation du Mâle Man- VA^ BE WANTZEN. Mannetje der voorgaande Fig, igó. Zy is aan de onderzyde eveneens gckleiird gelyk hier de afbeelding dezelve van boven vertoont, te weten bleekbruin afcbkleurig ; de rand van ’t Borldlluk is ook eveneens min of meer met kleine tandswyze infnydingen, gelyk die van gemelde Figuur^ alleen ontbreekt hier de kleine infnyding of fj^leet aan \ be¬ gin van den Kop, waarmede het meer¬ gemelde Wyfje is voorzien. By de. volgende aoofte fjguur is nog een Man¬ netje dezer Wantzeii afgebeeldt. Fig. 199. De Groen.e Locos- Wantz. (fan V 3^^ Gezin, y Heeft vyf Leden aan de fpricten, de Gogen zyn rood, de Kop, Borilftiik, Lendenfchild en het lederagdge gedeel¬ te der Dekvleugels," is blinkend groen, dog met zeer kleine, voor het bloote Oog byna onzigtbaare, inwaardze flip¬ pen bezet ; de tippen der Dekvleiigels zyn donkergroen koperglanzig , en de Ondervleugels bruin. Het Lyf is bleek groenagtig geel en de Pooten hebben eene bruingeele kleur. De Schouders van ’t Borflfluk hebben een aanmerke- }yk lang flomp uitfleekzel, welke niet oneigen naar de zogenaamde Slakke- hoornen (of Gogen) gelyken. Men vindze in Surinamen op den Locoshoom'. DES PUN^flSES. III de la précédente Fig. 196. Elle eJÏ dw:e même couleur par dejfoui , êP telle que cette planche la fait voir par de [fus , fcavoîr d un bleu pâle tirant fur le gris cendré. Le bord du Corfelet eft aufi du plus au moins fem- blable à la dite Figure par fes découpures en forme de petites dents , feulement manque- t-Ü ici la petite découpure ou fente au com¬ mencement de la Tête , qua la fusdiîe Fe¬ melle, C efl au fl un Mâle de ces Pimaifes qui y efi répréfenté , par la Figure fuivante. Fig. 199, La Punaise Verte DU Locos. (jde la 3^^. Famille.) File a cinq Articulations aux Anten¬ nes , les Tetix rouge , la T'été , le Cor¬ felet , PE eu fan , gp la partie membraneu- fe des Etuis vert life^ mais garnis de pointes concaves fi petites quelles font im¬ perceptibles fans la loupe. Les pointes des Etuis font vert foncé cuivré,, les Ailes inférieures jaune brun, L.es Epaules du Corfelet ont une longue exubérance ohtuj'e remarcahle , laquelle ne refemhle pas mal .à celle qu on nomme Cornes , ou Teux de Li¬ maçon. On la trouve à Surinam fur rArbre du Locos. 112 BES C HR Y V ING lig* 200. D p: o nb e s t e nd i g e W A N T z QMaiu^ (van V 3"^-. Gezin,') Ik heb deze afbeelding alleen hier bygevücgt, om te doen zien hoe onder- fchciden in kleuren deze War.tz W'Ord aangctrofien, en verder niecs bytevoe¬ gen dan dat zy op de onderzyde van ’t Lyf, met de Pooten vuilgeel van kleur is , en dat de punten der Schouders even gclyk die van Fig. 190 en ip8. zeer fclierp gedoornt zyn. Fig* 201. DeRoodeVlies- r o o T. (van V Gezin,) Deze fchoonc Wantz heeft vier Le¬ den aan de fprieten , van welke het tweede, derde en vierde Lidt aan hun beginfel wit, dog voor ’t overige zwart is, men kan egter zonder een gewapent Oog naauwlyks dit onderfcheid der kleu¬ ren gewaar worden , weshalven men dezelven meeflalvoor geheel zwart aan¬ ziet. De Kop is goudgeel , de twee blinkende Oogjes glinfleren tiiffchen de groote bruine Nctswyze Oogen gelyk een paar kleine EdeJgefleentens C), De Fiais en ’t beginfel van ’t Borftftuk is ook goudkleurig, het overige van ’t Borltflük , Lendenfchild en Dekvleu- gels is fchoon groen goudglanzig en fchirtert door het vergrootglas befchoiiwt byna zo Kerk gelyk het BorllKuk van (*) esnjltrk vergm$gl:is namelyk. DE SCRIP TI O 11 Fig, 2C0. La Punaise Chance¬ lante (Male). (de la 3me. Familie.) ajouté cette repréfentation ici , pour faire voir combien cette Ptmaife eft dijféremment colorée^ n ayant rien autre à ajouter [mon que le àjjoiis du Corps g? les Pattes Jont jaune terni-, gp que les poin¬ tes des Epaules font garnies d épines très- point ue s égales à celles des Fig. ipd g? ipS-, Fig, 201. La Punaise à Pattes rouges M e M BR a n eu s Es. (de la 4^0. Famille.) Cette belle Punaife a quatre Articula¬ tions aux Antennes, dont la fécondé, trop fieme. gp quatrième Jont blanches au coni’ mencement gp au refle noires', on ne peut cependant, fans avoir Iceil armé, en objer^* ver exactement la dif'érence des couleurs'^ étant pour l ordinaire confidérée comme en¬ tièrement noire, La Tête eft jaune doré; les deux petits Peux lijfes brillent ^ entre les grands Peux a rezeaii brun, comme une paire de pierres précieujés (*j. Le Col gp le commencement du Corfelet font atifî couleur d or , le refle du Corfelet, de l E- cujfon gp des Anes efî d un beau vert luifant, gp brille, vu à la Loupe * pres- qu autant que le Corfelet du Charenfon den (*) Avec UD bon Micioscope furtout. rAN DE WÂNÏZËN; FUNJISES.- 113’ dén Corculio Imperialis ; de tippen der Dekvleiigels zyn zwart en de eigent- lyke A^leugels zwartbruin. Het Agter- lyf is op de bovenzyde fluweelagtig zwart , en aan den laatllen Ring met eenen groenen goudglanzigen Vlak ge- ziert. Op de onderzyde is de Boril en het Agterlyf hoog of oranje-geel, welke kleur de twee paar voorlte Pooten en de Zuiger ook hebben 5 - dog van boven zyn de gemelde» Pooten bruin gevlakt. De Agterpooten 'zyn aan de fchenkels rood en bruin geftreept, • de Beenen derzelven zyn wederzyds met een dun bruin en geelagtig rood gevlakt Vlies bezet, ’t welk zodanig is uitgefneden, dat hetzelve volmaakt de gedaante van een Bladc vertöont,waardoor het fcheenbeen als eene Ader doorloopt j de Voeten zyn zwart, - InperiaJe (Corculio Imperiale) C*). Lef^ pointes des Etuis font mires & les Atks- ’ propres d'un hruii mtrl L'Abdomen efl,' par deffus, d'tm noir velouté ^ (3^ of né d'une ' tache verte avec un reflet d 'or fur le derhier ' anneau. Le Çorfekt ^ l'Abdomen font , ’ en dejfous , d'un jaune orange fofteé^ de-^ ■ quelle couleur font atijp les deux paires de ' Pattes antérieures la Trompe^ 'mais le ‘ haut des fusdités Pattes efl taché de Wün, ■ Les poftérièufes ont les Cuiffes flriées rouge ‘ 5 brun; les Jambes font., de cbacjue'côté., • garnies d^une menérane mince tiquetée brun ' 6 rouge jaunâtre , découpée 'de maniéré ' quelle fait voir la forme parfaite dune ' Feuille , oh P os de la Jambe par oit comme um-' veine circulante; des ■ Tarfes font noir. ■ Ploe geerne wenfchte ik hier den Geëerden Lezer en ter voldoeninge aan zommige Groote kenners (welke my.in hunne Beytr eigen en MagaAnen de Eere hebben aangedaan om dit Werk te Re- cenferen en op hunne wyze eene goed- kêuringe te geven) te kunnen zeggen en bepaalen tôt welk een gebruik, dit en meer andere ^eets voorheen door my uitgegeven Infeéf (t) ^ deze of derge- Jyke zonderlinge ^maakzels der Agter¬ pooten dienen en dan ook nog in ’t breetvoerige te kunnen ftreeken vaii hunne byzondere Natuurhiflorie en HuiF hóuding : 'ja van alle Infeâen hoe ge- Baamt, welke van hier uk tot in Japan (gy Zié Drüry Inf. Tom, II. pag. 34, Fig. i. Ct) Fy •üQorbedd de Blad-poot, welke hier' mr op Plaat FIll is afgeheèïdt, - Combien né àeflreroisfe pas de pouvoir ■ plaire au favant LeBeuf fatisfaire ' ces grands Cotmoijfeurs qui mont fait ^ Vhonneur de m'admettre dans leurs'Moi- ' gafins pour perfeBiomer cet ouvrage. ' Que ' je fouhaiterois die jezwart, de geele kleur van ’t Borstftuk , Lendenfchild en Dekvleugels , benevens de drie zwar¬ te vlakken zyn zeer glaniig en door ’t vergrootglas befehouwt, ^dan blykt bet dat de geheele oppervlakte met zeer kleine ingedrukte flippen bezet is. Op ■ de onderzyde is de Borst zwart, bet Agterlyf geelotnet 'een zwarten vlek op ’t midden., de Booten zw^art 5 de Beenen der voorfle Booten zyn breeder dan die der vier agtefften. Men vind ze in Sumumm*- différent\ ks Antennes confient en cinq ? Articulations ; les pointes des .Epaules du Corfelet failHgmt w peu ; PEcujjm couvre P Abdomen , de maniéré que les ^ Etuis ^ les A'îles Je trouvent cachés des- fous. 'Elle nfa été mvoyée de Francfort J'ur le Main... Fig. 205. La B UN AI s E à BouciL ’ ROUGE DE SANG. • (de la 2 J- Famille.) Æà Tete fsP le Corjélet Jont rouge de Jang avec quatre taches noires les feux noirs-:, ainfi que les Antennes., auî ont ■ cinq Articulations ; : PEcuffon e/i ?'0u- ge de Jang, de même que ks deux cô- - tés du Gorps-:, mais celui-ci-ejl orné par ‘ dejjous à la - Poitrine de quatre taches quarrées noires ^ - lesquelle s en voit aiJU ‘ Jur Pyjbdomen en forme de rayes. La Trompe^ fjp les Pattes Jbnt noires. Elle habite à Surinam. Fig... 206. L a Bunai^e jaune m ^ TROIS TA(CHES. (de la Famille.) ; Get InJ'cble a cinq Articulations aü0 Antennes , . la Tête brune , les Feux noirs. La couleur jaune du Gorfelei de VEcuJfomêi des Etuis ., de .même que des ' trois taches Maires y Jont très-Iuijmtes. ■ Ln voyant toute la Jurface avec du Loupe., elle Jémble remplie de très^^petites concavité^; le dejous- de la Poitrine éjîê noir , VAbdonwn jaune avec 'une dache ■ noire au milieu y les Pattes font noires ■ fyê les Jambes des Pattes antérieures ■ plus larges que celles des quatre pojlé- ■ vicurcs. On la trouve ^ Suriuain, Bs. nE WANTZEN. tFfg, 207. De Zwarte Gepojly- STE WaNTZ. Çyan H 2^^. Gezin. y De zwarte kleur van dit Infeél blinkt : gelyk Zegellak , de V leiigels alleen hebben eene vaal 'graauwe en doorfchy- nende kleur ; de Sprieten beilaan uit . vyf leden. Het Agterlyf is aan 'c einde : breedc en als in een halfrond uicgefne- , den. Ik heb ze uit Surimmen en ook uit .MmUcMmid ontfangeu. 208. De Gehoornde Wantz, ^(yau't 3'‘ . Gezin y De Sprieten van deze groote en fraaije Wantz zyn donker geel en be¬ ilaan uit vyf leden, van welke het eerfle ,zeer kort. en met het bloote Oog byna niet zigtbaar-is. De Kop , Oogen en ’t overige van ’t Dier is gianfig groen. 'dog door een gewapent Oog vertoont zig deze kleur mat, wegens de menigvul¬ dige Hippen waar mede alle de deeien bezet zyn , de fchoudernunten aan ’t Borstfluk zyn op.geinceii lang en ver- toonen zig gel3dt aJs een paar lange om- geboogene fcherpe f looms. De Tippen der Dekfchildcn hebben eenen bruinag- tig groenen Kopergkns, de Vleugels zyn wit en helder doorfchynent. De onderzyde van ’t Lyf, Zuiger en Boo¬ ten hebben insgelyks cene ligtgroene, een weinig naai^’t geele hellende kleur. Zy is iny uit Surinamen gezonden» I>ms PUMAI&ES. iif Fig. 207. La Punaise Noibsk Folie* , (de la 2"^^ Familie.) La couleur noire de eet Infeüe reluit comme de la • cire à cacheter ; les Ailes jeules Jont dhine couleur gris fauve îranjparentes ; les Antennes confijlent en cïik[ Arikulaîîons ; T Abdomen ejl lar¬ ge à ion extrémité £3? comme coupé en delà Je l'ai reçue ^ de Surinam £ƒ d’Allemagne. Fig. 108. La Punaise Cornue. (de la 3^^®. Famille.) Les Antennes de cette grande £«? belle Lhinaje font jau ie foncé condjlent en cinq Articulâtiou ', dont la première efl très courte èf prejque iavifible à la [Im¬ pie vue; la fête ^ les Teux £3? tout h refs de CS petit animal jont vert luU (ant 5 mais ayant Vcell armé cette cou- ' leur par Gît matte , relativement à la nmt 'ylïclté des petits points dont toutes les parties Jont garnies; les pointes des Epaules du CorJ'elet font extraordinaire¬ ment longues £^ Je montrent comme une paire de longues Cornes courbées. Les extrémités cks Etuis 'ont une couleur verte brunâtre avec un luifant cuivré'; les Ailes Jbnt blanches £3? dèune claire tranj'parence, - Le dejfous- du Corps , la Trompe .i les Lattes ont également une couleur verdâtre^ mais claire tirant un peu fur le rame. On me La inmçée- de Surinam. MO BESCHRYVING BE S CRI? TI O U Fig. 209 . De Kaneelkleuiiige Want Z. (van V 3^^ Gezin.') De heerfchende. kleur van deze Wantz is roodagtig kaneelkleurig ; de randen van’t Agtcrlyf zyn wit met zwarte blin¬ kende vlekken. Onder is het Lyf geei- agtig bruin , en ieder Ring is geziert met een final donkerbruin llreepje, de Sprieten zyn bruin en hebben vyf le¬ den , de kleur der Pootén is bruin rood. Haar woonplaats is Sürinamen. 210. .De- Bruingeele^ Boschwantz. (van V 3^^, Gezin^ Heeft vyf leden aan de Sprieten, die • zwart van kleur zyn, het Lyf is weder^ zyds nevens de.Pooten bruinagtig geel, behalven het Agterlyf’t welk op de bo- venzyde zwart is. De Tippen der Dek- fchilden zyn geel , en nevens de asch- kleurige Vleugels doorfchynend. Zy woond in de Bmken en Eiksboomen^ ^ PLAAT XXX. Fig. 21 r. De Surinaamschs-GROE m EN WIT GEVLAKTE WaNTZ. ^ (van V 2^^ Gezin.) Deze kleine fraaije Wantz gelykt zeer veel naar die. welke op de voor¬ gaande XVJ. Plaat Fig. 115. is afge- beeldt., Maar zy verlchild wegens de onderfcheidene witte tekening op den groenen glanflgen grond. Onder is het Fig. 209. La Punaise couleur: DE Canelle. (de la 3“^ Familie.), La couleur dominante de xette Bunai- je ejl cxmelle rougeâtre /y les bords de rjbdomen font blancs avec des taches noires lij] es ; le dejjbus du Corps ejl brun jaunâtre , ^ chaque Anneau ejl '' orne d'une petite, raye brun foncé les Antennes font brunes £5 ?-ont cinq Articu¬ lations \ la couleur des Battes ejl dun rouge brun. Son habitation eji Surinam. • Fig. -210. La Punaise des Boj$ > Jaune brun. (cle la 3^6 Famille.). Elle a cinq Articulations aux Antcip. - nés dont la couleur ejl noire y le Corps y des deux côtés ^ ^ les Battes Jont jaune brunâtre , outre P Abdomen qui- ejl noir Jur J'a.partie (upérieure ; les extrémités des Ltuis J'ont jaune tranj'parentes comme les Ailes qui Jont dun gris cendré. ■ JAle^ habite .dans les Hêtres dans les ' Chênes. . PLANCHE XXX. Fig. 211. La Punaise verte à taches-* BLANCHES DE SURINAM. ^ (de la 2f^e Famille.), Cétte ’ belle petite Bunaife rejfembïè beaucoup à celle repréjentée Jur la pré- CidenteFimdciQ. XFL Fig. ny Mah elle en dif ere par rapport au différent deffcin blanc Jur le fond vert luijant. Le dejfous du Corps £ƒ les Battes font Xyf VAN DE WANTZEN. DBS FUNJISE3. Lyf en de Pooten geel met zwartbruine vlakjes getekent ,• de Sprieten beflaan uit vyfLéden en zyn zwart. By/^;^-. A, heb ik dezelve door’t vergrootglas doen afbeelden. Ik heb ze uit Surinamen ontfangen. Fig, 212. De Blaaüwvleugel. (yan 't 4-’®. Gezin.'^ Dé Sprieten van deze Wantz béilaait uit vier leden en zyn zwart, de Kop en ’t Borseftuk is bruin , de Oogeii zwart, de Dekfchilden vuil wit met een bruinen flip, de Tippen derzelven zyn bruin; de Vleugels bleekblaauw en d^orfchynent , het Lyf is zwart de Pooten bruin. Fig^ B is dezelfde door het vergrootglas afgebeeldt. * Men vind ze hier op de Moerhezkn. ■ Fig> 2i3. De Donkergroene Wantz. (}’àH 't 4"^®. Gezin.') De lange Sprieten beftaan uit vier leden en zyn gelyk de Kop, Borstiluk', Lenden- en Dekfchilden donkergroen van kleur, de Tippen der laacstgemel- den hebben een koperagtigen glans, de Vleugels zyn bruin.' Op de onder- zyde heeft het Lyf en de Pooten de¬ zelfde donkergroene kleur behalven de beenen en voeten der twee paar voorfle Pooten. De dikke fchenkels der Ag- terpooten zyn aan de onderzyde ieder met vier fcherpe Doornen gewapent; de Afbeelding is naar eén Wyfje; aan de Mannetjes ontbreeken deze doornen aan de fchenkels, zynde dezelven maar een wynig dikker als die der andere Pooten. Zy.woond in Surinameri, marqués de petites taches hriin noir; les Antennes confiftent en cinq Articulations ^ Jont noires. Je Tal repréfentée par la Fig. A , au moyen de la Loupe. On me Ta enmyée de Surinam. Fig. 212. La Punaisé aüx Ailes bleu.^" (de ia 4™e Familie.)- Les Antennes ont quatre Articula-' thrns gep de couleur noire , ainfî que les Teux ; la Tête , ^'îe Corfelet Jbnt brun , ^ les Etuis blanc jale avec une petite tache' brune , les extrémités des dits Etuis^ ‘ brun , les Ailes bleu pâle («f chatoyan¬ tes; le Corps eji noir , avCc dés FatîcX brunes. La Fig. B ejl la même repré* . fentée avec la Joupe.^ On -Irr trouve kl fur les Méiiriers. Fig. 213. La Punaise Vert foncj?» (de la 4-«® Famille.) Ses longues Antennes confijlent en quatre Articidations ^ Jbnt de même que la Tête .y le CotJ'elet^ TEcujJbny £2? les Etuis .y vert foncé ^ les extré^nïtés de ' ces derniers ont un îuijdnt cuivré ; les Ailes Jont brunes ^ le de fous du Cerps Ê5? les Lattes de la même c oui sur vert Jbncé , aln fi que les Jambes Tàrjes des ’ deux Lattes antérieures ; les Hanches des ’ Lattes ppfîêrîeures font chacune armées * en dejjbus de quatre Epines pointues. ■ La reprèj'ent 'atïon efl diaprés une FémeU ' le.) les Males ré ayant point de ces épines ^ leurs Hanches étant feulement un peu ' plus épaijjcs que celles des autres Lcàtes. • Elle vit ^ Surinam. ' ^ R % ■ j^2 BËSCHR YViNG Fig. 214. De Spring- (ra/i V 4^^. Gezin.') Fleeft vier leden aan de fprieten, de Kop 5 Oogen en Borstfluk zyn ne¬ vens de Pooten Jigtbriïin, het Agterlyf is donkergeel; op de onderzyde is het Lyf bruin, dog aan de zyden van de Borst met een zwaveJgeelen vlak ge- ziert, de twee paar voorile Pooten zyn kort en de agterllen zeer lang , waar door het Ichynt dat deze Wantz dezel- ven meerder tol fpringcn dan tot loo- pen gebruikt. Zy woond in. Siirimmen, Flg, 215. De Gebulte Vlieg- WANTZ. (ymi V 6 ^^, Gezin.) Deze AVantz gelykt eenigzins mar .de F/g. 154. op F/aaj!- XXIL by na- .dere vergelyking egter blykt het dat ze van dezelve niet' alleen afwykt in kleur, niaai* Gok in ’t maakzel van’tBorstfluk, als Z-yiide deze niet gedooriid, dan al¬ leen dat het evengemelde Borstfluk met vier vêrhevene knobbels voorzien is, vvaardöór het 2elve zig als gebult ver¬ toont, de Kop en Hals is lang, de Zui¬ ger kort eii omgebogen , de Sprieten draad^ormig en beflaan uit vyf leden. De Tippen der .Dekfchilden zyn .gclyk de Vleugels ligtbruin en doorfchynent. Mén viiid ze in Surinamen. Fig ^^ l6 , De Langhals Wa.ntz. (vM V 6 ’^^, Gezin.) De lange draadvormige vSprieten van deze Viicgwantz beflaan uit vyf leden, de Hals van dit Jafeél is buiten ge- I> ËSCRIP Tlo K Fig. S14. La Punaise Saotee^sp, (de la, 4n'e Familie,) Elk a quj^tre Articulations aux An. ■îenms-, ia Fete, ks reuxpi k Corfclet Jont, de mme que les Faites, cFun brm Clan y l Abdomen cfl faune foncé , h d'^s fous du Corps brm, mais orné aux cotés de la poitrine d'ims fathe couleur (le jùuÿre. Les deux paires de Pattes an- téneurn jont courtes ^ ks poftérhures tics-longues, dloîi il paroit cnie cette Fimailc en fait plutôt ufa^e pour fn’Ucr ([ue pour courir. File vit è Surinam. Fig. 215. La Punaise Mouciij: Bossue. (de la &'■«. Famiile.) Elle rcjjemhlc en ijuelme manière à YYtl' Manche A AU. mais en la comparant de près, J parott quhi een différé par la cou- leur £ƒ par la forme du Corfekt, k- quel, étant jans épines, fè trouve pour¬ vu de quatre petites protubérance}, au •féejiyesqmkes cet Injeae paroit bojjd. La Fete k Col Jont longs, la Trom¬ pe courte tt arquée ; les Antennes finfotmes couifient en cinq Articula¬ tions. Les extrémités des Etuis font h un clan , de meme que les Ailes. On ta trouve a ,-Suriziam. Fig. 2-15. La Punaise à long Col. (de la 6^ Famillê.) ^'miche conjlflent en cina Jrticülatwm ; k Coi ejl extraordinaire- VVOOiî m WAMTZEN^ laaig jen dun^ de Zuiger kort en als in een halv.en Ckkel omgebogen, de Kop en Borstftuk is biinkent zwart, alleen op het laaftgemelde zyn geele vlakken, men vind ’er egter aan \velke déze vlakken ontbreeken en derhalvén geheel wart zyn, • Met Agterlyf is aan beide zyden geel, de iDeklbhilden .^yn ook met z^wart braine aderen doorwe¬ ven, de Vleugels geel en doorlchynent. De voorfte Pooten zyn dikker dan de vier agterflen en biinkent zwart van kleur 5 op het midden van ’c Borstfliik zyn twee regt op kaande fcherpe door¬ nen geplaatst, welke men in de .Hand waarin de afbeelding geplaatst is^ niet kan gewaar worden. • Zy woond in Su*- rihamen.-- ° PL A A T" XXXL" ^17. D E Vl E R s T I p. (van ’t Gezin:) De' Sprieten van deze Wantz bellaan ui't vyf leden , de Kop, Borstflak en het lederagtig gedeelte der Dekfchilden is'bleek bruin, het Agcerl^^f in ’c mid¬ den donker bruin, en aan de randen geel, 'het Lendenfchild is ook geel met een bmiiien rharevormfgen vlak' in'’t-mid- den en een kleiner fbipvan dezelve kleur aan ’t einde van k zelve,’ op ’t Borst- fluk zyn twee Ideipe witte iftippen, 'en op ieder Dekfchild een deigelyke kip, \ welk by Fig. A. alwaar ik dit Infééi vérgtoot 'heb doen afbeelden, duidely- ker is ,te o-nderfebeiden. Op de Qnder- zyde is;het Lyf geel,, de Pooten tegZui- 'ger brui». ,^y .wMd jin ' v^ndeno - DES PUNAISES, m Img ^ùneç > Ja Trompa çom'le £sp recourbée comme en demi cercle ; la Tête , £«p le Corfelet y font noir lijjê y feulement mit-on des taches jaunes fir ' ce dermer ; il s'en trouve ceperidant qui mafiquent de ces taches y 0 pas' conjé- quent qui fp/%t toutes mires; fjfbdomm eji jaune des deux côd-és; les Etiûs font aufl entrelacés de veines brun noir y les Jîles jaunes fep' tranfparentes. hep ' Pattes antérieures font plus épaijfes qu^ ' les quatre pojlérieures & de xQuleur noF \ re litj'e. Sur le milieu du Coi'feht font placées deux épines pointues qui s'élèvent droit en haut ^ mais qu'on ifapperçoit pas ’ dans la pofition où la repréfentation a ^ été faite. Elle habite d: .Surinam. ’ * P L A N G H E IKXXL Fi^. '217 . La Punaise (^.^aîre'"' Point?- (de la Famille.) Les Antennes conpflent en cinq Articts^ ‘ lations ; la Tête , le Corfelet & h partie ' écatlleufe des Etuis font krun pâle y le ' lieu de l'Abdomen brun fopcéy & Us ho/às ' jaune: -PEcufon xfi aufU jaune avec ' une tache én forme de çjteur mmilieu ~ uu ‘ plus petit point de la même couleur d fifi ' ‘extrémité. Sur le Corfelet font deux petits ’ points blancs , & un femblabk fur chacun ■ des ,EtuF.y oe qui peut .clairement être mp- " perçu par la Fig. A y oU je l' ai faite re-> \ préfenter grofe. Le dejfous du'Corps eft ^ jaimey la Trompe brune y de même que les ■' ftdêes. QuT^MQumê.é'Sixnmm^ 124 BES C HR Y VIN G 2 î 8 . De Tamarinden-Boom Want Z. (yan ’/ 2^e, Gezin De grond kleur van deze fraaije ■vM^antz is donker geel of oranjekleurig, met zwarte blinkende vlakken geziert, de tippen der Dekfchilden zyn bruin met een koperglans, op de-onderzyde is de Borst en Agterlyf met geele en zwarte dambords wyze vlakken gete- kent. De Sprieten welke uit vyf leden beltaan, hebben nevens den Zuiger en Pooten een blinkende zwarte kleur. By Hg. B. is dezelve door het vergrootglas afgebeeld. Zy word in Surinamen» op ^de Tamarinde-Boornen gQYonàon, Fig. 21 p, D E Bx QE D I G E Wa ^ T Z. (ran H 2^^, Gezind) Deze Wantz heeft eenige overeen- ^korast met de fierlyke Koolwantz , welke op de H. Plaat Fig, ii. is afgebeeld, maar in de tekening der zwarte vigkjes zyn ze te veel van elkander onderfchei- den. De Sprieten bellaan uit vyf leden en zyn zwart , het Lyf is op de onder¬ zyde bloedrood met drie reijen van zwaarte vlakjes,, de Pooten zyn z;vart. Zy is uit Surinamen., alwaar ze zomtyds in dezelvde grootte worden gevonden, gelyk hier Fig. C dezelve vertoont. Fig. 220. De Vierstlp. (Man) (yan V 3^^. Gezin.) Wegens de onderfcheidene tekening -van den bruinen vlak op het Lenden- fchild in de verfchillende plaatzing der DES CRI P TION . Fig. 218. La Punaise de l’Arbrs DES Tamarins. . (de la 2^e. Familie.) 'La couleur de cette Felle Punaife eft jaune foncé ou orange , avec des taches noi¬ res lijfes ; les extrémités des Etuis font brunes avec m luifant cuivré; le dejfous du Corps Êf l'Abdomen font marqués de taches noires en fonm de DmrAer. Les Antennes qui confiftent en cinq Aîticulations ont , ainfi que la Trompe cÿ les Pattes , une très- belle couleur noire. Elle efl repréfentée'par la Fig. groffle à la Loupe. On l'a trouvée à Surinam fur FArbre Ta¬ marins. Figo 2ip. La Punaise Sanglant^. (de la Famille.) fCelk - ci a quelque reffemUance . avec la hoYioPimeii(o des choux repréfentée fur la lime. Planche , Fig. ii ; mais elles va¬ rient beaucoup J une de rautre dans le des- fein des petites taches noires. Les Anten- nes confftentencinq ArticuWions font mires. Le àeffous du Corps eft rouge de jang avec trois rayes de petites taches noi¬ res. Elle vient de Surinam, oh elle vit quelqiiefuis dans la même groffeur que la Fig. C la repréfente ici, Fig. 220. La Punaise à (quatre POINTS. (Mâle). (de la 3^5^. Famille.) y'ai fait repréfenter cette Punaife par rapport à la différence du deffein de la ta¬ che bruns fur ÎEcuffon f^.aux deux points twee T-AN D2- WANTZEN. twee witte flippen op het Borstfluk, gelyk zulks duidelyk by Fig^ D. is te zien, heb ik deze Wantz hier doen af¬ beelden. Ik hoLide deze voor het Man- öetje van de voorgaande Fig, 217. want het voorwerp waarnaar die is getekent, was een Wyfje..^ Ik- heb ze beide uit Surinamen. Figi 221. De Blaauwe Wantz. (van V 2^e Gezin.y Heeft den Kop en de Pooten zwart, al het overige is fchoon glanfig blaauw, een weinig in ’t groene fpeelende, de vleugels zyn bruin. Zy word hier nu en dan in de Tuinen op de Planten gevonden. Linn. Sy ( l . Nat. pog : yzz . N ^\ 50. Geoffroy, Tom, II. pag. 201. N‘. 50, PLAAT XXXIL Fig. 222. De Konings Wantz. (van V Gezin. y De grondkleur van deze fraaije Schild:- wantz is > groen goudglanfjg, met Pur- perroode vlakken , in zominigen is de groene grond een weinig meer naar het blaauwe trekkende. De Sprieten beflaan uit vyf leden en zyn zwart, de Pooten van boven donker blaauw en onder rood 5 het Lyf is op ’t middèn geel, met kleine zwarte flippen en aan de zyden Purperkleurig met Hemelschblaauwe vlakjes gezien. Om de fchoonheid der Tekening van dit Infeél beter te doen in ’t oog vallen, heb ik het zelve by A. door het vergrootglas doen af- beeldèn. Zy woond in Surinamsn. DES P UNAISE Ss. 125 hlancs. différemment placés fur le Corfdet., ainjî que cela par oit clairement par là Fig. D. Je tiens celle-ci pour le Mâle de la précédente P^ig. 217. attendu que le fujef dont celle-là ejî tirée étoit une Femelle. les al reçues toutes deux de Surinam. Fig. 22Ï. La Punaise Ble^ (^de la 2^e. Famille.) Elk a la ' Tête S^ les Pattes mrres'^^ ^ tout le rejîe d'un beau bleu Imfant tirant un peu Jur le vert ; les Ailes font brimes. On la trouve ici de tenu en tems fur les- Plantés dans les Jardins. • Inf. Tom. I. pag. 472. N\ 75. Goeze, Ent. Beytf, PLANCHE XXXIE Fig. 222. La Punaise nu Ror* (de la Famille.) Le' fond de la couleur de cette fuperh Punaîfe à bouclier eJî vert avec un éclat d'or des taches rouge pourpré mais dans quelques unes le vert e/l un peu tirant fur le bleu;- la couleur des Antennesavec cinq Articulations , eff noke , celle des Pattes efl bleu foncé en haut ^ rouge en deffous ; le Corps ejl jaune au milieu avec des petits points noirsééf pourpré aux coû¬ tés avec des petites taches bleu de cieL- Pour mieux montrer à l'œil la beauté du deffein de cet Infeéie., je l'ai fait repréfen-- ter par le moyen de là Loupe. Son habita-- lion efl Surinam. i26 BESCHRY VING 223. De Rouw-Wantz» (yan V 2^^. Gezln.^ Dit Infefl is geheel zwart, alleen de 'Tippen der Dekfehilden en Vleugels :zyn wit en doorfchynendc; de Sprieten bcflaan uit vyf leden, de Poocen heeft :deze Wantz zeer breet, en alle met Ityve doornagtige hairtjes bezet. Zy woond op de Planten,, en leeft van al- ierly gladd^i Rupzen en andere In- ieélen» DESCRIP TION Fig, 223. La Puï^aise de deuiu Cde Ia 2ine Familie.^ 'Cet Infedfe efl enHerement nórr , fetik* ment les extrémités des Etuis gf des Aflés font blanches gp trmfparentes ; les Anten¬ nes confiflent en cinq Articulations , les Pattes font trèsdarges ff toutes garnies de petits poils rudes épineux. Il habite fur les Plantes.) g? yit de toutes fortes de chenilles fans poil ff d'autres Inférés, Ce.offr.oy. Inf Tonu L pag. 47c. m. 70. Sulze r JTenz. pa^. 26, Tab. XL îm. Beytr, Tom. JL pag, 270. no, i. dm. Spinipes. 77- CoEzE. Er^ Fig, 224. De TWEE kleurige Wantz. fyan \t 2'^^. Gezin, Heeft vyf leden .aan de Sprieten en is goheel blaauwagtig zwart, het Borst- ftuk is wit gerand., op de Dekfehilden ziet men twee witte vlakken, de Tip¬ pen derzelven en de Vleugels'zyn graauwagtig wit en doorfchynend, van onder is ’t Lyf geheel zwart, de Poo- ten hebben dezelfde kleur , maar aan x\q gewrigten derzelven een wynig wit. Men vind ze op de Planten. Fig. 224. La Punaise de deuk Couleurs. (de la 2de. Familie.) Fes Antennes font entièrement noir bleuâtre , ayant cinq Articulations , le Cor- felet efî bordé de blanc ; deux taches blan¬ ches /e voyent fur les Etuis , dont les extrémités ff les Afles font blanc grifàtre ff tranfparentes ; le deffous du Corps ejl tout noir; les Pattes ont la même couleur excepté qu il y a un peu de blanc aux join^ tares. On la trouye fur les Plantes. LlN^^ 5#. nat. p.'igniz no. 55. Cîmx.. Bîcolor, Geoferoy. 1 ns. Tom. I, pag, 471 no ■Goeze. Enîom. Beytr, Tom. II, pag, 203. no. 73» Fig. 225. De Ananas-Wantz. Fig. 225. La Punaise des Ananas. (van V 3e Famille.) De Spüeten zyn zwart en bellaaii Les Antennes de àn^ Articulations font irit i VA-N DE WANTZEN. DES PUNAISES, 127 i2it vyf leden5 de Oogen donkerbruin, de Kop 5 Borstfluk , Lendenfchild en Dekvleiigels hebben eene donkere Oranjekleur, behalven de punt van ’t Lendenfchild, die bruin is, en in een geelen Pylswyzen Vlak eindigt, gelyk by Fi§* B* C^kwaar deze Wantz ver¬ groot is afgebeelt,) kan gezien worden*. De Tippen der Dekfchilden en de Vleu- .gels zyn helder wit en doorfchynend, ,de Pöoten blinkent zwart dog aan de Schenkels der twee paar voorften een wyniggeel, de-feherpe fcIioudeiTpitfen :zyn zwart. Op de onderzyde heeft het Lyf dezelfde kleur gelyk als van bo¬ ven , maar aan de randen met zwarte vlakken geziert. De Heer Renaud heeft ze in Swïmmen gevonden en my ter Afbeelding medegedeelt. Eig , 226^ De Ma ccai-Wantz, (^ün V 6^®. G^zin.') Heeft den Kop rood , de Oogen bruin , de Sprieten , welke uit vyf leden beflaan , zyn zwart, het Borst- Ituk van boven zwart met vier bleek- blaauwe glanzige vlakken , de Tip van ♦ ’t zwarte Lendenfchild is rood , het Agterlyf is zwart en nevens het Borst- Ruk bloedrood gerand , de Dek- en Ondervleugels zyn zwart. Op de on¬ derzyde is het Lyf zwart met roode vlakjes , de Pooten zyn zwart en fyn gehairt. Men vind ze in Surhmmen op een Plant Maccai genaamt, ’t welk een zoort van Solamm met diltelvormige bladen is. noires , les Tetn hrtm foncé ,, ïa Tête-^i Ie Corfelel-, l'EcuJfm^ & les Etuis,, orange foncée excepté la pointe de l'EcuJfon qui ejl hrune cf termine en une tache en forme de flèche , ainfi quon le peut voir par la Fig> A, oü cette Punaife efl repréfentee groffie à lu Loupe. Les extrémités des Etuis gf les Ailes font Uanc clair S tran-- fparentes , les Pattes mir lijfe , mais un peu jaunes mm Ilmiches des deux paires de Pattes autérieims ; ks pointes aiguës des Epaules font noires. Le deflbus du Corps eft de la même couleur que le dejfus , mais orné aux bords de petites taches noms, Monfieur Renaud Pa trouvée à Surinam gp me la communiquée pour en faire cette ropréjentatm. Fig. 22 ^, La Funaise-Maccai. (de la Famille.) Elle a la Tête ronde , les Teux brun , les Antennes , a cinq Articulations , noires , le Corjèlet eft au dejfus noir avec quatre taches bleu paie luifaut , la pointe de l' Er cujfon noir efl rouge- ., VAbdomen mir efl horde., ainfi que le Corfelet., de rouge de fang. Les Etuis gf ks Ailes font aujjl noir. Le de (fous du Corps, avec des peti¬ tes taches rouges , eft mir , ainfi que les Pattes , lesquelles font garnies de petits poils. On la trouve à Surinam fur la Plante nommée Maccai , qui efl une forte de Solanum avec des feuilles dont la forme efl femhlable a celles du Chardon, S 2 Fig, 128 B ES CH R Y VING, enz. 227. De Katoenboom Wantz. (van V Gezin.') Heeft den Kop en Oogen bruin, de Sprieten zwart , de Tippen der Dek- fchilden en Vleugels, als mede het Ag- terlyf, van boven bruin; dog voor ’c overige is het Lyf en de Pooten bruin geel, de voorBe Pooten zyn lang en met hairtjes bezet, en de beenen der Agterpooten hebben aan de binnenzyde eenige fcherpe doornen. Men vind ze in Surinamen en wel vQornamenlyk op de Katoenhoomen. DESCRIP Tio N, Fig. 227. La Punaise de LAiu- BRE DU Coton. (de la 6 ^^. Familie.) Fa Tête-i les Teux., font hrun^ les Antennes noires ^ les extrémités des Etuis ^ & les Ailes brun , ainfi que le haut de l'Abdomen; mais la couleur de tout le.rejle du Corps é? des Pattes efl jaune brun ; les Pattes antérieures font longues & garnies- de petits poils , £? les Jambes des Pattes poftérîeures ont en dedanS' quelques Epines pointues. On la trouve à Surinam S principalement fur l’Arbre du.Coton. PLAAT XXXIL Fig. XV. De Gestreepte Waterwantz. PLANCHE XXXTI. Fig. XV. La Punaise Aquatique Rayéi. Ik geve hier nogmaals de afbeelding van eene Water -Wantz y voelke my toefehynt het Wyfje te zyn van die , vjeîke op Plaat Xr. Fig. XIIL is af- gebeeîd'y het Lyf is veel breeder y en de. geele ..jireep^ jes op het Burstfiuk en Dekfchilden zyn geheel zigt- baar en min of meer anders getekent , dan die der evengemelde. Op de onderzyde is het Lyf geelagtig f raauWy de Pooten bruin y de Vleugels hebben een laauwagtigen nveerfchyn. Zy is hier buiten deze ^tad tn eene Sloot gevonden. Je donne ici encore une fois la repréfentatîon dune Punaife Aquatique, qui me paroîc être la Fémelle de celle que j’ai donnée fur la Planche- XV. lig. XIII. Le Corps efl beaucoup, plus grand & les rayes jaunes itir le Corfelec & Jes entièrement vifibles, & plus ou moio» mais diftérement marquées que celles de la fus- due; le deflbüs du Corps eft grls jaunâtre , les Pattes ont une couleur brune, & celle des Aflcs eft bleuâtre tranfparenr. Elle a été trouvée das* un folTd près de cette Ville. DES PUNAISES. DE WANTZEN, PLAAT XXXIIL Eig> 3.2Bn De Roodgestreepte Wantz. (van ’/ 2'^e. Gezîfî.^ .De. Sprieten van deze Wantz beflaan uit vyf Leden en zyn zwart, de Kop en Oogen omber kleurig, het Borftftuk en Lendenfchild donkerbruin met bloedroode Rreepen en randen ; de bruine Dekfchilden zyn aan de tippen koperglanfig en doorfchynend, de vleu¬ gels hebben een ligtbruine kleur. Op de Onderzyde is het Lyf met dePooten bruin en op het Agterlyf zyn twee ronde bloedroode vlakjes geplaatst. Men vind ze in Surimmen en is afge- beeld naar een voorwerp uit het Kabinet van den Wel Ed. Heere L. F. Holt- HUIZEN. Mg , 229. Het Roodgatje (ManI) ‘Xyan V 3^^ Gezin,'^ ■( Heeft vyf Leden aan de Sprieten en zyn bleekrood van kleur; van onder is het Lyf Vleeschkleurig met witte vlak¬ jes gemengt, het Agterlyf is aan ’t einde bloedrood, de Pooten zyn bleek¬ rood. De tippen der Dekfchilden zyn nevens de vleugels wit en doorfchy¬ nend. Deze is het Mannetje van Fig. 44. op Plaat VI. afgebeeld. Men vind ze gemeenlyk in de maand July ge¬ paard, op onderfcheiden Fiantgewas- lèn. 129 PLANCHE XXXI IL Fig. 228. La Punaise Rouge RAYÉE. Qàe la 2^^. Famille.) Les Antennes^ confijlant en cinq Ar- tkulatïons , font noires , la Tête les Teux couleur d'ombre , le Corfelet gp rE^ cujfon brun foncé avec des rayes S? bords rouge de fang ; les Etuis bruns font aux ■ eprémités d'une ^couleur de cuivre luifant tranfparente^ les Ailes d'un brun iCÎair le dejfous du Corps brun , ainfi que les Pattes; deux petites tâches rondes rouge Je fang fint placées fur ! Abdomen. On la trouve à Surinam , êP elle a été tirée d'après un fujet que Ion voit dans le Cabinet de Monfieur L. F. Holt- HU 15 EN . Fig. 22p. La Punaise Ensan¬ glantée. ([Mâle.) ([de la 311^^ Famille.) Elle a cinq Articulations aux Anten¬ nes^ qui font rouge pâle ; le deffous du Corps efl couleur de chair ■ mêlée de pe¬ tites tâches blanches; l'extrémité de l'Ab¬ domen efl rouge de fang , les Pattes font rouge pâle , les Pointes des Etuis , de même que les Ailes ^ blanches ê? tranfpa¬ rent es. Celle-ci efl le mâle de la Fig. 44. repréfentée fur la Planche VL On la trouve généralement accouplée dam h mois de Juillet fur différentes fontes de Plantes. B E s C H R Y V I ÎC G' 13^ Fig. 230, D e; S c H E R p-G e d 0 0NIJE Want z. Çyan V 3^® Gezin.') Heeft zwarte Sprieten welke uit vyf Leden bedaan , de Kop , Borlhluk, Lendenfchild en het lederagcige ge¬ deelte der Deklchilden is bruin met in- waards geplaatlle witie Hippen. De Schouderhoeken eindigen in twee lan^^e fcherpe doornen. Op de bovenzyde is het -Agterlyf glanfig donkerblaauw, de tippen der Deklchilden en Vleugels zyn doorfchynend. Men vind ze in Zuid - Amer ikor i-n Europa deze is uit Surinamen en berust nevens de overige hier afgebeelde foorten in het Kabinet van den Wel Ed. fleere L. F, ÏIOLTHUIZEN* Fig. 231. De Bruine WaNTZ - MET. BeA DER.SPR JETEN. 5 ^*^ Gepin.) De Sprieten, beflaan uit vier Leden, het derde Lidt is aan ’t einde plat, breed en in gedaante als een-klein geel blad 't welk, zwart gerand is ; het t^yf. k Caftanje - kleurig bruin ^ de Pooteii ligt bruin ; de Dekfchilden zyn met geele Aderen en de tippen derzelven donker groen koperglanfig,'de Vleugels hebben eene donkerbruine kleur. Üe hier afgebeelde k naar een Wyfje, welke onder dit Gezin de dikfle Agterpooten hebben en genieenlyk zo als hierin de Afbjelding blykt aan de Binnenzyde der Schenkels met doorna- La Tête & le Corfeïet font noir, FL^ cuffon rouge , la partie écailieufe des Etuis noire aux jointures , le furplus rouge, S kurs pointes noires, de même que les Ailes* Le deffous du Corps ejî- aujjî.noir avec des anneaux rouge de fang; les Cuif- fes font rouge , mais les jambes & ks Xarjis. mir* Qn k trom à Surinam. PLAAT VAN DE WANTZEN, P LAAT XXXIVo Fig , 237. De Geo OGDE Wantz. (yan V 2^^ Gezin.') De Sprieten v^an deze Wantz befïaan uit vyf Leden en zyn zwart; de Kop, Borfliluk en Dekfchilden hebben eene bruinagtige paarfche kleur met geele llreepen en randen,^ op het midden der Dekfchilden is een kleine ronde Oogs- wyze vlak : het Agterlyf is bruin en de Vleugels zyn wit. Op de Onderzyde is het Lyf bruin en de Pooten zwart. By. Fig. A. is dezelve vergroot afge- beeld. Men vind ze op veelerly Plant- gewaflen. Fign 238. De Kaapsche BiIjzemkruid- Wantz. (yan^ V 5^^.- Gezin.) r Deze kleine fraaije Wantz is zwart met bloedroode tekening en vlakken; de Sprieten befraan uit vier Leden en zyn gelyk de Pooten ■ zwart van kleur. Het Lyf is zwart met roode ringen; de Vleugels zyn donkerbruin. Fig: B. ver¬ toont dezelfde door een maatig Ver¬ grootglas te zierr. Zy word aan de Jùap de goede Hoop gevonden en. berust nevens alle hier afgebeelden in het Kabi¬ net van den HeereL. F. PIOLTHUISEN. Fig . 239.. De Geele Klissen-Wantz. (yan 't Gezin.) Heeft bruine Sprieten en^ Pooten, het Lyf is op de. Onderzyde zo wel als van boven geel, de Dekfchilden zyn mn ’t einde,, gelyk de Vleugels wit en DES PVETHISES. 133 PLANCHE XXXIH Fig. 237. La Punaise A Taches EN Oeil,. (^de la 2-Familie.) i.es Antennes de eet Infe&e conJtJJent en cinq^ Articulations < 2 ? font noires ; la- Tête , le Corfelet ^ les Etuis oM' une ' couleur pourpre hrunâtre avec des rayes 6 ? hords jaimes.. Au milieu des Etuis eft une petite tâche ronde en forme d'un œil ; les Ailes font hlanches'.^ V Abdomen brun le dejfous du Corps aujfi brun , gf les Pattes noires. La même ejl repréfentée: grojfe par la Fig. A. , On la. trouve, fmr différentes Plantes* Fig. La Punaisé de lm Jus QUIA ME DU CaP* (^de la Famille.)'* Cette belle petite Punaife eft noirè avec- des marques èP taches- rouge de fang; les Antennes confiftent en quatre Articulations. font mires ainfi que les Pattes'.. Le Corps eft noir avec des anneaux, rouge.y les Ailes font brun foncé. Lcr Fig.. B la fait voir grojjie avec' une Loupe, modérée. Elle a été'prife air Cap' âs Bonne; Ef- pérance, & /è voit., de même que. toutes celles qui font ici repréfenîées au Cabinet dt Mon fleur L. F. Hqlthuisen:^ Fig. 239. La Punaise du jaune Glet- TERON. (de la 5^^.-Famille.); Elle a les ' Antennes Sÿ les- P ait es. bru¬ nes^. le dejfus g? le deffous du- Corps jaune; les Etuis font-.i aux extrémitésainff que les Ailes P blancs & tranfparens.- La door- t34 bes ch R YV in g, enz. doorfchyncnd. ftg- C. is dezelve ver¬ groot. Men vind ze gemeenlyk op de Kliflen. ƒ}>. 240. De Scabioza-Wantz. Qvan V 5 ^^- Gezin.^ De Sprieten, het geheele Lyf en de Pooten zyn bruin ; de Dekfchilden bruin en vuil wit aan de buiten randen by de gewrigten en aan de tippen der- zelver. De Vleugels zyn wie en door- fchynend. Ik heb deze Wantz gemeen- lyk op de Scabiofa - Plant gevonden. F/g. D. is dezelfde vergroot. F/g. 241. De Roosen Wantz. (van V 5^^* Gez^n»') Ts op de Onderzyde van ’t Lyf geel de Pooten zyn bruin; de tippen der Dekfchilden en Vleugels hebben .eene witte kleur en zyn doorfchynent. Men vind ze gewoonlyk op de zogenaamde Provlntie- Roos. jTjg, 242. De Wantz der Vlier- BOOMEN- (van ’t Gezin.") Heeft de Sprieten, Kop en BorMuk bruin, de Dogen rood, het Agterlyf van onder geel maar op de bovenzyde bruin. De Pooten zyn geel en de Vleu¬ gels vuilwit. Zy word meeflal op den jongen Vlierboom gevonden alwaar ze op de zwarte Bladluis aaft waarmede deze Booraen veelal in de Maanden Jidy en Augustus bezet zyn. DES CRIP TIO N, &c. Fig. C efl la mém groffie. On la troim généralement fur la plante de la Bardane, Fig. 240. La Punaise Scabieuse. (de la 5^- Famille.) Les Antennes , tout le Corps , les Pattesles Etuis font brun., âP, aux bords extérieurs des jointures SP à leurs extrémités , iun blanc foie. Les Aües font blanches tranfÿarentes. jfai or¬ dinairement trouvé cette Punaife fur la Plante de la Seabieufe. La Fig. D ef la même greffe. ■ La Fig. 241. La Punaise des Roses. (de la 5'”^. Famille.) Le dejfous de fon Corps efl jaune; les Pattes ]bnt brunes ; les extrémités des Etuis Ê? les Allés ^ blanches & tranfpa- rentes. On la trouve ordinairement fur farbrifeau appellé Rofe de Provins. Fig. 242. La Punaise du Sureau. (de la 5^°. Famille.) Elle a la Tête , les Antennes g? U Corfelet brim^ les Peux rouge ^ le deffous de V Abdomen jaune , mais le deffus efi brun ; les Pattes font jaune g? ks Arles blanc fale. On la trouve le plus fouvent fur les jeunes Sureaux, oh elle fe nourrit des Pucerons noirs , , dont cet arbre ^ garnie fur tout dans ks mois de Tuillet ou D’Août. VAN DE WANTZEN. PLAAT XXXV. Ftg. 244. De Geele Arle¬ quin. (yan V Gezin.') De Sprieten van deze Wantz beflaan uit vyf Ledén en zyn zwart, De Oogen Grys , de Kop is donker geel, het voorfbe gedeelte van ’t Borstlluk is bleek, doch voor ’t overige bruingeel, en met agt zwarte vierkante vlakjes gefiert. Het Lendenfchild is faffraankleurig, aan de uiterfle punt bleekgeel, op ’t midden met langwerpige zwarte vlakken en aan ’t Borstfluk zwart gerand. De Dek- fchilden hebben het lederagtige gedeelte bruingeel, met een zwartenflip op ’t midden derzélver, de Tippen zyn ne¬ vens de Vleugels bruin en doorfchy- nend. Het Agterlyf is donkerbruin. De onderzyde van ’t geheele Lyf is geel met een menigte zwarte Hippen. Fig. A. verbeeld het Masker van deze Wantz, ’t welk by Fig. B. door het vergroot¬ glas is afgebeeld, en waaraan de Vleu- gelfcheeden nog ontbreeken. Men vind ze op de kust van Coromandel^ en be¬ rust nevens de overige op. deze Plaat afgebeelde voorwerpen, in het Kabinet van den Wel Ed. Heere L. F. Holt- huizen. Fig- 245. De Brvingeele Wantz. (yaft 't 2^^. Gezin.) Heeft vyf Leden aan de Sprieten, BES P UNAÏSES. 13 5 PLANCHE XXXF. Fig. 244. La Punaise Jaune Arlequin. (de la 2^^. Famille.) Les Antennes en cinq Articulations font noires , les Teux gris , la Tête ejl jaune foncé , la partie antérieure du Cor» felet efl pâle , mais le refle jaune brun , Êf orné de huit taches quarrées noires, HEcuJfon e/l couleur de fajfran , fa pointe extérieure jaune pâle., ayant deux taches ovales au milieu â? des bords noir fur le Corfeîet. Les Etuis ont leur partie écaiU leufe jaune brun., avec un point noir au milieu^ leurs extrémités font., de même que les Ailes., brunes êP tranjparentes; VAh» domen e/l brun foncé , le de/fous de tout le Corps e/l jaune avec beaucoup de points noirs. La Fig. A repréfente la Larve de cette Punaifi^ laquelle fe voit tirée à la Loupe par la Fig. B, oU les Four» reaux manquent. On la trouve^ fur ' la Côte de Coromandel, . fi? repofe, ain/i que lis autres fujets de cette Planche , dans le Cabinet de Monfieur L. F. Holt- HUISEN. Fig. 245. La Punaise Jaune,, , brun. (de la 2^^^. Famille.) Elle a cinq Articulations aux Antennes^ V de j 3(5 b E s C h R y VI N g de Kop, Borstfluk, Lendenfchild en ’t Lederagtige gedeelte der Dekfchilden is bruingeel van kleur , de Tippen der laats tgemelden en de Vleugels zyn wit, het Agterlyf is zwart bruin. Op de Onderzyde is het Lyf bruingeel, de Pootcn bruin. Zy woond in Surimnm* Fïg. ^46. De Bruin Witge¬ streepte Wantz. (yan 4"^® Gezin*') De Sprieten, welke uit vier Leden beftaan, zyn nevens den Kop, de Oo- gen en ’t geheele Lyf met de Pooten, Dekfchilden en Vleugels, bruin van kleur, over het Lendenfchild loopen twee en over de Dekfchilden een witte dwarsftreep. Zy is uit Surinamen. Bg* 247* De Wantz van de Düizentschoon. iyan 't 4^^. Gezin*) Heeft vier Leden aan de Sprieten %elke zwart zyn, de Kop is nevens het Borstftuk donker bruingeel, de Oogen bruin, voorts is ’t geheele Lyf en de Dekfchilden ligtbruin, doch de Tippen der laatflen en de Vleugels zyn grys of aschkleurig. Ik heb deze Wantz veel- jnaals op de Bloemen der zogenaamde Duizendtfchoon ÇDianîhus Linn.) gevon¬ den. NB. Döor de onachtzaamheid van den LetterJm~ ier is op de voorgaande Plaat de N 2^. overgejla- f tn i di(rha{ve 7 i gelieve men. aldaar in den Text J 239. voor N\ 240. op de Plaat le neemen en zo ^T’ifolgtru N 243. DE SCRIP TI ON la Tête*, le Corfeîet *, TEcuffon & là partie écailleufi des Etuis efl jaune hrun^ leurs extrémités^ gp les Æes^ blanches-, l'Abdomen ejî brun noirâtre^ le dejous du Corps jaune brun , g? les Pattes fmt brunes* Elle vit à Surinam. Fig. 245. La Punaise Brune à Rayes Blanches. (de la 4^6 Famille.) Les Antennes conjlflant en cinq Ar¬ ticulations , font , ainfi que la Tête , les Teux*, tout le Corps ^ les Pattes les Etuis g? les Afles , de couleur brune* L"on voit deux rayes blanches tranfverfaks fur VE* cujfon & une de même couleur fur les Etuis^ Elle vient de Surinam. Fig. 247. La Punaise du Dia5?- TH us. (de la Famille.) Elk a quatre Articulations aux An* tonnes , qui font mires , la Tête jaune bnmy de même que k Corfekt^ ks Peux brun , tout le refie du Corps & les Etuis brun clair , excepté les extrémités de ces derniers gp des Arles-i qui font gris cen¬ dré* J'ai fouvent trouvé cette Funaifi fur ks fieurs du Dianthus, NB. Par l’inattencion du Graveur, il a fauté le N'* 239. fur la précédente Planche-., c’cfî pour¬ quoi ayez U hQmé d-y prcroi^^ fur le Texte A" . 239. pour N’. 240, (Si aicû de fuite jufqu’au N‘* *43 incIuûveaieQt. . Eg. VA« DÉ wantzen. DES Pa^JlSÈS. i3f Fig. De WANfz van öe Witte Jasmyn. (van V 4*^^ Gezin.^ Deze kleine Wantz hdefc bruine Sprieien, welke uit vier Leden beftaan ^ de Kop> Oogen, Borstftuk, Lyf, eii Pooten zyn zwart. Op het midden van ’t Borstflük is een kleine geelkleurige Stip ; de Dekfchilden Éyil aan ’t begin wit met zwart bruine Aderen , in ’t midden bruinrood en aan de Tippen wit met bruinroode Aderen. De Vleu¬ gels zyn bleekblaauw en doorfchynend. Bg. C. vertoont dezelve door ’t ver¬ grootglas Lefehouwt. Ik heb ze op de gemeene witte Jasmyn (JamjHum Linn^ aangetroiFen. Fig. 54p. Dé Wantz van de Lathyrus. (ym 4^« Gezin .') Heeft vier Leden aan de Sprieten, de Kop en Borstflük zyn bruinrood, over ’t laastgeraelde loopt een donker¬ bruine dwarsflreep, de Oogen zyn bruin gelykerwys het Leiidenfchild en de Pooten;het Lyf is donkerbruin. De Dekfchilden zyn aschkleurig met ligt- bruine Aderen en een witte Vlak aan de buitenrand , naby de Tippen der- zelven; de Vleugels zyn wit en door¬ fchynend. Fig. D. vertoond dezelve door ’t vergrootglas befchouwt. Men vind ze in de Maanden Jaly en Augus¬ tus op de Ruikende Lathyrus, QLathy^ rus 12 fp. Lim.) Fig. 148. La PDnaise öu Jaise* Min Blanc. ' (de la 4®®.; Familie.) Cette petite Punaife a tes Antennes hrmesi confîjfant en quatre Articulations % Êf la Tête , les Teux , le Corfelet , de métfit que le Corps S? les Pattes noir. Ai$ milieu du Corfelet fe voit un petit point dt couleur jaune; les Etuis font blanc avéc des veines brun noir à leur commenceffient ^ le milieu e/l rougé hrim, les extrémités blanc., avec des veines tougt hruH. LéS Ailes font bleu pale & tranfparèntes. Là Fig. C la repréfente vue à la loupe, Jè fat ordinairement trouvée fur le Jasfemia blanc CJafmynüm Linn.^ Fîg. Mp.- La Punaisé ûe l’Estürge, (de lâ 4™®. Fàfntlîe.) Ses Antennes ont cinq Articulations^ la Tête âf la Corfelet font rouge bruuy ce dernier ayant une raye tranfverfalé brun rouge ; les Teux font brUn , ainjî qué VEcuffon & les Pattes; le Corps eji brun foncé; les Etuis font gris cendré avec des veines brun clair & une tâche blanche au bord extérieur proche de leurs extrémités ; les Ailes font blanches £? tranfparentes. Là Fig. D la repréfente vue à la Loupe, On la trouve au mois de juillet & Août fur la Plante odorante de f Efturge (Lathyrus 12 fp. Linn.) V 2 Èg . ij8 BES C HR Y VIN G Fig, 250. De Witgestippe Vliegwantz. (van V Gezin,') De Sprieten van deze Wantz beflaati uit vyf Leden en zyn zwart, de Kop, en pogen zyn bruinagtig geel , twee Jkleine roode blinkende Oogjes zyn ag- towaarts op den Kop geplaats; het Borstftuk en Lendenfchild is nevens het Lyf op de Onderzyde zwart; het Agterlyf is van boven bruin, de Poo- ten zyn bruingeel, gelykerwys het le- deragtige gedeelte der Dekfchilden , doch^ het vliesagtige deel derzelven is aan ’t beginzel bruin maar aan ’t einde zyn de Tippen als mede de Vleugels Wit. Men vind ze in Surinamen. plaat XXXVI. Fig. 251. De A]S£ethystkleurige SCHILDWANTZ. (van V Gezin,) • Heeft vyf zwarte Leden aan de Sprie¬ ten, de Kop, Borstfluk en Lenden- fchild, ’t welk het geheeJe Agterlyf be¬ dekt, heeft de kleur van Amethyst, met bruine Vlakken naar ’t groene hellende Dwarftreepen en Tekening. Op de Onderzyde heerscht dezelvde grondkleur, doch ieder Ring is ter zyden bruingerand, de Pooten zyn van ^ven geheel zwart, egter hebben de Dyen, van onder een bruine glanfige kleur. De Dekfchilden welke door het Lendenfchild bedekt worden, hebben DESCRIPTION Fig. 250. La Punaise - Mouche â Points Blancs. (de la Famille.) Les Antennes confident en cinq Artu latms ê? font noires ; la Tête ^ les Teux font jaune brunâtre ; trois petits Peux lijfes rouge font placés fur la partie poflérièure de la Tête. Le Corfelet & rEcufjon,, font noir,, de même que le des¬ fous du Corps. L'Abdomen ejî brun au- dejfus; les Pattes font jaune brun, ainjl que la partie écaiUeufe des Etuis , mais leur partie membraneufe efl brune au com¬ mencement , & à leurs extrémités les points font blanc , de même que les Ailes, On la trouve à Surinam, PLANCHE XXX ri. Fig. 251. La Punaise à Ecusson Améthyste. ■ (de la v^. Famille.) ‘ Elle a cinq Articulations noires aux Antennes', la Tête, le Corfelet & les Etuis qui couvrent tout T Abdomen ont la couleur de rAméthyJîe, avec des taches brunes ff des marques & rayes tranfver- fales tirant fur le vert. Le même fond de couleur régné au-dejfous , excepté que chaque Anneau efl bordé de brun aux co¬ tés; les Pattes font en haut toutes noires, quoique les Cuijfes font au-dejfous d une couleur brune luifante; les Etuis, qui font couverts par l Ecufon , ont la partie écail- kûfe rouge brun luifant, mais aux extré- het van de WANTZEN, DES PUNJISES. 139 het lederagtige gedeelte bruinrood en glanfig, maar aan de Tippen zyn die, nevens de Vleugelen donkerbruin door- fchynende. Deze Wantz verfchild al¬ leen in kleur en Tekening van de Fig, 49. op Plaat VIL, doch in gedaante komt zy veel met dezelve overeen. Zy is uit Bengalen, Fig, 252. ,De Twevlakkige Wantz. (van V 3'Ie. Gezin,') Deze. fraaije Wantz heeft vyf Leden aan de Sprieten, de Kop is donkerbruin, de Oogen ligtbruin, het Borstfluk en Lendenfchild bruinrood met donker¬ bruin als gefchaduwt. De bruine Dek- fchilden hebben ieder by de gewrigten een ronde geele Vlak en twee Aders van dezelvde kleur, aan de Tippen zyn ze doorfchynend, de Vleugels hebben eene bruine kleur. Het Agterlyf is zwart, doch op de Onderzyde, nevens de Borst, bruin, en de Pooten zwart- agtig bruin. Zy is uit Oostindiën en be¬ rust nevens de overige op deze Plaat afgebeelde Wantzen, in het Ryke en aan- zienelyke Kabinet , van den Hoog Wel Geboore Heere Raye van Breukeler- >VAERT. Fg, 253. De Gewapende G L A N S - R U G. (van V 3 Gezind) De Sprieten van deze fchoone Wantz, bellaan uit vyf Leden en zyn zwart, mitès ils font^^ de même que les Aîl^s ^ brun foncé & tranfparens. Cette Pumife différé feulement en couleur gp deffein de la Fig. 49 , fur la Planche Vil , quoi^ que dans la forme elle lui reffembk beau- coup. Elle vient de Bengale. Fig 252. La Punaise à deux Taches. ÇDe la Famille.) Cette belle Ptmaife à cinq Articula¬ tions aux Antennes^ la Tête brun foncée les Peux brun clair le Corfelet & VE- ciiffon rouge brun & comme nuancés de brun ohfcur; les Etuis bruns ont à chafie coté des jointures une tache ronde jaune g? deux veines de même couleur; leurs ex¬ trémités font tranfparentes , les Ailes d'u¬ ne couleur brune ; V Abdomen ejl noir , quoique en deffous , de même que la Poi¬ trine^ de couleur brune., celle des Pattes e/l brun îiokâtre. Elle vient des Indes Orientales , gf fe voit , de même que les autres Punaifes répréfentées fur cette Plan¬ che , dans le riche Cabinet de Monfieuf Raye van Breukelerwaert. Fig» 253. La Punaise Armée à DOS LUISANT. .(de la 3^^ Famille.) Les Antennes de cette belle Punaife con- fijîent en cinq Articulations gp Jlnî mires; ^ l de DESCRIP TIOEt r48 BESCHRYVING de Kcp is geel, de Gogen zwart, het Borstttuk geel met een bruine dwar- flreep even agter den Kop, en twee blaauw^gtige Vlakken aan den agter- ratid-, de Schouderhoeken eindigen in een langen.zwarten ftompen Doorn, wederzvds met een geelen ftip getekent. Het Lendenfchild is bruingeel met bruin gefchaduwt, en naar ’t einde een geel Vlakje.- . Hee Agcerlyf . blaauw .en glanfig, aan de. randen, geel en ter zy- den van den Anus een zwarte doornag- tige punt; Het Lederagtige gedeelte van de Dekfchilden is bruinrood, aan dé Tippen brdin ^ de Vleugels zyn aschkleurig. Op de Onderzyde is het Lyf nevens de Pooien geelagtige bruin. jSy word in de Westindtcn gevonden. ' Fig* 2S4. De Roode en zwartge VLAKTE DiKPOOT. (yan V 4^®. Gezin.^ Heef vier Leden aan de Sprieten , de Kop, en Hals, (die zeer lang is,) als mede het Borstftuk is rood , met zwart gevlakt en geringt, de fchouder- hoeken eindigen in eene feherpê punt. De Oogen zyn zwart, de Pooten en het Lyf is bruinrood met zwart ge¬ vlakt, de Dikke Dyen der Agterpoo- ten hebben ieder een zwarten ring. De Dekfchilden zyn zwart met roode Vlak^ ken en tekening. Zy gelykt eenigzins naar de Acajou - PFantz welke op Plaat XXVn. Fig. 189. is afgebeeldt, doch verfchild in zommige opzigten te veel van dezelve, om ze voor een en de- zelvde zoort te houden. Men vind ze m Surtmmn. fes Teux font aujf mir , la Tête jaune , k Corfekt jaune avec une raye tranfvérfak juftement derrière la tête , â? deux taches bleuâtres au bord pojîérieur ; ks 'Coins dès Epatdes fe terminent en. une longue Epine ohtufe, marquée de chaque coté d un point jaune.; l'Abdomen e/l jaune brun nuancé de brun avec une tache jaune vers la fin» nAbdomen efi bleu & luifanty les bords jame. i aux cotés de /’Anus efi une pointe épineufe mire» La partie écailleufe des Etuis efi rouge brun â? leurs extrémi¬ tés brunes^ Us Ailes font gris cendré. Le dejfous du Corps,, de même que les Pattes,, efi brun jaunâtre» On fa trouvée Indes Occidentales. Fig. 254. La Punaise Rouge à grosses Pattes, tachées de noir. (de la 4^®. Famille.) Elle a cinq Articulations aux Anten¬ nes,, la Tête Ê? U Col Qqui efi fort long/ rouge , de même que k Corjelet taché & bordé de noir» Les Coins des Epaules fe terminent en une pointe fine. Les Teux font noir S',, les Pattes & le Corps rouge brun avec des taches mires» Les Cuifies épaifies des Pattes pofiérieures ont des ta^ ches è? des marques rouge. Elle rejfemhle en quelque manière à la Pumrfe Acajou ^ qui efi repréfentée fur la Planche XXVII. Fig. 189., mais en différé trop en quelque maniéré pour nen faire qume fip la même forte» Ofi la trouve à Surinam. Fif* VAN DB WANTZEN. DES PUNAISES . 141 ^55 * Het Koperschild, Punaise à Ecusson CUIVRÉ* (ym V 4 ^e. Gezin.^ De Sprieten van deze Wantz beflaan uit vier Leden, de Kop, Borstftuk en Lendenfchild zyn koper glanfig. De Dekfchilden bruin met geele Aderen, doch aan de Tippen bruin, de Vleu¬ gels zyn ook bruin. Het Lyf is zwart. De vier voorste Pooten zyn bruin, de Agterpooten zwart, aan de Dyen der- zelven met drie eenigermaaten kromge- boogen, en aan de Beencn met één regten fcherpen doem gewapent. Men vind ze in Surimamt^. Fig . 255. De Roodbüik* (voft V Deze Wantz is byna g^eel zwart, behalven het Agterlyf, van boven, op de Onderzyde zyn eenige kleine roode vlakjes geplaatst. De Sprieten beflaan uit vyf Leden, op den Kop ziet men, met een maatig vergrootglas , twee kleine roode blinkende Oc^jes : het voorile gedeelte van 'tBorstftuk, naby den Kop, is met twee kleine vooruit- fleekende fcherpe puntjes voorzien* De Dekfchilden en Vleugels zyn vaal zwart en doorfchynend. De voorfle Pooten zyn zwart en ruig, doch by de kniebuiging en aan de Leden der voe¬ ten rood, de vier agterlle Pooten zyn aan de Dyen zwart, maar de Beenen en Voeten bloedrood. Zy woond in Surimmn, (de la 4®^ Familie.) Aniettnes mfifttnt en quatre tkulations^ la Tête ^ Ie Corfelet fi? cujfon font yert lulfant cuivré^ les Etuii hruns avec des veines jaunes^ mis brunes aux extrémités ; les Ailes font au/Ji bru^ nes^ le Corps ejl noir; les Pattes anté^ rieur es font brunes ^ les poftérieures noires^ lem's Cîiijfes font armées de trois épines, en quelque mamere crochues & les Jambes d'une droite. On la trouve à Surinam* Fig. 255. La Punaise Ventre Rouer* (de la 6 ^^ Famille.) Sa couleur eft prefque entièrement mire excepté le haut de l'Abdomen , qui a en depus quelques petites taches rouge. Les Antennes confiflent en cinq Articulations* On voit fur la Tête avec une moyenne Loupe deux petits Tèux lips rouge; la partie antérieure du Corfekt pris delà Tête eft pourym de deux petites pointes faillan-- tes. Les Etuis ^ ks Æles- font fauve noirâtre tranfparens. Les Pattes an¬ térieures font mires &■ velues ^ mais ks Genoux & ks Articles des Tarfm rouge-. Les quatre Pattes poftévieures font noires aux Cuips ^ ks Jambes & les Tarfes rouge de fang. Elk vit à Surinam. Bg DESCRIP.TION >42 B E SC H R Y V I N G, enz. Bg, 257. Dr Bruine, met Wit en ZWART GERINGDE WaNTZ. X}m V Gezin.') Heeft vyf Leden aan de Sprieten, de Kop, Borstftuk, de Pooten als mede het lederagtige gedeelte der Dekfchil- den ,is bleekbruin , een wynig naar ’t roode hellende, doch is het Borstlluk met donkerbruin gevlakt. Het Agter- lyf is wederzyds wit en met zwarte Ringen gefiert. Zy gelykt naar de Fig. j 64. op Plaat XXIJL maar die is meer geelagtig en boven dien ontbreeken aan dezelve de zwarte vlak, waarmede deze op ieder Dye aan de Pooten getekent is. Zy woond in Surinamen. Fig, 258. De Geelgestreepte Vliegwantz. (van 't 6‘^e. Gezin.) De Sprieten beftaan uit vyf Leden en zyn, nevens den Kop, zwart, het Borstlluk is zwartbruin met geel ge¬ rand; de Dekfchilden hebben dç laatst¬ genoemde kleur welke bepaalt word door een geel halve maanswyze Rreep- je , de Tippen derzelven zyn glanllg bruin en doorfchynend, de Vleugels en Pooten donkerbruin.. Zy is uit Surinamn. Fig. 257. La Punaise brune à An¬ neaux BLANC ET NOIR. (de' la 6 ^', Famille.) Elle ^à cinq Articulations au% 'Anten- nes , la Tête , le Corfelet & les Pattes , de même que la partie écailleufe des Etuis font brun pâle , inclinant un peu fur le rouge •i mais le Corfelet a des taches brun foncé. U Abdomen efl de chaque cô é blanc ^ orné d'Anneaux noirs. Elle res- femble à la Fig. 164^ fur la Planche XXilI ; mais celle-là efl plus jaunâtre Ê? manque, outre cela des taches noires dont celle-ci ejl marquée fur les Pattes à chaque Cuijfe. Elle vit à Surinam. Fig. 258. La Punaise-MouchEj à Rayes Jaunes. (de la 6*”®. Famille.) Les Antennes conjîjîent en cinq Arti¬ culations , Êf font noires , ainfi que la Tête le Corfelet efl brun noir bordé de jaune. , Les Etuis font auffî de cette der¬ nière couleur , terminée par une petite raye en forme de demi lune; leurs extrémités font brun luifant ^ tranfparmtes , les Ailes & les Pattes brun foncé. Elle vient de Surinam. VAN DE WANTZEN. ^ 59 - DeBruinroode Vliegwantz. . (van V Qezin,^ De Sprieten van deze Wantz zyn zwart, draadvormig en beftaan uit vyf leden , de Kop, Borstfluk , Agterlyf en Booten zyn bruinrood ; de Öogen donkerbruin, de Zuiger heeftnaauwlyks de lengte van den Hals : aan ’t begin van ’t Borstftuk zyn twee korte Door¬ nen geplaast. Het lederatige gedeelte der Dekfchilden is menierood, de Tip¬ pen derzelven bruin met een groenen glanfigen weerfchyn, de Vleugels bleek- blaaiiw en door fchynent. De Booten zyn alle met korte hairtjes bezet. Men vindze in Surinamen, BLAAT XXXVII. 260 De Ongelyke Schild- WANTZ. ^an V Ge^n*') De Kop van deze Wantz is vooraan donkergeel, op ’t midden glanfig blaauw, twee kleine blinkende Oogjes zyn tus- fchen de Netswyze Oogen geplaatst; het Borstftuk is donker oranjekleurig en aan de hoeken met twee Doornen voor¬ zien welke egter niet hard en fterkzyn gelyk zulks in veele andere gedoomde Wantzen plaats heeft, maar zagt in ’t aanraaken, doch aan de punten fcherp, en kunnen ligtelyk worden afgebroo- ken, weshalven men ook zommigen •Vind, waar aan deze Doornen ontbree* D£S PUNAISES. 143 pfg, 25p. La Bunaise Mouche Rouge Brun. ^de la d"'-. Familie.) Ses Antennes filiformes font mires confifient en cinq articulations , la Tête , k Corfelet , Vabdomen ê? les Pattes font rouge brun , les Teux brun foncé , la Trompe efl à peine aujfi longue que le cof deux petites epines font placées au commencement du Cor¬ felet» La partie écailleufe des Etuis efi rouge de plomb Jeurs ext rémitée s font brunes avec un vert luifant tranjparent , les Ailes bleu pâle ^ diaphanes , ^ les Pattes gar¬ nies de petits poils courts» On la trouve à Surinam. PLANCHE XXXVIL Fig. 2 ( 5 o. La Bunaise Dispar. (de la I re. Famille.) La Tête efi antérieurement jaune foncé ^ m milieu bleu luifant , deux^ petits Teux U fies font placés entre les Teux à réfeau^ le Corfelet efi d'une couleur orange foncé y ayant aux coins deux Epines qui ne font ce¬ pendant ni dures ni fortes», ainfi que cela a Ueu parmi plufieurs autres punaifes épineu- fes , elles font douces au toucher mais dures aux pintes de forte quon peut aifement les cafier , outre cela on en trouve quelques unes qui nont point de ces Epines (comme on k voit par la Fig. B»^ HEcufion , qui cou¬ vre entièrement l'abdomen a la même couleur X ken 144 BESCHRYVING DESCRIPTION ken. (gelyk by B.) Het Lendenfchild ’t welk het Agterlyf geheel bedekt, heeft dezelvde kleur van ’t Borstftuk, maar de tekening der zwarte vlakken op hetzelve, als mede die met geele rin¬ gen omzette, op het Lendenfchild, zynin alle, van dezezoort, niet over- eenkomftig, maar verfchillen hierin byna allen met elkander, doch komen de mannetjes, waarvan deze eene af¬ beelding is, nog al taraelyk overeen, egter heb ik onder meer dan twintig fluks geene twee kunnen vinden, die elkander volkomen gelyk waren. De Wyfjes by Fig. A en B. onderfchei- den zig nog meer in gedachte tekening, zommige zyn grys, anderen donkergeel of oranjekleurig, met of zonder zwarte of geele vlakken. De Dekfchilden, die nevens de Vleugels, door het Lenden¬ fchild bedekt worden, zyn donkerbruin, aan de tippen geel, welke kleur de Vleugels ook hebben en zyn doorfchy- nend. Op de onderzyde, is de Kop, Borstftuk en Pootén donkerblaauw en glanfig, het Agterlyf donkergeel en op ieder, van den tweeden tot den vyfden Ring , met twee, de fesde Ring met een en de laatlle wederom met twee zwartagtige blaauwe vlakken gefiert. De Sprieten bellaan uit vier Leden. Men vind ze in China , in ^apan en ook óp het Eyland Formofa^en berusten in het Kabinet van den Heere L» F. Holthüisen^ du Corfekt^ maïs Ie dejfein dés taches mirer qui font deffiis , de même que celui des an¬ neaux jaunes qui environnent ledit Eettffon , n^eji point égal en toutes , mois au contraire différé pref que dans chacune; toutefois les Mâlesdont celle-ci repréfente un^ font affez femblables , quoique fur plus de vingt , je nen a pas trouvé deux qui fe reffemblent parfaitement. Les Jbémelles des Fig. A Ê? B différent encore plus dans ce dejfein , qui eft gris fur quelques unes , & jaune foncé ou orange , fur f autres , avec oufans taches noires foit en partie d'icelles. Les Etuis couverts comme les Aîles par l'E- euffon^ font brun foncé., leurs extrémités jaune , qui efî la couleur des Aîles tranfpa- rentes. La Tête , le Cotfelei ^ les Pattes font en deffom bleu foncé & luifans ^ lab¬ domen efl jaune brun , orné fur chacun des anneaux , depuis le fécond jufquau cinquième de deux taches bleu noirâtre , fur le fixieme d'une , & fur le dernier derichef de deux des dites taches. Les Antennes confifient en quatre articulations. On la trouve à la Chine & Japan comme auff risle Formofa, & fe voit au Cabi¬ net de Monfeur L. F. Holthuisen. ,Ffg. 26I9 van DK WANTZEN. Fig* 201 . De Tygervlakkige Schild* WANÏZ. (^ya^ ’ Qezin,^ De Sprieten vaii deze Wantz beflaan uit vier Leden, en zyn zwart, de Kop en Borstftuk is vuilgeel, met een brui¬ nen rand , het Lendenfchild bruingeel met donkerbruine regelmaatig geplaatste vlakken ; de Oogen zyn bruin en de Pooten zwart, van onder, is het Lyf bruin. Zy woond aan de Kaap de Goe¬ de Hoop^ en bevind zig met de overige op deze Plaat afgebeelden in ’t laatst¬ genoemde Kabinet. Fig. 262, De Stokkers-Wantz. (Larva.") (yan V Gezin.') Deze is het Masker van die Schild- wantz, waarvan de afbeelding op de Plaat Fig. 16 en A. is gegeven. Zy heeft de Sprieten en den Kop zwart het Borstfluk is ook zwart en met vier bloédroode Itreepen getekent; hetLen- denfchild, is in deze , nevens de Dekfchilden nog zeer kiem, en glanfig zwart, en een groote vlak van de zelv- de kleur is op ’t midden van ’t Agterlyf geplaast ’t welk voor ’t overige bloed, rood en zwart gerand is. Op de onder zÿde is het Lyf donkerblaauw en glan- fig, met zwarte vlakken , de Pooten zyn zwartagtig blaauw. Men vind ze op de Kust Coromandel , in China en op Eyland ÿava. DES PUNAISES. 145 Fig. 261. La Punaise à Ecüs$on Tigré, (de la ire,. Familie.) Les Antennes confiflent en quatre Arti-. dilations Êf font noires , la Tête le Cor- felet d’un jaune terni ont un bord brun y r Ecujfon eft d'un jaune brun avec des taches brun foncé régulièrement placés. Lès Taux font brun ^ les Pattes noires , ^ le deffous du Corps brun. Elle yit au Cap de Bonne Efperance, &fe trouve-, ainfiyueles au¬ tres repréfentées fur cette Planche dans lé dernier Cabinet- mentionné- Fig. 262. La Punaise de Stokkers (Larve.) (de la Famille.) Celle-ci eft la Larve de la Pimatfe à Ecujfon dent la répréfentation a été donnée fur la III. Planche Fig. S A. Elit a les Antennes ê? la Tête noires , le Corfe- let de la même couleur marqué de quatre ftries rouge. K Ecujfon eft dans celle-ci 9 comme les Etuis-, encore fort petit noir luifant , Ê? ï on voit une grande tache de même couleur au milieu de P abdomen-, dont le refle eft rouge de fang âP bordé de noir. Le dejfûus du Corps efî bleu foncé luifant avec des taches noires; les Pattes font bleu noirâtre. On la trouve fur la Côte de Co-, romandel, en Chine, & dans PIsk dà Java. DESCRI P TI O N 146 B E S C II R Y VI N G ptg, 263. Het Bruine Wvd- BEEN. (yart "t 4^^. Gezin.') Is geheel donkerbruin, behalven de Vleugels die bruinagtig geel zyn , de Schenkels der middel en agter Pooten hebben ieder , na by het lid van ’t Scheen¬ been, een fcherpen doorn. De Sprieten bellaan uit vyf leden. Men vindze aan de Raap de Goede Hoop. Ftg. 264. De Bruingeele Breedpoo- TIGE WaNTZ. (yan V 4'^^. Gezin.) Heeft vyf Leden aan de Sprieten, de Oogen donkerbruin, het Lyf en de Pooten bruingeel, de tippen der Dek- fchilden en de Vleugels donkerbruin. De fchenkels der Agterpooten zyn dik, rond en onderwaarts met twee korte Doornen gewapent, de Scheenbeenen wederzyds met vliefen bezet waardoor dezelven zig zeer breed vertoonen. Zy woond 111 China. Fig. 26$. De Geel Gekraagde Wantz. (yan H 4^^. Gezin.) Pleeft vier Leden aan de Sprieten die zwart zyn, de Kop vaal, de voorlte helft van-’t Borstftuk bleek en de agter- fte donker oranjekleurig met bruine dippen; Het Lederagtige gedeelte der Dekfchiiden is zwarte de tippen grys en Fig. 263. La Punaise Brune à Jambi Ecartée. (de la 41^5. Familie.) E/k eft entièrement brun foncée excepté les ailes qui font jaune brunâtre; les cufffes des Pattes du milieu ô? des poftérieures ont chacune prh larticulations des jambes une épine pointue; les Antennes confijlent en cinq Articulations, Fig. 264, La Punaise Jaune Brun à Larges Pattes (de la 4”^®. Famille.) Elle a cinq Articulations aux Antennes les Teux brun foncé , le Corps les Pattes jaune brun; les extrémités des Etuis des ailes brun foncé. Les Cuijfes des Pattes pojîérkures font épais , ronds SP armés en dejfous de deux épines courtes , SP l^s os des "jambes garnis de membranes qui la fait paroiîre fort large. Elle vit à la Chine. Fig. 26$. La Punaise Jaune Fraisée. (de la 4®®. Famille.) - Les Antennes ont cinq Articulations., SP font mires , la Tête ejt jaune , la moitié du Corfelet eft orange, pâle par devant & l'autre moitié orange foncé par derrière , avec des points bruns. Le partie écailleufe des Etuis eft noire , les extrémités grifes £? de VAN DE WANTZEN. de Vleugels donkerbruin. Het Agterlyf is van boven bruin aan de randen en onderzyde donkergeel, de Pooten zwart. Men vind ze aan de Kaap de Goede Hoop. Fig. 266. De Roode V. *t 4^^®. Gezin.') De Sprieten van deze Wantz zyn zwart en beftaan uit vier Leden , de Kop en Oogen zyn ook zwart , het Borstfluk van dezelvde kleur, is bloed¬ rood gerand,het Lendenfchild is rood, de Dekfchilden hebben het lederagtige gedeelte zwart, op ’t midden van ieder derzelven is eene roode tekening, wel¬ ke eenigzins met de letter V overeen¬ komt, de tippen zyn ligtbruin en de vleugels wit. Op de onderzyde is het Lyf rood met zwarte vlakken, de Poo¬ ten zyn zwart, dog aan het lid tusfchen de Schenkels en beenen der voorften wit, als ook aan de beenen vandemid- dehten met een, en aan die der agter pooten met twee Witte vlakjes. Zy is van de Kaap de Goede Hoop. Fig. 267. De Geele Zwartgevlakte Drurys-Wantz. (yan V Gezin.) Offchoon deze Wantz in kleur en te¬ kening der zwarte blaauwe vlakken, op het Borstfluk en der Dekfchilden, veel is onderfcheiden met die welke door den Heer Drury is afgebeeld, zo ge- Iqovq egter dat ze van een en dezelv- DES PUNHISES 147 les afles brun foncé. H Abdomen ejl au dejfus brun , ê? Ie de [fous , de même que les bords , jaune foncé. ' Les Pattes font noi¬ res. On la trouve au Cap de Bonne Es¬ pérance. Fig. 266. La Punaise V. rouge. (de la 4^6. Famille.) Ses Antennes Jont noires avec quatre Ar¬ ticulations , la Tête g? les Teu% font atijfi noirs , gf le Corfelet de la même couleur ejl bordé de rouge de fang; l’EcuJfon ef rouge; les Etuis ont la partie écailleufe noire , au milieu de chacun ef une marque rouge , qui rejfemble ajfez à la lettre V; les extrémités font brun g? les ailes noir. Le dejfous du Corps ef rouge avec des taches noires les Pattes font noires , mais à l'article des Pos¬ térieures entre les Cuijfes g? les Jambes , comme aujf aux Jambes du milieu on voit une petite tache blanche., gf auxpoférieures font placées deux de ces mêmes petites taches blanches. Elle vient du Cap de Bonne Ef- pérance. Fig. 267. La Punaise de Drury Jaune Tachée de noir. (de la Famille.) Quoique cette Punaife différé de beaucoup d'avec celle que Mr. Drury a préfenter ^ foit pour la couleur g? le dejfeîn des taches bleu noirâtre , il ef cependant a croire quel¬ le ne fait quune gf même^ efpke. Les An¬ tennes confifent en cinq articulations gf font X 3 de- 148 B E S C H R Y V I N G DE SCRIP TION de zoort is. De Sprieten bejflaan uit vyf Leden en zyn , gelyk de Kop en Oogen, zwart ; het Borstftuk is van vooren geel, agterwaarts oranjekleurig met zwartblaauwe tekening en naar ’t einde twee langwerpig ronde vlakjes van de laatstgenoemde kleur. Op de on- derzyde is het Agterlyf donkergeel met een zwarten vlak aan ’t einde en vier andere dergelyke aan beide zyden ; de Borst is gelyk de Pooten, glanfig en llaalblaaiiw kleurig, De Dekfchilden zyn bruin, doch aan de tippen derzel- ven , alsmede de vleugels vaalzwart. Zy woond in China* Linn Mant Plant, altera, pag. 534. Cimsx fj j. a. b. Fabricius Spec. ins. Tom. 2. pag. 339, Fig* 258 . De Argus-Wantz. (van V Gezin.') Heeft vier Leden aan de Sprieten die zwart zyn, de Kop, Borstftuk en Lendenfchiid is bruinagtig geel, gelyk ook het Lyf op de onderzyde, en de Pooten. Op het Borstftuk zyn eenige bruine dwarsftreepen en op hetLenden- fchild verfcheiden Oogwyze of ronde zwarte vlakken geplaast. De Dekfchil- ten en Vleugels zyn donkerbruin. Zy is van de Sierra Leona op de Kust van Afrika. mires de même que la Tête SP les Teux. Le Corfeïet eft jaune fur le devant SP cait- kur iorange fur le dernier , ayant de chaque côté une ^ ranàe tache fur le hord qui ejl un peu réhauffé. Le grand Ecuffon eft m[ft orange , avec un dejfein bleu noirâtre SP deux petits taches ovales de cette derniere couleur aux extrémitées Lé abdomen eft en de [fous , jaune foncé avec une tache noire au bout SP quatre autres femblabks des deux cotés. La Poitrine., de même que les Pat¬ tes., eft d'un bleu d acier. Les Etuis font brun, mais leurs extrémités , ainfi^ que les ailes., font fauve noirâtre. Elle vit à la Chine. Drurœî. Drüry ins. Tom. i. pag. 94. Tab. 42. fig,. no. 8. nom. Linn. Fig. 268. La Punaise Argus. (de la i*"®. Famille.) EUe a quatre articulations aux antennes^ qui font noires , la Tête , le Corfelet , ^ le grand Ecujfon ^ jaune brunâtre, ainfi que le dejfôus du Corps & les Pattes. Sur le Corjelet fe voyent quelques rayes bruns transverfaks, SP fur l'Ecuffon , diverfes taches rondes noires en forme d'Teux. Les Etuis SP les aÜes font brun foncé. Elle vient de la Sierra Leona fur la Côté d’A¬ frique. VAN DE WANtZEN. Fig. ^69. De Geelgerande Groene Schild- Wantz. (van V Gezin») Heeft zwarte fprieten welke uit vier leden bellaan, de Kop en ’t Lyf nevens het groote Lendenfchild, zyn groen, en ’t laastgemelde met een verheven geelen rand, het Borstftuk heeft twee donkergroene dwars flreepen. De Poo- ten zyn zwart, gelyk ook de Dekfchil- den en Vleugels. Men vindze aan de Kaap de Goede Hoop. PLAAT XXXVIII. Fig» ^70. De Omberkleürige Twee- YLAK. (^an "t Gezin.) Deze Wantz heeft vier Leden aan de Sprieten die zwart zyn, de Gogen wit, het Lyf is aan beide zyden omber- kleurigbruin , de Pooten zwartbruin. Op de Dekfchilden is aan ’t lederagtige gedeelte een geelen vlak , de tippen zyn donkergroen en glanfig, de vleu¬ gels bruin. De Heer Vaillant heeft ze op deszei VS Reizen ontdekt in het Land der Caffers aan de Kaap de Goede Hoop en van daar mede gebragt. Fig. ^71- De Javaner Wantz (^Larva.) (yan V Gezin.) Deze is het Masker van die Wantz DES PUNAISES. 149 Fig. 269. La Punaise à Ecusson VERTE BoRDEÉ de JaUNE. (de Ia Familie.) Les antennes.) qui confijïent en quatre ar» ticulations font noires , la Tête , le Corps » & legrand Ecujfon., vert, ce dernier ayanP un bord jaune réhaujfé , le Corfelet a deux rayes transversales verte. Les Pattes font jaunes , de même que les Etuis les ailes. On la trouve Cap de Bonne Elperance# PLANCHE XXXFIIL Fig. 270. La Punaise couleur d’oM-* BRE à DEUX TACHES. (de la ade. Famille.) Celle-ci a quatre articulations aux an» tenms , qui font noires , les Teux hlatk , le Corps des deux côtés brun d'ombre: S? les Pattes brunes noirâtres. Sur la partie ecailleufe des Etuis efl une tache jaune , leurs extrémités font vert foncé & luifant, les aî» les brunes. Mon fleur Vaillant la dé» couverte au Cap de Bonne Elpérance dans le Pays des Cajfres , d'oU il le a appor» tée ici. Fig. 271. La Punaise de Java (Larve.) (de la 2®. Famille.) Celle ci efl la Larve de la Punatfe qui welke DESCRIPTIÖN ISO BESCHRYVING welke op de Eerjle Plaat Fig. 2. is af- gebeeld. De Sprieten beftaan uit vier Leden en zyn zwart, de Kop, Borst- fluk en de Hompjes der Vleugelfcheden benevens de Pooten zyn geelagtigbruin ; de naad welke openbarst wanneer bet Infeól: deszelvs vervellinge ondergaan heeft is hier duidelyk op hetBorstftuk, door een witten ftreep, te zien. Het Agterlyf is op ’t middel bruinrood, aan de zyden donkergeel en bruinrood ge- ftreept : van onder is de Borst en ’t Lyf bruingeel. Zy is van het Eyland yava^ doch word ook in China gevon¬ den , maar nimmer is my gebleken dat men ze op de Küst van AfHka aan de Sierra Leona zoude ontdekt hebben, gelyk de Heer Profesfor Fahricius dei> zelver woonpiaast bepaalt. ejl reprefentée fur la première Planche Fig. 2. Les antennes confident en quatre articulations ^ font noires , la Tête le Cor- felet & les houtens des Fourraux des ailes , ainfi que les Pattes font brun "Jaunâtre La Couture qui fe crève lorfque cet Infecte change de peau eft aifément appercue fur le Corfelet par une raye blanche. L'abdomen efl rouge.brun fur le milieu^ jaune foncé aux cotés S 't-ayé d'un rouge brun, Lt dejfous de la Poitrine & le Corps font jaune brun. Elle vient de llfle Jave , ô? fi trouve auffi en Chine, mais jamais il ne ma paru qu'on l'ait découverte fur la côte d'a- frique à la Sierra Leona, où Monfieur le Profejfeur Fahricius établit fa refidence. Drüry ins. Tom, i. pag, 96. Tab. 43. fig. 2. Fahricius Spec, ins, Tm. 2. pag, -336. wo. 172. Cimess Poppillojus, Fig , 272. De Geelgestreepte Bruine Wantz. (vm 't Gezin,') Heeft vier Leden aan de Sprieten gelyk de Pooten , zwart van kleur ^en de Kop is bruin , de Oogen grys, het Borstfluklyf, Dekfchildenen de Vleugels zyn bruin. Op den Kop en ’t geel gerande Borstftuk is een geel Hreepje een kleiner nevens -nog twee andere vlakjes van de zelvde kleur, zyn op het Lendenfchild ge¬ plaatst. Men vindze aan de Kaap de Goede Hoop, Fig. 272. La Punaise brune RAViE DE JAUNE. (De la 2^^, Familie.) Elk . a quatre articulations aux antennes qui , comme les Pattes font noires , la Tête eft bmne ; les Teux font gris , le Corfelet , le Corps ^ les Etuis & les ailes brun. Sur la Tête ^ fur le Corfelet bordé de jaune eft une petite raye jaune , g? fur l'EcuJfon me plus petite encore avec deux petites ta^ ches de la même couleur. On la trouve au Cap de Bonne Efpérance. 'Fig, VAN DE WANTZEN, DES PUNAISES. 151 Fig, 273. De Zwartgevlakte Pedelwantz. (yafi V 4"^^. Gezm.) De Sprieten van deze Wantz beflaan uit vyf Leden en zyn nevens de Oogen zwart; de Kop, Borstftuk, Agterlyf en het lederagtige gedeelte der Dek- fchilden is fermilioen rood : op het Borstftuk zyn twee langwerpige en op ieder Dekfchild ëen ronden zwarten vlak geplaatst, de tippen der laatften zyn glanfig en gelyk als de Vleugels donkerbruin. Op de onderzyde is het Lyf donkerrood en op ieder Ring , wederzyds, een glanfigen bruinen vlak. Zy is uit Olim. Fig. 274. De Geelokerkleurige Wantz. (JLarval) (van V 4^^®. Gezin.') Heeft vyf Leden aan de Sprieten , de. Oogen zyn gelyk het Borstlluk grys , het Lendenfchild , de Hompjes of Vleugelfcheden en Pooten , geelo- kerkleurig ; het Agterlyf heeft dezelv- de kleur maar de Ringen zyn donker¬ bruin. Ik kenne het volmaakte Infe6b nog niet ’t welk uit dit Masker voort¬ komt , de bezitter, derzelven heeft ze uit China ontfangen. Fig. 273. La Punaise Bedeau, ta¬ chée DE NOIR. (de la 4*^®. Famille.) Les Antennes ont cinq Articulations , Ê? font., de même que les Teux noir., la Tête, le Corfelet, l'abdomen la partie écailleufe des Etuis rouge de vermellon fur le Corfelet font deux taches noires ovales, Ê? fur chaque Etui une ronde de la même couleur. Leurs extrémités font tranfpa- rentes S? ainfi que les aîles , brun foncé, le deffous du Corps ejî rouge brun & a des deux côtés fur chaque anneau une tache bru~ ne luifante. Elle vient de la Chine. Fig. 274. La Punaise Jaune d’ocre (Larva.) (de la 4™®. Famille.) Elle a cinq Articulations aux antennes, les Teux gris , de même que le Corfelet, rEcuJfon les fourreaux des ailes , & les Pattes jaunes dé ocre ; l'Abdomen a la même couleur , mais les anneaux font brun foncé- Je ne connois pas encore Pin- feéte parfait qui provient de cette Larve. Celui qui la pojfede la reçue de la Chine. Fig. 275. BESCHRYVING DESC RIP Tl O N Fi £* 2/5. De Langhalsige Vlieg- WANTZ. (van V 6^®. Gezin*') Deze Wantz heeft de Sprieten draad vormig en zeer dun, door ’t ver¬ grootglas egterontdekt men, datdezel- ven uit vyf leden beftaan , de Kop is klein de Oogen uitpuilende, twee klei¬ ne blinkende zwarte Oogjes zyn vooraan den Kop geplaatst, de Hals is zeer lang en dun, de Zuiger kort en in een halven Cirkel nederwaarts omgeboogen : het voorde gedeelte van ’c Borstduk is klein en rond , het tweede driehoekig en aan de Schouders met een korten doorn bezet. De Dekfchilden zyn aan de gewrigten bruinagtig geel , doch voor ’t overige , nevens de Vleugels aschkleurig en doorfchynent ; het ge- heele Infeé: is zwart. Men vind deze Wantz ook op de Kust Coromandel maar die heeft de Dekfchilden , op ’t mid¬ den , fneeuwit, deze is uit China* Tig* 276W De Gewapende Wantz. (van 4^^. Gezin*) Heeft vier Leden aan de Sprieten cn is behalven de tippen der Dekfchil¬ den , die donkergroen en glanfig zyn, en den witten vlak aan de Beenen , ge¬ heel donkerbruin ; het Borstftuk fteekt vooraan even agter den Kop > Fig. 275. La Punaise mouche A LONG GOL. (de la 6'^^ Famille.} Les Antennes filiformes font trh minces y mais avec la Loupe on découvre quelles ont cinq Articulations ; la Tête efl petite *, les Teu% faillans ; deux petits Teux noirs lijfes font en devant de la Tête , le Col eft fort long 6? mince , la Trompe courte Êf recour~ hée au bas en demi cercle ; la partie anté¬ rieure du Corfelet efl petite ^ ronde-y la fécondé triangulaire & garnie d'une épine courte aux épaules. Les Etuis font fauve jaunâtre aux jointures , mais le refle , ainfi que les ailes gris cendré tranfparent* Tout rInfe&e efl noir. On la trouve ainfi fur la Cote de Coromandel mais celle -là a les Etuis blanc de neige au milieu. La pré¬ fente vient de la Chine. Fig. 276. La Punaise AitM^^Eî (de la 4^^. Famille*) Elle a cinq Articulations aux Antennes ÊP efl entièrement brun foncé*, excepté les extrémités des Etuis qui font vert foncé lui- fantes , ê? les taches blanches fur les Jam¬ bes , le Corfelet pointe en avant comme aujfi derrière la Tête oh il efl fort faillant de we- ¥an de WANTZEN. wederzyds verre vooruit en is aan de randen, inwaarts oingeboogen en met korte doornen bezet. De Agterpooten zyn aan de Schenkels dik, en hebben onderwaarts ieder twee reyën Van drie fcherpe doornen, aan de beenen is van het Lid aan den Schenkel tot aan de midden , een breed vlies geplaatst, ’t welk 'zig als uitgefneeden vertoont. De Heer Vaillant heeft deze Wantz in het Land der Caffers ontdekt. Fig. 277. HetBruinroode Dikbeen. ’t 4^®. Gezin.') ■l. V ■ --««««3»:.' ■- . . De sprieten van deze Wantz zyn bruin, de Oogen vaalzwart, hetBorst- ftuk, Lyf en ’t lederagtige gedeelte der Dekfchilden , bruinrood , de tippen der laatften bruinagtig groen en glan- fig, de Vleugels en Lendenfchild don¬ kerbruin. De Pooten zyn omberkleu- rig; de Agterpooten aan de Schenkels, in ’t midden dik, hebbende onderwaarts een infneede , waarin het Infed , in den rustenden ftand, de Beenen voor een gedeelte , kan verbergen ? Deze eigenfchap hebben meest alle de Wyfjes der Wantzen van dit Gezin^ welke met dikke Schenkels aan de agter Pooten voorzien zyn. Zy is uit China. DES PUNAISES. 153 chaque cote^^ recourhé en dedans aux bords y garni âépines courtes. Les Pattes pofle^ rieur es font épaijfes aux Cuijfes ^ ont au bas de chacune trois rayes de trois épines pointues ; fur les Jambes depuis l'article du Cuiffs , jusqu'au milieu , efi une large membrane qui par oit comme découpée. Mon- fieur Vaillant la découverte au Pays des CafFres. Fig. 277. La Punaise Rouge BRUN A Grosse Jambe (de la 4, Famille.) Les Antennes font brunes y les Teuxfaih> ye noirâtre y le Corfelety le Corps g? la partie écailleufe des Etuis rouge brun , les extrémités de ces derniers vert brunâtre ejl luifantes , les Ailes S? l'EcuJfon brunfoncè. Les Pattes font couleur d'ombre iÿ les Pattes poftérîeures ont au milieu des Cuis- fes épais une entaille intérieure oû cet In-, fe&efeut placer une partie des Jambes pour fe repofer. La pluspart des Femelles pour¬ vues de Cuiffes épaifes aux Pattes poflérieu- resy ont ces propriétés. Elle vient de Chine. i54 B E S C H R Y V I N G Fig» 278. De Zaagpoot. (van V 4"^®. Gezin.') Deze Wantz heeft vyf Leden aan de Sprieten , welke dun en draadvormig zyn. De Kop, Borstftuk , ’t Lyf en de Pooten zyn alle bruin , gelyk ook het grootfle gedeelte der Dekfchilden, welke aan ’t einde ligtbruin en aan de tippen een donkergroene glanfige kleur hebben. De Schenkels der middelde Pooten zyn, onderwaarts, tandswyze gedoornt ; een fcherpen doorn bedekt het Lid van dezen Schenkel en ’t Scheen¬ heen, de .Agterpooten zyn ongemeen lang , aan den Schenkel dik, en met lange doornen voorzien , de Beenen hebben zaagswyze infnydingen welke uit korte doornen beftaan. Zy is uit China en berust met alle op deze Plaat afgebeelde voorwerpen in de verzame¬ ling van den Heere L. F. Holthüi- SEN. D ES CRIPTIO N Fig. 278 La PuNAI SE aP ATTES EN SCIE. (de la 4™^. Familie.) Cette Punaife à cinq articulations aux antennes^ qui font minces ^filiformes; la Tête., le Corfelet., le Corps & les Pat- tes font brun , ainfi que la plus grande par¬ tie des Etuis , qui font brun clair â lafin Ê? vert foncé luifant aux fommets. Les cuijfes des Pattes du milieu font épineufes comme dentelées. Une Epine pointue couvre le membre de ce cuijfes ^ de lós des "jam¬ bes. Les Pattes pojlerkures font extra¬ ordinairement longues., epaijfes au cuijfes 6? garnies de longues épines'. Les jambes ont une découpure en forme de Jde qui confijîe en épines courtes : Elle efl de la Chine êP fe vois ainfi que toutes celles qui font repréfentées fur cette Plànche dans la Colleélion de Monfieur L. F. Holthui^ s EN. van d E WANTZEN PLAAT XXXIX. i%. 379. De Bonte Omkorste W A N T z. (van V 1^^ Gezin.') De Sprieten van deze zeldzaame Wantz beftaan uit vier Leden en zyn zeer dun, hairvormig en zwart, hot voorfte gedeelte van den Kop is als in twee Hukken verdeelt bladrig en plat, en gelykt eenigzins naar den Kop van zommige Mestkevers QCöpris. Geo froae.) De Oogen zyn grys en ter zyden van ieder Oog is een zwarten Doorn ge¬ plaatst; het Borstftuk is bleekrood en heeft op ’t midden een geeïe Vlak, die door een zwarten aan ’t begin van het Lendenfchild, word bepaalt. Heteven- génoeinde Lendenfchild is zo groot dat het zelve het geheele Agterlyf bedekt en is bleekrood van kleur, op ’c mid¬ den van ’t zelve is een lang, geelagtig en naar agterwaards omgeboogen uit- wasch, ’t welk naar een Homp Hoorn geïyktenop een gryzen, ruwen Schim- melagtigen grond geplaatst; de zyden van ’t BorstHuk en Agterlyf hebben bladerige uitgefneden randen, gelykby Fig A. alwaar dit Infeft vergroot is afgebeeld, duidelyker kan gezien wor¬ den. Op de onderzyde is het Lyfgrys met bruine Hippen op ’t midden van ieder Ring , de Pooten zyn bruin, ik weet niet of de Wantz eigentlyke Dek- fchilden en Vleugels heeft, dewyl het groote Lendenfchild zo digt aan ’t Lyf is gehegt, dat het my niet mooglyk was daaromtrent verder onderzoek te DES PUNAISES. 155 PLANCHE XXXIX. Fig. 279. La Punaise Ecaillbu- SE Bigarée. (De Ia Familie.) Les Antennes de cette Punaife rare^ font compofées de quatres articulations très minces poilleufes & noires^ la partie en- térieure de la Tête femble divifée en deux parties , elle efi feuilletée â? pl^tl<^ 5 femble un peu à la Tête de quelques fca- rabées (Copris geoffroæ). Elle a. les yeux gris , Ê? au Coin de chaque Oeuil fe trouve une Epine noire-, on aperçoit au milieux du Corcelet , qui ejl d'un rouge, pâle , une tache jaune, qui ejî terminée par une tache noire qui fe trouve au haut de rEcufpon ; l'Ecufon dont je vient de parler couvre tout labdomen, & efl dun rouge pâle ; au millieu de cet Eeuffn efi me Efpéce d'EfcreJfence longue jaune, èP recourbée en arriére, & qui refemble a une Corne, fans pointe, placée fur un fond gris raboteux mélangé , les Côtés du Corcelet & de l abdomen font ornés dune bordure feuilletée & dentelée , comme on voit Fig. A. Ou cet infe&e étant repré» fenté en grand, fe dicerne plus clairement; le deffous du Corps efi gris âf marqueté de brun , aux milieu de chaque anneau; je doute que cette Efpece de Punaife, ait e feétivement des Etuis éf des Ailes , at¬ tendu que le grand Ecuffon ejî joint au Corps de maniéré , quü efi impojpble de s éclaircir la de fus ; la bordure dentelée de cet InfeBe pourroit le faire placer ainfî que le^fuivant dans la cinquième famille des PmaiJèSy mais fai préféré de la placer Z kun- 155 BESCHRYVING kunnen doen. Wegens de bladerige randen zou dit Infeól nevens het naastvolgende, onder het vyfde Gezin der Wantzen hebben kunnen geplaatst worden, maar de ronde gedaante en het groote Lendenfchild welke dezelve, gelyk alle die van ’t Eerfte Gezin heb¬ ben , heeft aanleiding gegeven, om ze onder de laatstgemelden te plaatzen ,zy is uit Surmamen en berust nevens allen op deze Plaat afgebeelde voorwerpen in het Ryke Kabinet van den Hoog- welgeb. ïleere Raye van Eheükeler- WAERTH. Eig. 280. De Bruine Omkorste W A N T Z. Çyan V Gezin.') Voelligt is deze maar eene verfchei- denheid van de voorgaande, egter ver- fchillen dezelve in eenige opzigten met elkander ; het voorde gedeelte van den Kop is langer, fpirser en tot aan ’t be- •gin van den zuiger geheel gefpleeten: de Oogen zyn grys en gelyk by voor¬ gaande Figuur met een zwarten Doorn ter zyden gewapend. Het Borstduk is nevens het groote Lendenfchild bruin¬ rood en op’t midden van’tlaatsgenoem- de een agterwaarts omgeboogen punt óf I-loorn, op een gryzen en fchimmel- agtigen grond; voor aan de zyden van \ Borstfluk is een grys, dun en blade- rig uitfleekzel, de'rand van ’t Agter- tyf is grys en wederzyds met drie uit- gefneeclen bladerige punten voorzien , gelyk dezelve zig by Fig. B. aan dit vergroot Infeél vertonen. Van onder I> ES CRI P TIO Ff dans k première y à caufe de fa forme Fonde ^ du grand Ecujfon (pu elle porte comme toutes celles de cette famille., elk eft à Su¬ rinam, ê? f trouve ainfi que tout les objets qui font reprefentés Jur cette planche, dans le grand Cabinet de Monfeigneur Raye VAN Breukelerwaert. Fig. 280. La Punaise Ecailleuse Brune. (de la Famille). ^ Celle.ci efl peut-être à quelque Varia., tforis pris de la même efpece que la precé* dente, elle en dijfere cependant en quelques points, la partie antérieure de la Tête de celle-ci, efi plus longue, plus pointue, & entièrement fendue jufqu'au commencement de^ la trompe. Elle a les Teux gris & au coin de chaque Oeuil, comme la précédente, me Epine noire; le Corcelet & le grand Ecuffon font dun rouge foncé, ^ au mil¬ lieu de cet Ecuffon ejl une pointe, ou corne recourbé en arriéré fur un fond gris ^ mélangé; aux cotés antérieurs du Corcelet s'avance une pointe grife, mince & feuille¬ tée, le bord de l'abdomen efl gris, armé de chaque Cotés, de trois pointes dentelées 0 ? feuilletées, comme on le voit Fig. B. ou cet infe&e efl reprefentée en grand; le deffous du Corps, efl gris, êP marquetée de hrm les pattes font brunes, ces Punai- VAN DE WANTZER DES PUNAISES. 157 is hêt Lyf grys en met bruin geflipt, de Pooten zyn bruin; over ’t algemeen gelyken deze Wantzen als omkorst met eene Schimmelagtige floffe welke egter door dezelve vogtig te maken niet is aftewisfchen. Zy woond in Surinamen. Fig. 281. De Gebulte Wantz. (van 3^^®. Gezin.") De fprieten van deze Wantz beflaan uit vyf Leden, en hebben, nevens den Kop,. DekfchiJden, Pooten en ’t geheele Lyf een ligcbruine Ombrekleiir, de Schouderhoeken aan ’t Borstfluk lleeken verre uitwaarts, het Lenden- fchiid is als eene opwaarts flaande punt, de Vleugels zyn Donkerbruin en de rand van ’t Agterlyf is tandswyze iiit- gefneeden. Fig. C. is dezelve dooreen maagtig vergrootglas befchouwd. Men vind ze in Surinamen. Fig. 282. De Driehoek Vlakki- GE Wantz. (van V Gezin.) Deze Wantz heeft vier leden aan de Sprieten, de Oogen zyn bleekrood, de Kop, Borstfluk en het Agterlyf ge^ heel bedekkende groote Lendenfchild, is blaauwagdg zwart en glanzig met drie bleekroode driehoekige vlakken, op het laatstgemelde en een flreepje van dezelfde roode kleur op het midden van ’t Borstfluk. Op de anderzyde is het Lyf donkerrood en aan ’t einde zwart gelyk €ok de Pooten. Zy woond in Surinamen. fes paroijfent communément couvertes d'une Ecaille mélangée , qui cependant nefl pas fufceptible d être eff'acéepar l'humidité^ elle fe trouve à Surinam. Fig. 281. La Punaise Bossue, (de la 3^^ Famille.) Les Antennes de cette ptmaife ^ font com^ pofésdecinq articulations., (font aux côtés de la tête^ des étuis., des pattes r> S de tout k corps., d'un brun ombré clair; les épaules^ l'EcuJfon s'avance beaucoup au de la du Corcekt^ & fe termne par une pointe rcr levée., les Ailes font dun brun clair ^ k bord de VAbdomen efl dentelé. Elle jfl re^ prefentéeFig. C d'une moyenne grojfeur ^on la trouve à Surinam. Fig.*14. La Punaise ’a tache TRIANGULAIRE. (de la Famille.) Les Antennes de cette Pimaifefint compt-^ fées de quatre articulations , les yeux font, dun rouge pâle , la tête , le Corfelet , (d l'Ecufon qui couvre entièrement l'abdomen , font dun noir bleuâtre , ê? luftré , avec trois tâches triangulaires d 'un rouge pâle , fur l'EcuJfon^ (S? auxiftnillieu du Corceht^ en apperçoit ufw petite raye du même rouge , k dejfous du Corps eft-dun rouge foncé (dV ex¬ trémité en eft noir ainfique les pattes., elle fe trouvéa ^mimm. Z 2 Fig. DES C RTP TI O N, 158 BESCHRY VING Eg » 283. De Blaauwe Twee¬ kleurige Wantz. (van V Gezin.') Heeft vyf Leden aan de Sprieten die blaauvv en wit geringd zyn, de Kop, Korstftuk, Lendenfchild en het Leder- agtige gedeelte der Dekfchilden is fchoonblaauw , glanfig en met witte flippen en ftreepen gefiert; de tippen der Dekfchilden zyn, als ook de Vleu¬ gels, wit. Op de onderzyde is het Lyf grys, de randen van ’t zelve blaauw en ieder Ring met een witten flip ge- tekent : de Booten zyn ook blaauw en met witte vlakjes. Zy is nitSurmaamm, Fig^ 284. De Groengetipde. Wantz. (ran V 4^®. Gezin.) Heeft vier Leden aan de Sprieten ^ de Oogen zyn bruingeel, de Kop en Borstlluk donkergeel, met een zwar¬ ten flreep op ’t midden van ’t laatstge- melde; de Dekfchilden zyn bruin met geele Aderen, doch de tippen derzel- zelven fchooiigrocn Koperglanfjg en doorfchynend, de Vleugels hebben eene donkergroene kleur. Het Lyf is aan de onderzyde vuilgeel , de vier voor- fle Booten hebben dezelvde kleur doch de agcerpooten hebben de helft der Schenkels en bcenen geel en aan ge- wrigten der Knien zwart, alwaar de fchenkelsonderwaards met doornen zyn bezet. Zy woond in Surinmen. Fig. 151* La Punaise bleu a DEUX COULEURS. (De la feconde Familie.) Ses Antennes font compofées de cinq articulations .i anmléesae bleu & dehlanc.i la tête , le Corcelet Êf In partie Ecailleufe des Etuis., efl d'mi beawhleu., luftré & orné de points ÿ rayes blanches , les extré¬ mités des Etuis ê? les ailes font blanches ^ le dejfous du Corps efl gris & les bords en font bleu; chaque anneau efl marqué d'un point blanc : les pattes font pareillement bleues cS tâchetées de blanc; elle efl de Surinam. ^ Fig. 284* La Punaise aux Extré¬ mités DES Etuis Vertes. (de la Famille.) Ses Antennes ont quatre articulations^ les Teux font d'un jaune brun., la Tête & le Corcelet d'un jaune foncé avec une raye noire au milieu , les Etuis font bruns avec des veines jaunes, mais les Extrémités font Iun beau vert , d’un bril¬ lant de Cuivre êP tranfparent , les mies font d'un vert foncé, le dejfous de Corps efl d'un jaune ternis,les quatres pattresde devant font de la même Couleur , màh la moitié des pattes de derrières, & des cuijfes font jaunes g? le refle efl noir , le dejfous des Cuijfes ejf armé d'Epines'elle efl de Surinam. Fig. VAN DE WANTZEN. DES PUNAISES. Fig. 285. Het Witte Dv’i^ars- BAND. (van V 4^^. Gezin.") De Sprieten van deze Wantz beflaan uit vier Leden die zwart zyn, voor ’t overige is hetgeheele Infeél fegelrood, behalven den witten met zwart geran- den dwasftreep of band over de Dek- fcbilden, als mede de tippen derzelven die, gelyk ook de Vleugels eene asch- graauwé kleur hebben. De fchenkels der agterpooten zyn dik en met korte doornen ge wapent. Men vind ze in Surinamen. PLAAT XL. Fig. 286, De Bruine Doorn- POOT. (van ’/ Gezin.) Deze Wantz heeft vyf leden aan de Sprieten en is geheel bruin, iiitgezon- dert twee flaauwe vuilwitte Vlakken welke op de Dekfchilden zyn geplaatst. Op de onderzyde is op den derden en vierden Ring een geelen flip te zien; alle de fchenkels der Pooten zyn on- derwaarts gedoomd gelyk ook de Bee- nen der agterpooten. Haar Vaderland ig Surinamen en berust met de drie eerst¬ volgende zoorten in het Kabinet van den Hoogwelgeb. Heere Raye van Çreureerwaerth. 159 Fig. 285. La Punaise traversée d'une Raye blanche. (de la Famille.) Les Antennes de cette Pmaije font corn- pofées de quatre articulations noiresdu rejïe la Couleur de cet InfeSîe ejî d un rouge de brique , à 1 exception de la bande ou raye blanche bordée de noir., qui traver fe les Etuis , Ê? à l'exception encore de VExtré¬ mité de ces Etuis qui ainjî que les ailes font d'un gris cendré. Les cuijfes gf pat¬ tes de derrière font groffes ê? armées de pe¬ tites Epines , on la trouve a Surinam. PLANCHE XL. Fig. 286. La Punaise Brune Aux Pattes Epineusses. (de la 4^16. Famille.) Cette Punaife à les Antennes compofées de cinq articulationselle eJî entièrement brune., a l'exception de deux taches légères d'un blanc ternis., qui fe trouve fur les Etuis ^ aux desfous du Corps on apperçoit au troifieme & quatrième anneau une petite pointe jaune., toutes les Cuijfes font armées en àejfous d Epines , ainfîe que les pattes de derrière , elle ejï de Surinam & fi trouve ainfi que les trois fuir ante s dans le Cabinet de Monfieur Raye van Breukelerwaer ph. î6o BES CH RY VING DESCRIPTl O N. Fig. 287. De Kleine Dik- SC II ENKEL. {yan V 4^^ Gezin.) De fprieten van deze Wantz beflaan tût vyf Leden en zyn nevens het Lyf en Pooten donkerbruin; het Borstfluk is aan de randen met Kleine, en aan den Schouderhoek met fcherp'e door¬ nen voorzien, de Schenkels der agter- pooten zyn onderwaarts gedofonid. Zy woond in Surinamen. Fig. 288. De Roodhals- (yan 4^®. Gezin.) Deze Wantz heeft vier Leden aan de Sprieten, die, gelyk als de Oogen, zwart zyn , de Kop en Borstfluk zyn rood , het Agterlyf is vooraan rood met zwarte Ringen , doch aan ’t einde zwart. De Dekfchilden zyn zwart ieder met twee langwerpige geele vlakken., de Vleugels , heeft zy bruin. Men vind ze in Surinamen. F } g > 28p. De Vier Vlakkige Wantz. (van V 6^^®. Ge^in.) Heeft vier Leden aan de fprieten, van boven is de Kop met het Borstfluk en de Dekfchilden zwart, alleen heb¬ ben de laatflen ieder twee vuilwitte vlak¬ ken, de Vleugels zyn bruin; op de onderzyde is deze Wantz fchoon geel- ileurig. Zy is uit Furinanm. Fig. 287. La Petite Punaise a gros¬ se Cuisses. (de la 4®^ Famille.) Les Antennes de cette Pmaife font compofées de cinq join&ures^ Ê? font ainfî que les pattes d un .brun foncé .,. le Corcekt ef armé de petites Epines le long dès bords., ^ d'Epines égues du coté ^ ïépaule , les Cuisfes des pattes de derrières font auffi armées, en defjous d'épines, Elk £jl de Surinam. Fig. 288. La Punaise au Col rouge. (de la 4^^. Famille.) Les Antennes de cette Punaîfe font mnpofées de quatre joinBures qui de mê¬ me que les yeux font noirs., la Tete & le Corfelet font rouge., le haut de rab¬ domen efl rouge garni d'anneaux noirs., Ê? P extrémité en efl noire., les Etuis qui font également noirs ont chacun deux taches jaums obliques , fes ailes jont brunes ., on la îro.uve à Surinam. Fig- 289. La Punaise a quatre T A C H E s. (de la Famille. Ses Antennes font compofées de quatre articulations , le haut de la Tête , le Corcekt^ ÊP les Etuis font noirs, fur chaquun de ces Etuis fe trouve deux taches à'un blanc ternis , les ailes font brunes ; le desfous du Corps de cette Punaife efl d'un beau jau^ ne, Elk efl de Surinam. VAN DE WANTZEN. Fig, 2 ^0. De Wandelaar. (van V Gezin, Deze is het mannetje van die Wantz welke op de XXVli^^<^ Plaat byFig, ic$ reets is afgebeeld. De Heerfchende kleur is hier geel met bruine vlakjes en flippen, daar in tegendeel die van ’t Wyfje meer in ’t bruingeele valt. Men vind ze op de Kust Coromandel bevens de Twee volgende in de verza¬ meling van wylen den Wel Eerwaarden Heere E. F. Albert i. Fig, 2pi. De Netswysgeestreepts Wantz. (van 2 de Gezm,y Heeft vier Leden aan de Sprieten wel¬ ke bruin van kleur Zyn, de grondkleur aan beide zyden van ’t Lyf is bleek flroogeel met donkerbruine flreepjes en flippen, byzonder is het lederagtig gedeelte der Dekfchilden met netswyze ftreepen van gemelde bruine kleur zeer fierlyk getekent, waarvan de vergroote Fig, A. een juist denkbeeld oplevert: de tippen dezer Dekfchilden zyn don¬ ker afchkleurig met bruine aderen, doch aan de agterranden wit en de Vleugels grys en doorfchynend. Zy woont op de Kust Coromandel te Tranquehar, Fig, 292. Het Geele Streepje (van 't zjde. Gezin.') Deze Wantz heeft vier Leden aan de DES PUNAISES. i6t Fig. 290. La Punaise Pelerine. (De Ia 4“^^ Familie.) Cest Ie mâle de celle dmt la defcriptm fe trouve Planche XXFIÏ^^ Fig. 105 fa couleur dominante efl jaune tacheté ^ marqueté de brun , celle au contraire de la femelle tire plûtot fur le jaune foncé ^ elki font de la Cote de Coromandel, & fe trouve ainfi que les deux fuivantes dans la Collection de feu Monfteur E. F. Alberti. Fig. 291. La Punaise a Réseaux. (de I» Famille.) Ses Antennes Jont compofés de quatre yoinStures brunes^ les deux Cotés du Corp font d'un paille clair ^ avec des points (Sf petites rayes d'un brun foncée la partie écailleufe des Etuis ejl singulièrement marquée ou rayée en forme de réfeaux, d'une couleur brune ^ dont la Fig. A, reprefentée en grand donne me jujle idée-, les Extrémités de ces Etuis font d'un cendré foncé avec des veines bru¬ nes , mais les bords poflèrîeurs font blancs Ê? les atks grifes £? transparentes. Elle eft de la Cote de Coromandel à Tran- quebar. Fig. 292. La Raye Jaune. (De la 4-mr. Famille.) Les Antennnes de cette Punaife compê- Sprie- 162 BES C HR Y VING DESCRIPTION de Sprieten, de Kop, Borstfluk en ’t lederagtige gedeelte der Dekfchilden is donkerpaarfch en de tippen dezer laat- Iten bruingeel ? een helder geele ftreep is op hét midden van het Lendenfchild geplaatst. De Vleugels zyn afchkleii- rig, de onderzyde van ’t Lyf is bleek¬ geel en de Pooten geelagtig bruin. Zy is van de Kaap de Goede Hoop. PLAAT XLI. Fig, 293. De Houtkleurige Wanz. (van V 4^® Gezin ) Heeft vier Leden aan de Sprieten die nevens den Kop, Oogen en Pooten xwart zyn, het Borstfluk en ’t grootfle gedeelte der Dekfchilden is bruingeel en als met een wynig rood gemengt op de laatstgemelde ziet men vier zwarte Hippen en de glasagtige tipppen derzel- venzyn, gelyk als de Vleugels bruin: zy berust met de vier eerstvolgende zoor- ten in de verzameling van wylen den Wel Eerw. Heere E. F. Alberti en is van de Kaap de Goede Hoop. Fig. 2^4. De Aard-Mugagtige Wantz. Pan 't 4 Gezin. Heeft vier Leden aan de Pooten die bruin zyn, de Kop en Oogen geel, het Borstfluk zwart met fes geele flippen , het Lendenfchild is zwart en geel ge¬ rand ; de Dekfchilden en Vleugels.zyn fees de quatre articulation., la Tête., h Corceîety la partie EcaiUeufe des Etuis font dun viâet foncée Ê? l^nrs Extre--. mités font d'un jaune foncé; au millieu de l'écusfon efl une raye d'un beau jau¬ ne., les ailes font dune couleur cendrée^ le de fous du Corps eft dun jaune clair ^ & les pattes font dun brun jaunâtre. Elle ejî du Cap de Bonne Espérance. PLANCHE XLL Fig. 293. La Punaise Couleur DE Bois. (De la 4™^ Famille. Ces Antennes font Compofées de quatre yoin&ures noire ^ la Tête ^ ries Teux, ê? les pattes font de la meme Couleur., le Corcelet & la plus grande partie des Etuis font dun jaune foncé., qui femble, un peu mélangé de rouge, en aperçoit aux dits Etuis quatres points noirs, ê? leurs Extrémités charnues ainfi que les ailes font brunes ; elle fe trouve avec les quatres especes fuivantes dans la Colkélion de feu Monfieur E. F. Alberti , gp viennent du Cap de Bonne-Espérance. Fig : 294 La Punaise T I P U L E. (de la 6. Famille.) Ces Pattes font compofées de quatre yointJures brunes, la ifte gp les Teux font jaunes, le Corcelet noir marqueté de jaune, l'Ecusfon noir bordé de jaune. Us Etuis g? les ailes font grifes gp fort grys ▼ an DE WANTZEN, DES PUNCHS ES, 163 grys en helder doorfchynend. Op de onderzyde is het Lyf vuilgeel , en de Pooten geelagtig biuiin. Wegens de lange Pooten en doorfchynende Vleu¬ gels zou men^eze Wantz, op het écr¬ ite Gezicht voor eene Aardmug (Tipu- là) aanzien, maar de ^lanzienelyke lan¬ ge Zuiger en de vier Vleugelen enz. brengen dezelve onder het Gedacht en vkrdt Gezin der Wantzen. Zy is van de Kaap de Goede IIoop, Fig, 1295. Tranquebaarsche Vlieg WANTZ. (yan V 6'^®. Qezînà) Eene verfcheidenheid van deze Wantz is reets op de XXXVlIJfte Plaat hy Fig, 275. afgebeeld -, deze is egter dikker¬ en het Agterlyf breeder dan de evenge- inelde. Zy is, behalven den vuilwitten vlak op de Dekfchilden-, geheel zwart. De Sprieten zyn zeer dun en beftaan uit vyf leden 5 de Kop is klein, de Hals zeer lang , de twee kleine blinkende Oogjes kunnen door een gewoon ver- grootend glas, op den Kop tuflchen de uitpuilende netswyze Oogen, duidelyk gezien worden. Het Borllftuk is van boven oneffen, ruwen bultig; het Ag¬ terlyf op ’t midden, als ingedrukt, waardoor de randen van ’t zelve als op¬ waarts omgeboogen zig vertoonen. Men vind.deze Wantz gemeenlyk onder die Infeóten , welk in die kiffjes zig be¬ vinden die ons van Tranquehar op de Kuil van Coromandel worden overge¬ zonden. tranfparentey; Ie dejfous du Corps efl d un jaune ternis ê? les Pattes d un brun jau¬ nâtre ; à la Imgeur des Pattes & le tran- /parent des ailes ; on pourront prendre cette Punaîfe pour une forte de moucheron connu en latin fous le nom de Tipula, mais les quatres ailes ê? la longeur de fa trom¬ pe , la fait mettre au rang de la quatrième Famille, Elle e/l du Cap de Bonne Ef- pérance. Fig. 295. La Punaise Mouche DU Tranquebare. (de la 6 ^^ Famille.) On a déjà donné me defcription variée de cette Punaije Planche XXXFilL Fig. 275. cependant celle ci ejl plus grojfe ê? a l'abdomen plus large que la précédente. Elle e/l entièrement noire ^ fi on en excepte la tâche dun jaune ternis qui fie trouve fur les Etuis , les Antennes font Extraor¬ dinair ment minces g? font compofées de cinq join&ures , la tête e/l petite , le col très long , à la tête qui fe trouve placée entre deux yeux /aillants gp en forme de réfeaux on àicerne au moyen d'une loupe ordimirt deux petits yeux li/fes , le de/fus du corcekt e/l inégal gf raboteux , le millieu de l'abdomen comme enfoncé en forme de foffette ce qui fait que les b rds paroi/fent arcqués. Cette Efpéce de Punaife fe voit communément parmis les Infeéfes qui fe trouvent renfermés dans les Cai/fes qui nous viennent de Tranquebar à la Cote de Coromandel. A a Fig. i64 BE S CH RY VI N G F/g. 295. De Neger. V 6^^. Gezin.') Deze Wantz heeft vyf leden aan de Sprieten en is over ’t geheel bruinagtig zwart 5 alleen de Oogen zyn bleekrood, de zuiger is kort en onder den Kop geboogen gelyk van alle die Wantzen welke onder dit Gezin behooren. Aan den laatflen Ring van ’t Agterlyf is een bruingeelen vlak. Van deze Wantzen heb ik eenige ge¬ zien die kleiner en gelyk deze nog in den ftaat van Nymph waren, te weecen zonder Dekfchilden en Vleugels, doch nimmer is my eene andere van de groot¬ te der hier afgebeelde voorgekomen en ’er zyn egter geene fpoor der evenge- raelde Deelen aan te ontdekken : Zou dezelve als een volmaakte Wantz kun¬ nen aangemerkt worden, of zouden de de Wyfjes derzelven alleen, (van wel¬ ke Sexe deze eigentlyk is) ongevleugeld blyven ? Ik kan dit niet beüiffen, en alleen maar zeggen, dat haar Vaderland aan de &ap de Goede Hoop is. Ffg . 297, De Geel gekraagde Wantz. (van V Gezin.) Heeft vyf leden aan de Sprieten, de Kop is grys, de Oogen bruingeel, het Borflfluk zwart met een donkergeelen Ring; het LendenfchiJd en het voorfle gedeelte der Dekfchilden is bruingeel en de vliesagtige tippen der laatflgemelden -^yn, gelyk als de Vleugels vaal zwart; DESCRIPTIO N, Fig. 296. Le Negre. (de la 6™^. Familie.) Les Antennes de cette Punaife font com- pofées de cinq articulations. Elle eft généra¬ lement Sun noir tirant fur le brun , fes yeux font feulement d un rouge pâle , fa trompe eft courte c? fi recourbe dejfous la tête comme toute celles de cette famille., au dernier anneau de l'abdomen ejt une tâche d un jaune foncé. yen ai vu quelques unes de cette Efpé- ce mais plus petites qui comme celle- ci ét oient encore Nymphes , c eft-à-dire fans Etuis ni ailes ^ parties., dont je ri ai encore pu découvrir aucune trace dans celle dont je vient de donner la defcription , & qui eft la feule que fai vu de cette Grandeur : peut on conftderer cette efpéce comme une Pimaife parfaite‘i Ou bien la femelle Qqui eft le Jexe de celle-ci) nauroit-elle point d aîles ? C e[l un problème que je ne puis refoudre., je dirai feulement quelle eft du Cap de Bonne Efpérance. Fig. 297* La Punaise au Col»- LIER JAUNE. (de la 6 ®®. Famille.) Ses Antennes font de cinq foin&mes., la tête eft grifi., les yeux font dun jaune brun , le Corcelet noir avec des anneaux Sun jaune foncé ; l Ecujfnn eft d un jaune brun ainfi que la partie antérieure des Etuis ^ dont les Extrémités membraneux ^ ks.atks font dun noir fauve ^ les Pattes fint dun de VAN DE WANTZEN.- de Pooten heeft zy bruingeel, doch aan de Beenen, alwaar de leden der Voeten hun beginlel neeinen , met pluis van zwarte hairtjes bezet , ’t welk uit de vergrootte afbeelding by Fig. A, is re zien. Men vind ze aan de Kaap de Goede Hoop, Fïg, 298. De Sierlyke Vlieg- W A N T Z. (van V 6^^ Gezind) De fprieten van deze fraaije Wantz beflaan uit vyf leden, de Kop is zwart, de Oogen en Zuiger bruin, het Borif- ftukzwart, doch aan den agterrand geel gevlakt; de Dekfchilden zyn ook zwart en met vier witte vlakken gefiert, waarvan de onderften eene Hartvormige gedaante hebben, aan ’t einde zyn twee bruingeele Hoefeizerswyze vlakken ; de Vleugels hebben eene vaalzwarte kleur, de Pooten zyn op alle de Leden derzel- ven, met zwarte en geele vlakken on¬ gemeen fierlyk getekent. Ik kenne Haar Vaderland niet , doch berufl in de Verzameling van den Wel Ed. Hee- re E. De Marre. Hier mede zullen wy nu ook dit Werk befluiten, temeer dewyl men na de afbeelding van 298 onderfcheiden zoorten van Wantzen zo veele moeite lieeft om nieuwe voorwerpen te beko¬ men. Indien ik egter in ’t vervolg een of meerder Zeldzaame Cicade en Wantz kan ontdekken, dan zullen zeflukswyze in het Werk van myne Spooken^ Wan- delende Bladen enz. werden fngelyfr. IiitulTchen hoope dat de Geëerde Lezer DES PUNAISES, 16$ jaune brun ou foncé <2? couvertes d'un duvet, de poil noir depuis le commencement de la yoinSlure des Pieds comme on peut le voir Fig. A. Ou cet Infedie eft reprefenté en gros. Elle eft du Cap de Bonne Efpé- rance. Fig. 298. La Punaise Mouche Parée. (De la Famille.) Les antennes de cette Punaife rare font compofées de cinq JoinStures , la tête ejl noire , les yeux ^ la trompe font bruns h corcelet àmt les bords pofterieurs fout lâchetés de jaune , eft noir , les Etuis qui font pareillement s noirs , font ornés de quatre tâches blanches , dont la derniers eft en forme de Cœurs les Extrémités de ces Etuis font encore s décorés de deux ta¬ ches dm jaune brun ou foncé qui forment m fer à cheval , les ailes font d un noir famé , toutes les jfonBures des pattes font marquées de tâches jaunes pf blan¬ ches , je m connois pas J a Patrie , mais elle fe trouve dans la Colkdiion de. Monfieur E. DE Marre. Nous terminerons par la cet ouvrags,, d'ailleurs apres avoir donné la defcription de 298 àiférentes Efpeces de Punaifes , il fer oit deficik de fe procurer de nouveaux objets , fi pourtant je puis découvrir dans la fmis d autres Cigales ou Punaifes dune Efpece rare, y"en ferai une dejçription détaillée qui fera inferée dans l'ouvrage ou defcrip- tîon des Speélres - Mantes &c. f-ef père en attendant , que mes Lecteurs , S fur tout ceux^ qui feront en pojfejf on de Aa 2 en BESCHRYVING enz. en Verzamelaar van Infeélen ook in dit f'Ferk veele zoor ten zal hebben aan- getroffen die bevoorens nog niet be¬ kend of wel vcelligt in andere Werken te veel verlïrooit waren ^ wenfchelyk zoude het zyn, indien de Hooggeleer¬ de Heer ProfelTor J. C. Fabri cius in het Deel van deszelfs nieuwe Uit¬ gave zyner Mantiff» InfeSiorum. Hafnm 1787. de door my uitgegeven en afge- beelde Cicaden en IVantzen bepaalde, in hoe verre en welke daaronder zyn Ed. in zyn voorheen uitgegeven Werk, ge- tytelt Species infeStorum reeds zyn be- fchreeven en opgegeven : want het moeilyke om door korte en kunftmaa- tige Befchryving de gemeende en be¬ doelde Zoort te vinden, zal wel ieder Kenner en Y'erzamelaar menigmaal heb¬ ben ondervonden en met my willen toeflemraen. Nog moet ik hier erinneren ^ dat we¬ gens de byvoeging van een behoorly- ken Titul en Titulplaat, voor de Be¬ fchryving van het Gedacht der Cicaden , zo wel als by dit der Wantzen , van ieder Gedacht Een , en dus gevoeglyk te zamen Tme Deelen kunnen uitmaa- ken, hier door zullen de bedenkingen van zommigen, dat wegens het altoos te gelyk uitgeven der gemelde beide Gedachten, in ieder Cahier verwarring zoude ontdaan , ten eenemaal vçrvah îen en weggenomen worden. E J N D E- DESCRIPTION &c. quelque Colle6f ions dTnfeSfe , trouveront dans eet ouvrage plufieurs dlférentes EJpé- ces qui jufqu alors leurs éîoient inconnu^ ou dont la defeription na été donnée que fu- perfiçielîement par d autres Auteurau- rAs défiré que Monjteur le Profejfeur }, C. FARRiCius dans la IP^ Partie de fa nou¬ velle Edition du Mantida Infedlorum, en parlant de ma defeription des Cigales (gf Punaifes , eut defigné celles dont il a déjà fait mention dans fin ouvrage intituléj Species infeaorum Ê? quil eut marqué jufqu ou sétent le detail quil en a faiî^ car fmîs contredit tout connoijfeur gf tous ceux qui font en pojfejf on de quelque Collée- fions ^ n auront pas manqué de s'apercevoir combien il en coûte de peines & de foins ^ pour donner une defeription exa&e ^ finie des diférentes efpéces quon a en vue. ‘ÿe préviens encore mes leBeurs^ relafi- yemnt au titre frontifpice pour la défi cription des Cigales & pour celles des Pu¬ naifes; que chacune de ces Genres^ four¬ nira un Volume féparé , ce qui fera deux en tout pour les deux Genres préviendra VohjeBion , qu'on nous a faite , qu'en don¬ nant a la fois la relation des deux Genres^ cette réunion occafionnoit des erreurs ou Confufions. F I N E REGISTER VAN »E IN DIT WERK AFGEBEELDl W A N T Z E N. Etrfie Gezin» Geharnaste of Schildwantzeit. ScüTELLATI, Lim» No. 1. De Paarfche Schildwantz. 2. De Lazuur blaauwe. 3. De Edele Wantz. 4. De vergulde Schildwantz. $. De Amathystkleurige. 6 . De gebandeerde Schildwantz. 7. De Koningswantz. é. De Ongelyke Schildwantz. 9. De groene Stokkerswantz. 10. De blaauwe Stokkerswantz, 11. De blaauwe Stokkerswantz, 12. De Blaauv/ oot. 13. De groene Weerfchyn. 14. De geele Schildwantz. 15. De Drurys-Wantz. 16. De roode Schildwantz. ï7. De Oinberkleurige Keveragtige. 18. De Lelydraagfter. 19. De gryze Keveragtige, ao. De gebloemde Schildwant*. 21. De Geoogde. 22. De Argus. 23. De Maratten-Wantz. 24. De Kaneelkleurige. 25. De Purperkleurige. 26. De geelgerande groene. 27. De Blaauwrug. 28. De geftreepte Wantz. 29. De rood en zwart geftreepte. 30. De zwart en rood geftreepte. 31. De Tygervlakkige. 32. De Samojeed. 33. de gryze Schildwantz. 34. De breedgefchouderde. 35. De bleekbruine geftreepte. 36. De bruin en geel geftreepte. 37. De 3 hoek vlakkige. •38. De Bonte omkorfte Wantz. 39. De Bruine omkorfte Wantz. Tweede Gezin» Eyronde en ongedoobnde , Rotük* DATE. T A B L DES PUNAISES ciui SONT Répresentei ®ANS CETTE OUVRAGE. Première Familie. Punaises harnachées. ScüTELLATi. Linn» La Punaife Violet. PI. Pïg. 1. 1. La Punaife bleu d'Azw» IV. 22. La Noble Punaife» H. 7. La Punaife dorée» IV. 23. La P. Couleur d'Amethy/ïe» XXXVI. 251. La P. à ecuffon à bandes» vif. 49. La P» Royal. XXXII, 222. La Punaife Difpar» XXXVII. 26«. La P. verte de Stocker. IV. 24. La P. bleu de Stocker. III. 15. La P» bleu de Stokker. Var, s HL 16. La Punaife à pattes bleu. dXXXVlI 262. XXV. 1*7. La P. à reüet vert. IX. 57. La P. à Ecuffon. IX. 58. La Punaife de Drury. XXXVII. 267- La P. à. Ecuffon rouge. Vil. 48. La P. Scarabée Ocrebrun. XXIV. 167. La P. Porte Lis. IX. 59. La P. Scarabée grije» XXIV. 166. La P. en fleurs» IV. 21. La P. à jtux» VIL so. L* Argus. XXXVII 268. La P. Maratte. XXIX. 202. La P. Couleur de Canelle. IX. 60. La P. pourprée. XXIX. 203. La Punaife verte bordée de Jaune» XXXVII. 269. La P. à Dos bleu. XIV. 92. La Punaife rayée. II. 8. La P. rouge à raye noire. IL 9. La P. noire à rayes rouge. XVI. 109. La Punaife Tigrée. XXXVII. 261. La P. Samojeede. IX. 61 . La P. Grife. XXIX. 204. La P. à larges Epaules. XXIV, 168 . La P. brun clair rayée. XXIII. 158. La P. brune ^ jaune rayée. XXIII. is6. La P. à taches Triangulaire. XXXIX. 282. La P. écailleufe bigarrée. XXXIX. 27p. La P. écailleufe brune. XXXIX. 28a. Seconde Familie. Punaises, rondes, Sans epines. Rotusdati. I. De Reus. Ln P. Gigantïfque» B b xxr. r/iT 2. De L B ,68 R E G I S T E R. T A B K:>. 2. De [avtner. 3. De Javuijer Wautz. Larvau 4. De incarnaatkleurige. 5. De Oraiijekleur/ge, 6. De 2 wartpoot. 7. De Damberd-rand. Z. De omgekeerde Y. g. De Sinaragdyner. JO. De Violetkleurige. 11. De groene vritgevlakte. 12. De geele Boogwantz. 13. De Tamarinde- Want2U 14. De Bloedband. 15. Janus. ifi. De Agaat -rugge. 17. De getiippelde. J8. De Net.swy.c geflree^îe. 19. De Borüelrand 20. De ümberklei.ïige 2 vlak, 21. De Wandelaar. 22. De Roofen Wantz. 23. De Tweevlak. *4, De Okerkieurige. 25. De zesviakkige gryfe. 26 . De Paterfons Wautz. 27. De bruine Witftip. 28 . De groene geelrand, 2g. De Surinaamfche rood • pool. 3 a De Arlequin. 31. De Dtievlakkige geele. 32. De ïood gerande zwarte. 33. De bloedige Wantz. 34. De fierlyke Koolwantz. 35. Het Bloedfchild. 36. De roodgetlreepte Wantz, 37. De Violetkleurige. 38. De Blaauwe 2 kleurige. 39. De groene Ko’ol wantz. 40. De bonte Wantz. 41. De Kenkleurige. 42. De geelpeüreepte bruine, 43. Dw gedgeüippelde. 44. De Cacao Wantz. 45. De Rouw -Wantz, 0. De tweek'eurige. 47. De biuingeele. 48. De Rottenkop. 40, De Blaauwe Wantz. io. De witgevlakte Moeskruid-Wantz, 51. De Geoogde Wantz. 52 De roodgevlakte Moeskruid- Wantz. 53. Het geele Anker. 54. De geele Arlequin. 55- De groene met witgevlakte. Derde Gezin. La Punaife de Java. La P, de Java^ Qa Larve.') La Ptinaije incarnat. La Pu7iaife Couleur d'Orange. La Punaife à Pattes noires. La P. à bords en Damier. La P. à T renverfée, La P. Smaragd -.ne. La Punaife Violette. La P. Verte a taches blanches. La P. à Arc jaune. La P. de l'Arbre des Tamarins, La P. à bandes rouge. La Punaife Janus. La P. à Dos Agathe. La P. pointillée. La P* à Rejeaax. La P. a bords Velus. La Punaife couleur d’ombre à deux taches, La P, Pelerin. La Punaife des Rofes..^ La P. à deux taches noires, La P. Couleur d'^ocre. La P- grife a Six taches. La P. de Paterfon La Punaije brune à point hkm, La P verte à bords jaunes, La P. à Pattes rouge. La p. Arlequin La P Jaune à trois taches. La P. noire à bords rouge, La P. Sanglante. La P. Migronne de Choux, La P. à bouclier rouge. La P. rouge rayée. La P. Violette. La P. bleu a deux Couleurs, La P. Verte d,s Choux, La Punaife bigarrée. La b*, a’une Couleur, La P. brune rayee de Jaune, La P. Jaune pointillée. La P. du Cacao. La P. en Deuil. La P. de Deux Couleurs. La P. Jaune brun. La P. à Mufeau de Rat. La P. bleu. La P. des Potagers taches blanches, La P. à taches oeillée. La P. des potagers à taches rouges, La P. à Ancre Jaune. La P. Jaune Aruquim. La P, Verte tachée de blanc, Troifieme pamille. PL 1 . XXXVIII. ni VI. . J VI. IV. IV. XVIII. V, XXX V. XXXI. XXI. yi. Vi. XV il XL. XX V. XXXVTII. yxxviL l XL. XXVII. XVL VI. • XXV. XVI III. XX. XXVIII. V. XXIX, XXViil. XXXL II. XXIX. XXXIIL XX. XXXIX. XlX. XIV. IV. XXXVIII. XIV XXVIII. XXXlI. XXXIl. XXXV XV. XXXI. V. XXXIV. V. XXIII. XXX XVI. 2 . 271. 10. 39. 40 * 25. 2 ( 5 . 122 . 29. 2 II. 30. 21 ^* 142. 41. 43. II6. 291. i 69 . 270. to5. 290. 1^7. 110. '42. T 73. 111. 18. 134 - 193 * 31. 2C6. 104. 219, 11. 205» 228. 133. 283* 127. P 3 . ‘ 27. 272, 94. 195. 223. 224. 24s. 102, 221 . 33 . 237. 32 . » 57 * 244. I15. EtRONDEIN GEDOORKO, SPINOZA. Punaises A a m e e s. S p 1 k 0 s a. 1. De gehoornde Wantz, La P. Cornue. XXIX, 2 « 5 . 2. De R E G I S T E R. T A B L No. E 169 PJ. %. S. De tweeviakkige. 3. De Lederagtige. 4. De Onbeftendige. 5. De Pifang Wantz 6 De groene Locos-Waritz. 7. De gepolyste Wantz. 8 . De gewapende Glansrug. 9. De Glansrug. 10. De Ananas Wantz. 11. De Kaneelkleurige, 12. De Vuurkleurige. 13. Htt Schouderhoorn. 14. De Olyfkleurige. 15. De gryfe geliippelde, 16. De blinkende Wantz, 17. De Geelfpriet. l8> De Bultdraagfter. 19 De bleekgroene geliippelde. 20. De Spitskop. 21. Het roodgstje, 22. De Spleetkop. 23. De zwarte Doorn, 24. De gedoomde Wantz, 2$, De Japonezer. 26. De groengerande. 27. De Boschwantz. 28. De bruingeele BofchwantZ.. 29. De Aalbezien-Wantz. 30. De Macai-Wantz. 31. De Zevenvlakkige Wantz. 32. De fcherpgedoornde. 33 De paarschkleusige bruine. 34. De: zwarte gepolyste. 35. De gebulte Wantz. 36. De bruine witgeviakte. 37. De geele V. 38. De Vierllip, La P. à (leux tacher, La P. EcaiUeuJe. La P. Cbancellante, La P. du Pifang, La P. verte du Locos, La P. Polie. La P. Armée a Dos luijant. La P. au Dos luifant. La F, des Ananas. La P. Couleur de Canelle, La P Couleur de Feu, La P. ri Epaules Cornues* La Punaije Olive. La P. grife picotée. La Punaije Lîffe. La Punaife aux ar,tenues jaunes. La P. Bojfue, La P. Jaune pale punStuée, La P. à Tête pointue, La P. Enfanglanteé, La P. à Tête fandue, La P. h Epine noire, La Punaife Epineuje, La P. du Japon. La P. à bords verts, La P, des Fois. La P. des Bois jaune bruH* La P. .des Grofeillers. La P des Macai. La P. à fept taches, La P. Epineux. La P. Violet brun. La P. noire Polie, La P. hnffue. La P. brune tachée de'élanc, La P. V. Jaune. La P, à Quatre points. XXXVI. 252. XIX. 128. ÇXVlll. 19Ö. l 198e \ XX» 135* ixxvil. Ihf» XXvin. igç, XXV, 174. XXXVI. 253 - XVIL 117. XXXÎI. 225. XXIX. 209. XX. 136. V. 34 ^ XVI. II3. XXI. 144. ÇXXIl. 148- Ixxv. B. XX. 136. XIV. 95 » II. 12. VL 47 * Ç VI. 44 * iXXXIII. 229. XXVIII. 197 * XIV. 90. I- 3 ' XVI. II2,- XXVI. 180. VI. AS- XXIX. 210. VI. 4Ö. XXVI. 179 - XIV. 97 * xxxni. 230. XXIII. 159. XXIX. 207. XXXIX. 282. XVII. 118. XXL 143 * ÇXXXI. 217. iXXXI. 22CW Pierde Gezin. Quatrième Famille, Langwerpige. De Wtfjes met dikke SCHENKELS AAN DE AG T E R PO O TEN* O ELONGI. Punaises Oblonges, OblongT. ï. De Pharaos-Wantz. 2. De bonte dikfpriet. 3. De bruine dikfprief. 4. De Hanvormige Borstfchilddraagllcr. 5. De zwarte Dikpoot. 6 . De Krompootige Wantz. 7. De Vliespoot. 8. De gewapende Wantz. 9. De Steltloopfter. La Punaife de Pharaon, La P. bigarrées, aux antennes épaiffes, La P. brune à antennes epaiffes, La P. porte Coeur. La P. à greffes Pattes, La P. à pieds Crochus. La P, à pattes membraneufes, La P. Armée. La P. Coureufe aux Ecbaffes, B b % ç III. 20. Exix. 129. XXVI. I8I. XXVI, rS*. XXVI. 183- VI il. 5 ï‘ X. 68 . II. 14. XXXVIIL 27 < 5 . î 70 REGISTER. No. 10. De Blad-poot. 11. De Modeste Wantz. 12. de roode Vliespoot. 13. De bruine bladerfpriet. 14. De Knodfpriet. 1$. De Levry-Wantz, 16. De Hottentot. Wyf. 17. De Hottentot. Man. 18. Het bruine Wydbeen* 19. De Doornpoot, ao. De bruine Ditfchenkel. ai. De Zaagpoot, 22. Het bruinroode Dîkbeen. 23. De bruingeele breedpoot. 24. De kleine Dikfchenkel. 25. Ue rood en zwartgevlakte Dikpoot. 26. De Acajou Wantz. 27. De bruine Doornpoot. 28. Het Wydbeen. 29. De gedoomde Borst. 30. De Witte Dwarsband. 31» De Zaagpoot. 32. De donkergroene. 33. Het witte Breepje. 34» De bonte rug. 35 Het Koperfchild. 36. De Groen getipde. 37. Het zwartgatje. 38. De Witte X. 39. De goudglanfige. 40. De Vierftip. 41. De driekleurige. 42. De roodgerugde. 43. De bruinroode. 44. De Geelfchildigc. 45. De zwarte Y. 46. Het Oranjeband. 47. De bloedvlakkige. 48. De CafTave - Wantz. 49. De Stippelrug. 50. De geelgekraagde. 51. De Sierlyke Wantz. 52. De Eenkleurige. 53. De NetswyS’Schildige. 54. De Surinaamfche Vang-Wantz. 55. De roodgezoomde. 56. De Glanskop. 57. Het Geele Streepje. 58. De Lampoot. 59. De finaUe Olyfkleutïge. fio. Het zuidlandfche geele Schild. ( 51 . De Geelokerkleurige. 62. De bruingeele. 63. De Vierhoekige. 64. De bondfpriet. 65. De geele Halve maan. < 56 . De geel gebandeerde. 67. De Roodhals. 68. De Viervlakkige. 69. De Gojaven Wantz, TAB L E La P. à pattes feuilettées. PL Fig. VIll. 54. La Pumije Moiefte. X. 70. La P. à pattes rouges menbraneufes» XXVIII. 201. La P. brune aux antennes feuillettées. XXXIII. 231. La P. à antennes en Majje* X. 67. La P. Bigarrée. XXV. 175 . La P. Hottentot, Fem. VIH. 52. La P. Hottentot, Mas. VIII. 53. La P. brune à jambes écartées. XXXVII. 263. La P. à pattes épineujes. La P. brune k cuijfes épaiffes. XVI. 114. XXVII. 188. La P. à pattes en Scie. 5 XXlIf. i6r. IKXXVIII. 278. La Punaife rouge brun à grojfe jambe. XXXVIII. 277. La P. jaune brun à large pattes. XXXVII. 264. La petite P. à grolTe CuifTes. XL. 287. La P-à greffe patte s,taches de rouge de notr.X XXVI. 254. La P. de L’/îeajou. XXVII. 189. La P. bruns aux pattes epineufes. XL. 286. La P. à jambes écartées XX. 138. La P. à Poitrine epineufe. XiV. 98. La P. travers 4 'une raye blanche. XXXIX. 28s. La P. à pattes en Scie, XXXVllL 278. La P. vert foncé. XXX. 213. La p. à raye blanche. X. 7 V. La p. au Dos bigarrée. XVII. 159. La P. à Corfelet cuivré. XXXVI. 255. La P. aux pointes verte. XXXIX. 284. La P. à bout d'abdomen noir. X. 72. La P X. blanche. XXXIIJ. 233. La P. à luijant D'or. VIII. 35. La P. à quatre points. XL 75. La P. de troix Couleurs, XIX. 130. La P. à Des rouge. X. 69. La P. rouge brun. XXV. 176. La P. aux Etuis jaunes. XL 83. La p, V. noire. XXV. 177. La P. à bandes Orange. IL 13. La P. à taches de Sang, XI. 81. l.a P. du Cajjave. XXII. 149. La P. Picotée. XXL 145. La P. Jaune Fraifée. XXXVII. 265. La P. à bout d'ailes blanc. XJ. 80. La Pumife Brunez. V. 37. La P. aux Etuis à rêzaux. XVJII. 123. La P. Griffon. iX. 62. La P. à bordune rouge. V. 35 » La P. à Tête luifante. XVIL 120. La P. à raye jaune. XL 292. La P. à pied rompu. XXII. 150. La P. étroite olivâtre. XXllI. 162. La Punaife du Sud à Etuis jaunes. XX VIL 190. La Punaife jaune d'ocre. XXXVIII. 274. La P. Jaune brun. XXIII. 160. La Punaife Quarré, V. 30. La P- à antennes bigarrée. XL 78. La P. à demi Lune jaune. XI. 82. La Punaife à bandes jaunes. I. 4 La P. au Col rouge. “ XL. 288. La P. a quatre taches. XL. 289. La P. des Goyaves, VIII. 56. 70. De REGISTER, TABLE 10. De Wantz der CofFy-boomeiî, 71» De zwarte en roode Wantz. 72. De Kaapfche Ridderwantz. 73. De Gezellige Wantz. 74. De witte halsband. 75. De Pedelwantz 76. De roode witgetipde Wantz. 77. De zvvartgevlakte pedelwantz, 78. De Kaapfche üüzetnwantz. 79. De Surinaamfche Hilzemwantz. 80. De Surinaamfche Ridderwantz. 81. De dwarsgelynde. 82. De Biizem Wantz. 83. De geele kliflen-Wantz. 84. Het witte halsband. 85* De roode rand. 86. De Surinaamfche Ring-Wantz. 87. De Tweeftip. 88. De Seshoek. 89. De Bladerfpriet. 90. De Aard Mugagtîge. 91. De Spring Wantz. 92. De Roofen Wantz. art. De Houtkieurige. De Wantz der Duizentfchoone. gc. De Bontfcbild. gó. De bruine Witgedréepte. 97 De Wantz der Vlierboomenu 98. De Blaauwe Vleugel. 09. De Witte Jafmyn Wantz, 100. De Scabiofen Wantz, 101. De roode V. 102. De Bloemzuigfter. J03. De Motuilagtige. J04. De kliffe Wantz. 305. Het Dwergje. 106. De bruine W.intz. 107. De Wantz van de Lathyrus. 108. De groen Schildige. 109. De Bladluisleemvagtige. 110. De Bonte Wantz. Vifdt Gezin. Platte, Vliesactige, Memsranacei. ft ^^e^^antzmet ulfgefneeden randen. NB. is die zonderlinge IVantz door den ProfeJJor S p a R- aan de Kaap de Goede Hoop ontdekt enjn deszelfs Reizen bejchreeven in het ide Deel bladz. A 24 èfc: als mede die in de Æ. Scokh: lin. T’iS rah. Ô.Ftg.A. B. C. Cimex Paradoxe ^’enomdis. Fabricius in deszel/s Spec. Inr. fe£i. pag. 510. ^ . 3. DeScorpioen Spmagtige. Sssde Gezin. PL Ftg. La P. de l'Arbre du Café. XXVlI. 191. La P. noir ô? rouge. XXXül. 236. La P. Chevaliere, du Cap, XlV. 99- La Punaife Sociable. XV. 103. La P. au Collier blanc. XViK. 125. La P. Bedeau, XVIII. i’24, La P. rouge à points blanc. XVIII. 126. La Punaife Bedeau ^ tachée de noir. XXXVIII. 273. La P. de la jujquiame du Cap. XXXIV. 238* La P. de la jujquiame de Surinam, VIH. 57 * La P. Chevalier e de Surinam. XXVI. 184* La P. à Stries transverjes, HL I 9 * La P. de la jujquiame. XI. 80. La P. jaune des Gltteron. XXXIV. 240, La P. au Collier blanc. XL 77. La P. à bordure rouge. XIII. 8?. La P. à anneaux de Surinam» XXXIIL 232. La Punaife A deux points. L 5 - La Punaije Sexagone. IV’. 28. La P. à antennes feuilletées. XXII. 152. La Punnije Tipuk. XLI. 294. La P. Sauteufe. XXX. 214. La P. des Rofes. XXXIV. 241. La P. Couleur de bois» XLl. 293. La P. du Dianthus XXXV. 217. La P. aux Etuis bigarrée. XIV. ico: La P. brune à rayes blanches, XXXV. 24Ó. La P. du Sureau, XXXIV. a 43 » La P. aux ailes bleu. XXX. 212. La P. du Jaffemine blanc, XXXV. 248. La P. des Scabieuje. XXXIV. 240. La Punaife F. rouge. XXXVII. 266. La P. Suceufe des fleurs, XXIV. 170.- La P. Teigne. XX f. 146. La P. des Gleteron» XXIV. 17 r. La P. Nine. XlX. 132. La P. brune. XV. 105. La P. de L'EJÎurge. XXXV. 249. La P. à Corfelet vert. La P. Hemerobe: XV. 107. La Punaife bigarrée. XL 74 * Cinquième Famille. Punaises Membraneuses. La Punaife des Lits. XIX. 131. La Punaife paradoxe. XIV. 10r. Cette Punaife a été découvert par Mr. Sparman dans cette voyage au Cap de bonne Efperanees , dans le Pays des CafFres. Et d’écrits Tom. II. pag. 434. on peut auflî trouver la defeription de cette Infeéte dans les Aft. Stokbolm, a L’aneé 1777. pag. 235. Tab. 6. fig- A. B. C. &c. Chez Fabricius, Spec. inf. pag. 510. La Punaife Araignée. XIII. 84. Sixième Famille. Punaises Mouches. Reduvius. Vlieg WA NTZEN. rzrüvïus. La grande P. à deux taches. La P. à pattes velues. IX. 64. J. De groote tweevlakkige. XIII. 9U 2*. De bonte Ruigpoot. La P. a Ventre rouge. XXXVl. 256. 3, De Roodbuik. La P. Venimeufe. XI IL 804 4. De venynige Wantz. 5 - De i/î R E G I s r E R. tables. No. 5. De zwarte Ruigpoot. 6. De Kain Wantz. 7. De gedoomde Roodbuik. 8. De gebulte. 9. De dikke gedoomde. 10. De bruinroode Vlieg. Wantz. 11. De langhaizige Vlieg- Wantz. 12. De Tranquebarfche Vlieg-Want*. 13. De Europifche Vlieg- Wantz. 14. De geelgckraagde. 15. De bruingeele. 16. De gedoomde Lang -poot. 37. De Zadelrug. 18. De zwartgeringde geelagtige. 39. De Mugagtige. jio. De .tweeviakkige. ai. De wîtgcilipte. a2. De rood en witgevleugeîde. 23. De iierlyke Vlieg- Wantz. 24. De Katoenboom- Wantz. 25. De geelgeftreepte. 26. Debiuine wit en zwart geringde. 27. De zwart en geele. 28. De roode Ring Wantz. 29. De Langhals. 30. De bruine Ring-Wantz, 31. De Ntger. 32. lîet zwarte Kruis. 35. De Maccai * Wantz. 34. De Surinaimfche gemeene Vlieg-Want*. 35. De Annanas.Wantz. 36. De bonte Vlieg. Wantz. S7, De roode Hout - Want^, 38. De bloedroode Wantz. 39. De Sluipwespagtige. Tjtvende Gezin. Zwemmers. Coleoptrati. 1. De Najade. 2. De Waterloopüer. WaT ERSCORPIOENEN NePAE. Iw». Eerjle Gezin. Het Borstjîuk en ^gterlyf fmal, 1. De fmalle Waterfcorpioen. 2. De Zwarte. 3. De Aschkieurige. Tweede Gezin. Het Borstjîuk en Aîgterlyf breeds 4. De Reus. 5. De breede Waterfcorpioen. 6. De Americaanfche Boer. 7. De Flatte. Waterwantzen. Notonîjkcta' Lifin. 1. De gemeene Rugzwemmer. 2. De blinkende. 3. De bruine Rugzwemmer. 4. De geftreepte. De Scorpioenagîîge. PL La P. noire à pattes raboîeufes, XI li. Lu Punaife à Peigne. j* La P. Epineux à ventre rouge. ixl La P. Mouche bo[fuer. , XXX. La P. Epaijfe Epineux. XXlL La Punaife moucbe rouge brun. XXXVI.* La Punaife à long Col. XXXVIil. La P. Mouche du Tranqushar. XLI. La P. mouche noire. y] La P. au Collier jaune. XLI.* La P. jaune brun. XX(I*. La P. à epînes ^ Longuet pattes. XVII. La P. à Dos Sellée. XXVII. La P. Jaunâtre, à anneaux noirs. XXIII. La P. Couftn. XXiL La P. à deux taches. XXIIL La P. mouche à points blanc,. XXXV. La P. à ailes rouge ^ blmc. XXIIL La P. mouche, paree. LXL La P. de l' Arbre du Coton. XXX IL La P. à raye: jaunes. XXXVI*. La P. brune à anneaux blanc ô* nêîr. XXXVI. La P. Mouche noir ^ jaune. XXXII1'. La P. rouge à amicaux noirs. XIII. La P. à long Col. XXX.* La P. brune à anneaux rouge. Xllf. Le Negre. XLI.’ La P. à Croix mite. IX. La P. Mouche des Macat. XXXll! La P. Mouche de Surinam. XIII*. La P. Mouche des Ananas. XXXIiL La P. Mouche bigarrée. XX.* La P. rouge du Bois. XX*. La P. rouge de Sang. XV.' La P. Jcbneumcn. _ XXI*. Septième Famille. PuWAISES N AS EUR s, C O L E O P T R A T 1. La Punaife Najade. . JX.* La P. Coureufe d'Eau. Xv! Les Scorpions Aquatiques. Nepae. Linn. ’ Première Famille. Le Corftdet & L’Abdomen étroits. Le Scorpion aquetique à Corps alongée. Le Scorpion aquat, mire. Le Scorpion aquat. grifcendrée.- Seconde Famille. Le Corfelet ;& l’Abdomen largée Le grand Scopion aquatique. yjj. Le Scorpion aquat. large. XXIL* Le Payfan Américain. j'. Le Scorpion aquat. Plat. yjl] Le Punaises Aquatiques. Notonecta. Linn La Punaije Commune à Avirons. XII. La Punaife à avirons lijfe. j. La P. brune à Avirons. XII.** La P. Aquatique Rayée. ] Jji Naucore. XIL 90 . 6 . 66 . 2«S. 154. 259. 27s 38. 297. 153. i2r. 192. 164. 155. 1 * 63 . 250. 165. 298. 227. 258. 257 - 23S. 89. 21Ö. 88. 29Ö. 65 - 226. 85. 234. 140. 139. 104. 147. 63* 108. XII. VIL I. 4. 14. 10. 3. 9. ï 3 . J 5 . 8 . 8û ^ gj :pz,.xiv: 9S 20 . J20 . JIJ. Pi.XXZZZ. Pi, JXIX. c i'z. xxxni. ■^33 . xxxr. jo'jzr. ^ 8 ^